Pew Research kwam tot de conclusie dat bijna de helft (49%) van de mensen in ontwikkelingslanden het afgelopen jaar geen geld had om genoeg eten te kopen. In ontwikkelde landen lag dat aandeel op 25%. Onderstaande matrix laat een sterke correlatie zien tussen het gemiddelde inkomen in een land en het percentage van de bevolking dat op een bepaald moment geen eten kon betalen. In de regel is het aantal mensen dat geen eten kan betalen lager in landen waar het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking hoger is.
Toch lijkt Amerika een uitzondering te zijn. Ondanks een relatief hoog GDP per hoofd van de bevolking (bijna $50.000) was 24% van de ondervraagde Amerikanen niet in staat voldoende eten te betalen. Het tekent de grote inkomensongelijkheid in de VS, die ook blijkt uit de stijgende vraag naar voedselbonnen. In landen als Griekenland, Brazilie, Argentinie, Rusland en Indonesie blijkt dat een vergelijkbaar percentage van de ondervraagden vorig jaar onvoldoende geld had om eten te kopen.
In landen als Canada, Australie, Duitsland, Spanje en Italie is niet alleen het inkomen een stuk lager dan in de VS, maar ook het percentage dat geen eten kon veroorloven. Oeganda en Nigeria voeren de lijst aan, daar had ongeveer 70% van de ondervraagden het afgelopen jaar onvoldoende geld om eten te kopen.
Veel armoede in de VS, ondanks het hoge gemiddelde inkomen (Bron: Pew Research)