De Verenigde Staten genieten een uitzonderlijk hoge levensstandaard als gevolg van het feit dat de rest van de wereld dollarschulden aanhouden als reserve. Daardoor kan de Amerikaanse bevolking én de overheid heel goedkoop geld lenen. Jim Rickards legt het dilemma van een wereldreservemunt kernachtig uit in een interview met Casey Research:
“Stel je voor dat Amerikanen hun schulden moesten financieren zonder buitenlandse vraag naar het schuldpapier, stel je eens voor hoe dat er uit zou zien. Onze rente zou veel hoger zijn, de aandelenmarkt zou lager staan en de huizenprijzen zouden lager liggen. Als jouw valuta de wereldreservemunt is financieren andere landen jouw (hoge) levensstandaard. Vergelijk dat bijvoorbeeld eens met de Argentijnse economie, als die willen lenen moeten ze dat in dollars doen. Het buitenland gaat obligaties in pesos accepteren, omdat de dollar de wereldreservemunt is. Als je dus niet de beheerder bent van de wereldreservemunt moet je geld lenen in die valuta die wel wereldreservemunt is.
Stel je voor dat de euro de wereldreservemunt was, dan zou de VS in euro’s moeten lenen. We zouden dan opeens kwetsbaar zijn voor het wisselkoersrisico, we zouden waarschijnlijk een veel hogere inflatie hebben… Dit was al eens aan de orde in de jaren ’70, toen de inflatie in de VS zeer hoog was. President Carter leende toen in Zwitserse franken in plaats van dollars, omdat de financiële markten minder bereidheid toonden in dollars te lenen. Dat waren de zogeheten ‘Carter bonds’. De dollar verloor in vijf jaar tijd de helft van haar waarde en de munt. Op het moment dat je de wereldreservemunt dreigt te verliezen kunnen dat soort dingen dus gebeuren. Die dreiging is er vandaag de dag opnieuw.”
Van alle valutareserves wereldwijd staat momenteel 60% genoteerd in Amerikaanse dollars, terwijl dat in het jaar 2000 nog ongeveer 70% was. De status van de Amerikaanse dollar als wereldreservemunt is dus al gezakt van 70 naar 60 procent van de reserves in veertien jaar. Als die trend verder voortzet en de dollar onder de 50% van alle reserves komt, dan is het volgens Rickards niet meer de dominante reserve. “Dit is een proces wat jaren duurt, maar beleggers moeten wel vooruit blijven kijken”, aldus Rickards. Veel beleggers zijn volgens hem nog te veel gefocust op de korte termijn, terwijl juist die lange termijn ontwikkelingen belangrijk zijn voor bijvoorbeeld de pensioenen.
Petrodollar
In van de belangrijkste steunpilaren is de petrodollar, die bestaat sinds midden jaren ’70. Dat was een tijd waarin de waarde van de dollar onder druk kwam te staan, omdat een paar jaar eerder nog de inwisselbaarheid van dollars en goud verbroken werd. Henry Kissinger beloofde de Saoedi’s veiligheid, met als tegenprestatie dat de Saoedi’s voortaan al hun olie in dollars zouden afrekenen. “Er is geen enkele reden waarom olie in dollars geprijsd moet zijn. Het kon toen ook geprijsd worden in Duitse marken, Zwitserse francs, Japanse yen enzovoorts. Toch besloten ze de olie in dollars af te rekenen, een model dat dertig jaar geweldig werkte voor de VS en de Amerikaanse dollar.”
Toch heeft de petrodollar volgens Rickards haar beste tijd gehad. Niet alleen is de band tussen de VS en Saoedi-Arabië verslechterd, ook wordt het grootste deel van de olieproductie van de Saoedi’s vandaag de dag geleverd aan China. Men kan zich dus de vraag stellen hoe lang de Saoedi’s nog bereid zijn dollars te hanteren als handelsmunt. Het is goed denkbaar dat het land op een dag afspraken maakt met China om olie in yuan of in fysiek goud af te rekenen. Linksom of rechtsom zal de dollar dus uit beeld verdwijnen. Zo ver zijn we nog niet, maar dat is wel de kant die we op gaan. Het is een van de vele bedreigingen voor de dollar als wereldreservemunt. Als de VS dat privilege verliest zal hyperinflatie toeslaan in de VS.
Over het verliezen van de wereldreservemunt
De kosten om te lenen zullen sterk toenemen voor de VS, wanneer haar valuta niet meer wereldwijd geaccepteerd wordt als de facto reserve. Er zullen nog steeds obligaties in dollars uitgeschreven worden, maar die moeten dan grotendeels gekocht worden door binnenlandse beleggers. Het buitenland zal minder bereid zijn de Amerikaanse schulden te financieren in dollars, met als resultaat dat de VS bijvoorbeeld moet lenen in euro’s of in Special Drawing Rights van het IMF (SDR’s). Het IMF heeft in 2009 tijdens de crisis al meer SDR’s in omloop gebracht, iets wat voor het laatst gebeurde in 1980. Ook toen was er sprake van een grote crisis. Bij de volgende liquiditeitscrisis zal de SDR naar voren worden geschoven, zo meent Rickards. Dat komt omdat de Federal Reserve al veel van haar krediet verspeeld heeft met alle monetaire verruiming en balansexpansie van de afgelopen jaren.