Tag: 2012

  • Guest post: Het einde van de zekerheid

    Door: Dirk Bouwens

    Mens en samenleving worden altijd geconfronteerd met onzekerheid. Onzekerheid is een rode draad die doorheen het leven is geweven. Wie van ons heeft er nog nooit zorgen gehad omtrent gezondheid, werk, inkomen, relatie(s) ? Wie van ons wordt niet vroeger of later geconfronteerd met lijden, ziekte en dood?

    De welvaart van de maatschappij is nauw verweven met lokale en internationale conjunctuurbewegingen, met schommelingen van de financiële markten en met veranderingen op politiek en fiscaal vlak. Natuurrampen en ongevallen kunnen bezit en vermogen in fracties van seconden vernietigen.

    Zekerheden

    Er bestaan heel wat manieren om de onzekerheden van het leven het hoofd te bieden. Via allerlei verzekeringen kunnen we ons bijvoorbeeld indekken tegen gebeurlijke calamiteiten. Het regelmatig sparen is een andere aanpak om bescherming te zoeken tegen onvoorspelbaarheid. In tijden van onzekerheid, zoals nu, stijgen de spaarvolumes snel. Maar om effectief te kunnen sparen, om het inkomen van vandaag naar morgen te kunnen overdragen of om te kunnen verzekeren moet er "iets" zijn dat een stabiele waarde behoudt. Vaak, maar niet altijd, waren dat overheidsobligaties. De overheidsschuld bood zekerheid. Daarom kochten- en kopen - banken ook veel overheidspapier. Het was een goede manier om een solide onderpand voor de spaardeposito's te verwerven. De overheid speelde nog een andere rol bij het aanpakken van financieel-economische instabiliteit. Mogelijk een van de belangrijkste maatschappelijke verwezenlijkingen van na 1945 is dat de westerse overheden telkens ingegrepen hebben om zekerheid te bieden bij grote onzekerheden. Denk hierbij aan de oliecrisis van de jaren '70, de technologiebubbel van het jaar 2000, 9/11, de bankencrisis van 2008 en de crisis in de eurozone. En vergeten we vooral ook niet de uitgebreide sociale zekerheidssystemen die reeds vanaf de jaren '30 van de vorige eeuw tot nu door regeringen zijn uitgebouwd. Niet dat iedere beslissing of tussenkomst altijd zo doordacht of efficiënt was, zeker niet. Waarom kon de overheid telkens ingrijpen ? Ze was daartoe in staat omdat ze als enige economische deelhebber nog schulden kon aangaan en op grote schaal middelen in beweging kon brengen. En in goede tijden kon ze de belastingen verhogen en zo extra inkomen verwerven. De overheid creëerde een behoorlijke mate van zekerheid. De vrees is terecht dat dat vanaf nu zal veranderen. De volgende tabel laat in dit verband aan duidelijkheid niets te wensen over:

    De echte Europese staatsschulden in 2012

    Bronnen: Stiftung Marktwirtschaft Berlijn, Eurostat, eigen berekeningen

    Expliciete schulden: de cijfers in de tabel geven de percentages weer van de officiële staatsschulden van ieder Europees land ten opzichte van het bruto binnenlands product (BBP). Impliciete schulden: de cijfers betreffen de percentages van de toekomstige engagementen van overheden inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit in verhouding tot het BBP. In het vakjargon noemt men deze toekomstige schuld de impliciete schuld. Totale schulden: expliciete en impliciete schulden samengeteld (in % van het BBP). Overheidsbeslag: het percentage aan reële overheidsinkomsten (de zogenaamde 'begrotingen') ten opzichte van het BBP. Reële schuldgraad: dit zijn de percentages die de overheidsinkomsten vergelijken met het totaal aan schulden.

    Schulden worden onderschat

    De officiële schuldstatistieken (de expliciete schuld) onderschatten in ernstige mate de ware omvang van de schuldproblemen van de meeste Europese economieën. Vele regeringen hebben namelijk aanzienlijke verplichtingen aangegaan inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit voor de komende decennia. Niet alleen zijn deze beloftes niet opgenomen in de officiële cijfers, ook in de media komt deze heikele problematiek zelden of nooit aan bod. Kwestie van de goegemeente niet te doen opschrikken ... Wat u ook leest of waarheen u ook surft : overheidsschulden worden steeds vergeleken met het bruto binnenlands product (BBP). Maar deze voorstelling van zaken is feitelijk incorrect. Uit bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat de Europese overheidsinkomsten slechts gemiddeld 45 à 55% uitmaken van hetgeen een economie voortbrengt. Uiteraard dienen reële inkomsten vergeleken te worden met reële uitgaven en schulden. Zo blijkt uit de cijfergegevens dat de echte Belgische staatsschuld niet 98% bedraagt maar oploopt tot 655% (toekomstige pensioen- en gezondheidszorgen inbegrepen). Als we bovendien de reële inkomsten van de Belgische overheid (55% van het BBP) vergelijken met die 655% komen we zegge en schrijven uit op ...1191% van het BBP. Het boek 'De perfecte storm' van de Gentse economen Gert Peersman en Koen Schoors handelt in essentie over dit nationale pensioendrama. Italië en Letland komen uit de cijferanalyses verrassend goed te voorschijn. De dikwijls verguisde Silvio Berlusconi heeft op het stuk van pensioenbeleid degelijk werk geleverd. Staatsschulden verschijnen onder de vorm van staatsobligaties op de balansen van pensioenfondsen, banken en verzekeringsmaatschappijen. Als men de tabel nogmaals onder ogen neemt, kan men zich de vraag stellen wat dit papier wérkelijk waard is en in welke (benarde) situatie deze instellingen eigenlijk verkeren... Natuurlijk zijn er ook belangrijke activa (spaaroverschotten) aanwezig, maar niemand kan er omheen dat de meeste regeringen diepgaande structurele ingrepen dienen door te voeren in hun socio-economische beleid. Overigens vormen niet enkel de overheidsschulden annex begrotingstekorten een serieus probleem. Wie zal er opdraaien voor het herkapitaliseren van de Europese banken, het redden van de Zuid-Europese economieën (de zogenaamde PIIGS) en - bij uitbreiding - de euro ? Uit de energiehoek wordt geopperd dat men best ook rekening houdt met noodzakelijke investeringen voor de overgang naar een post-koolstofeconomie. De mogelijkheden van de overheden om op te treden als laatste redder in nood zijn beduidend kleiner geworden, zoveel is duidelijk. En daarom komt er een einde aan een tijdperk van zekerheid.

    Deze bijdrage is afkomstig van Dirk Bouwens. Hij publiceerde dit artikel begin deze week ook op zijn eigen weblog systeemcrisis.blogspot.be.

  • China importeerde in 2012 bruto 834,5 ton goud

    China heeft het afgelopen jaar veel goud gekocht. Via Hong Kong importeerde het land in totaal 834,5 ton goud, zo maakte het bureau voor de statistiek in Hong Kong bekend. Er werd het afgelopen jaar maar liefst 94% meer goud gekocht ingevoerd door de Chinezen dan in 2011. In dat jaar werd er bruto ongeveer 431,2 ton aan goud ingevoerd. Deze cijfers hebben niet alleen betrekking op zuivere goudbaren, maar ook op gouden munten en sloopgoud.

    In december werd er voor 114,4 ton aan goud ingevoerd, waarmee het totaal over heel 2012 dus op 834,5 ton uitkomt. In november importeerde het voormalig streng communistische land eveneens een aanzienlijke hoeveelheid van 90,8 ton goud. Het gele metaal komt via stadsstaat Hong Kong het Chinese vasteland binnen. Er stroomt iedere maand overigens ook wat goud in de omgekeerde richting, waardoor de netto import lager uitvalt. Wanneer de de export van goud richting Hong Kong neutraliseren blijft er een netto import van 84.687 kilogram in december en 61.787 kilogram in november over.

    Onderstaande grafiek laat de bruto import van goud via Hong Kong over heel 2012 zien. De gele balken geven aan hoeveel er maandelijks ingevoerd werd, de rode lijn geeft de cumulatieve import weer. Die cumulatieve lijn is dus niet gecorrigeerd voor export van goud richting Hong Kong en geeft dus het bruto volume weer. Als de de verhouding tussen bruto en netto goudimport van de maanden november en december zouden nemen en die extrapoleren naar de rest van 2012, dan zou er van die cumulatieve import iets meer dan 70% overblijven. Dat is iets meer dan 580 ton aan goud, bijna evenveel als de totale Nederlandse goudvoorraad.

    Volgens analisten importeert China zoveel goud omdat goudhandelaren hun voorraden willen aanvullen en omdat steeds meer beleggers toevlucht zoeken tot het gele metaal. Maar het zal me niet verbazen dat ook een aanzienlijk deel van de goudimport op de balans van de People’s Bank of China terechtkomt. Daar ligt volgens de laatste meting van 2009 in totaal 1054 ton, maar men zegt dat die goudreserve  inmiddels wel twee tot drie keer zo groot kan zijn.

    Totale bruto goudimport China over heel 2012, klik voor een grotere versie

  • DNB: Groei Nederlandse hypotheekschuld steeds langzamer

    Het persbericht en de bijgevoegde grafiek laat er geen enkele twijfel over bestaan: de groei van de Nederlandse hypotheekschuld stagneert, en daarmee ook de motor achter de stijgende huizenprijzen. Was de groei van de hypotheekschuld in 2010 nog bijna 2,5%, de afgelopen maand was die groei teruggevallen tot minder dan 1%. In november werd de totaal uitstaande hypotheekschuld verkleind, voor het eerst sinds het bijhouden van deze statistieken (sinds 2003).

    In december groeide de hypotheekschuld weer, maar die impuls werd vooamelijk gedreven door huishoudens die nog onder de oude regels een hypotheek wilden afsluiten. Met ingang van 2013 moeten huishoudens die een hypotheek afsluiten ook daadwerkelijk gaan aflossen, waardoor de maandlasten voor dezelfde hoofdsom nu veel hoger uitvallen dan in 2012. Doordat de vraag zich sterk concentreerde in de laatste maand van 2012 zou het me niets verbazen als we in januari opnieuw een netto krimp van de totale hypotheekportefeuille waarnemen.

    Groei hypotheekschuld gehalveerd

    In november en december groeide de hypotheekschuld in Nederland op jaarbasis met ongeveer 1,5%, een halvering ten opzichte van diezelfde periode een jaar eerder. Ook de Nederlandsche Bank merkt op dat de terugloop in de groei van hypothecaire kredieten veroorzaakt wordt door de dalende vraag naar nieuwe hypotheken, de aangescherpte regels bij banken en de algehele economische ontwikkelingen. DNB schrijft dat de banken "door de toegenomen aandacht voor naleving van de regelgeving omtrent kredietverstrekking" terughoudender zijn geworden met het verstrekken van nieuwe hypotheekleningen. In december 2012 was de totale hypotheekportefeuille in Nederland ongeveer €8 miljard groter dan diezelfde maand in 2011 (omgerekend is dat 1,5%). Medio 2011 - toen er nog geen sprake was van een afnemende groei van de hypotheekschulden - bedroeg de jaarlijkse toename van de totale hypotheekschuld nog €17 miljard (+3,5%).

    Deflatie

    Het langzaam maar zeker dichtdraaien van de kredietkraan begint op verschillende plekken zeer te doen in de Nederlandse economie. Niet alleen staan de huizenprijzen onder druk (en daarmee het 'vermogen' van veel Nederlandse huishoudens), ook wordt er veel minder geld uitgeven aan verbouwingen, onderhoud en interieur. Daar hebben bijvoorbeeld bouwbedrijven en meubelwinkels veel last van. Door de kredietgroei draaiden deze sectoren jarenlang op volle toeren, maar door het opdrogen van de stroom aan nieuwe kredieten is ook de vraag naar de producten en diensten van deze bedrijven sterk achteruit gegaan. Ontwikkeling hypotheekschuld Nederland vanaf 2010

    Ontwikkeling hypotheekschuld Nederland vanaf 2010 (Bron: DNB)