Tag: depositobank

  • Terug naar de tekentafel

    De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) kwam op 17 januari met een aanbeveling voor de regering, waarin het pleit voor het opzetten van een publieke depositobank. De WRR stelt expliciet dat dit een oplossing is binnen de bestaande internationale monetaire en financiële kaders. Dat is jammer, het advies doet daardoor wat provinciaals aan. Had de WRR de huidige staat van deze kaders en de rol die centrale banken spelen bij het bewaken ervan meegenomen in haar analyse, dan zou ze tot de slotsom zijn gekomen dat een depositobank onvoldoende soelaas biedt.

    Centrale banken zijn in onze tijd gerespecteerde instituten. In weerwil van de gangbare zienswijze hebben ze echter geen grip op financiële markten en hebben ze geen centrale plaats in onze geglobaliseerde financiële economie. Verlies van grip op financiële markten begon al in 1955. In dat jaar ontstond de zogenaamde eurodollar markt in de City of London, een interbancaire geldmarkt in claims op dollars. Deze geldmarkt, die opereert buiten jurisdictie en toezicht van het Amerikaanse stelsel van centrale banken (Fed), is in latere jaren sterk gegroeid in samenhang met voormalige koloniën van Groot-Brittannië (offshore) en andere belastingparadijzen.

    Eurodollar markt

    Eurodollars waren een financiële innovatie in reactie op renteverschillen in dollars en pond sterling, aanvankelijk om bankliquiditeit aan te vullen. Al snel werden eurodollars echter gebruikt ter financiering van handelsstromen, om kredietverlening in andere sectoren te faciliteren en voor speculatieve doeleinden. Het rentetarief dat banken elkaar berekenen is Libor (London Interbank Offered Rate). Banken en hun dochterondernemingen uit diverse landen tuigden met elkaar een winstgevende private geldmarkt op en transformeerden zo van verdelers van depositospaargeld in geldvermeerderaars.

    Regulering en toezicht is uit zowel praktische als opportunistische redenen achterwege gebleven. Praktisch omdat deze markt al snel te groot en complex werd om nog te kunnen reguleren. Opportunistisch omdat Europese centrale banken de markt konden gebruiken voor management van hun dollarreserves en overheden, financiële instellingen en multinationals de markt gingen gebruiken om meer te kunnen (uit)lenen en handelen. Groei van internationale kapitaalstromen in de eurodollar markt noopten de VS in 1971 tot het ontkoppelen van de dollar en goud. Vanaf dat moment opereerden financiële markten voor het eerst in de geschiedenis zonder monetair anker.

    “Groei van internationale kapitaalstromen in de eurodollar markt noopten de VS in 1971 tot het ontkoppelen van de dollar en goud. Vanaf dat moment opereerden financiële markten voor het eerst in de geschiedenis zonder monetair anker.”

    Vanaf 1980 kregen financiële markten een flinke duw in de rug door opeenvolgende rondes van de- en re-regulering. In het verlengde van de eurodollar markt kreeg de zogenaamde repo-markt een belangrijke impuls. Het is een marktpraktijk waarbij financiële partijen gebruik maken van kwalitatief hoogwaardig schuldpapier (voornamelijk staatsobligaties) als onderpand bij financiële transacties. Het is een transactie waarbij cash voor een afgebakende periode (meestal een dag) wordt omgeruild voor een obligatie. Na de contactperiode volgt een omgekeerde transactie (repo wil dus zeggen ‘sale & repurchase’). Omdat niet hetzelfde financiële onderpand hoeft te worden geretourneerd en een equivalent volstaat, is er een levendige handel ontstaan in dit onderpand.

    Schuld als onderpand

    Het meest veilige en meest gebruikte onderpand bestaat uit staatsleningen van de VS, omdat het de hoogste kredietstatus heeft en er veel leningen beschikbaar zijn. Duitse staatsleningen zijn echter ook erg gewild. Verschillende partijen in de financiële markten hebben er baat bij en opereren in deze markt: banken als kredietverleners en transactie begeleiders, pensioenfondsen en verzekeraars die lang papier liquide willen maken, custodians als transactiebegeleiders en beleggers, geldmarktfondsen die hun cash veilig kunnen beleggen, hedgefondsen die liquiditeit nodig hebben, multinationals die hun cash veilig kunnen parkeren en over kredietlijnen kunnen beschikken, overheden die een stabiele vraag naar hun schuldpapier willen zien, centrale banken die monetair beleid willen kunnen toepassen.

    Eurodollar en repo vormen tezamen belangrijke pijlers in het wereldwijde op krediet gebaseerde geldsysteem en staan aan de basis van Global Finance en Globalisering. Centrale banken spelen hun rol erin, maar vormen niet meer de kern ervan. Het is een markt die onder stabiele omstandigheden aan de eisen van veiligheid en liquiditeit voldoet, en juist hierdoor is deze volgens gezaghebbende betrokkenen buitensporig in omvang toegenomen.

    “Eurodollar en repo vormen tezamen belangrijke pijlers in het wereldwijde op krediet gebaseerde geldsysteem en staan aan de basis van Global Finance en Globalisering.”

    Met name sinds 1995 is groei van deze markt geholpen. Niet alleen door regulering die schulden stimuleert, maar ook door de ICT-revolutie en toegenomen economisch vertrouwen door de val van het communisme. Er was sprake van een wereldwijde toename van de welvaart, maar tegelijkertijd namen schulden bij overheden, financiële instellingen, bedrijven en consumenten snel toe.

    Weeffout in het financiële systeem

    In dit padafhankelijk geëvolueerde financiële systeem bleek een kapitale weeffout te zitten: de aanname en het vertrouwen dat er onder alle omstandigheden voldoende liquiditeit (eurodollars) aanwezig is om schulden (waaronder repo onderpand) te kunnen aflossen of doorrollen. De gebeurtenissen rondom de kredietcrisis van 2007/2008 (en daarna de eurocrisis van 2011/2012) waren illustratief.

    Europese banken waren spil in een belangrijk segment in de Amerikaanse hypotheekmarkt. Via de eurodollar markt trokken ze geld aan om het (ook via derden) uit te zetten in Amerikaanse hypotheekleningen. Toen in 2007 bleek dat de huizenprijzen konden dalen, brak paniek uit. Onderpand bestaande uit opgeknipte en her-verpakte hypotheekleningen daalde in waarde. Banken moesten meer kapitaal opzij zetten om aan hun kapitaalverplichtingen te kunnen voldoen. Om aan geld te komen waren ze gedwongen onderpand te verkopen, met een verdere daling van waarde tot gevolg.

    Dit zorgde voor een neerwaartse spiraal. Banken leenden elkaar geen geld meer uit door groeiend wantrouwen, onderpand ging in de uitverkoop, financiële markten droogden op. De kredietcrisis was tegelijkertijd een onderpandcrisis en een geldmarktcrisis. Centrale banken bleken de crises niet te hebben voorzien en waren onmachtig om het tij te keren. Uiteindelijk moest de belastingbetaler garant staan voor de verliezen en toekomstige tegenvallers, het bleek een systeem van geprivatiseerde winst en gesocialiseerd verlies.

    Fundamentele problemen niet aangepakt

    Nu, tien jaar na de crisis, is de problematiek van het simultaan opdrogen van eurodollar markt en repomarkt niet geadresseerd. We zijn we nog steeds opgezadeld met hetzelfde financiële systeem. In die periode namen centrale banken de interbancaire geldmarkt over, werden banken ondersteund en werd staatsschuld opgekocht om rentes te verlagen en de economie aan te jagen. Dit alles deden ze om schulddeflatie te voorkomen.

    Ondanks deze crisismaatregelen en de immer optimistische woorden van centrale banken is de economische groei sterk achtergebleven, terwijl de wereldwijde schulden flink zijn toegenomen. De taak van centrale banken is verschoven naar het borgen van de waarde en liquiditeit van schulden in het algemeen en staatsschuld in het bijzonder. Dit resulteert in hogere schulden, te ambitieuze overheden, te grote (semi-publieke) banken en een inherent instabiel financieel systeem dat aan de basis staat van seriële bubbels, een scheve verdeling van de welvaart en sociale onvrede.

    “De taak van centrale banken is verschoven naar het borgen van de waarde en liquiditeit van schulden in het algemeen en staatsschuld in het bijzonder.”

    Signalen in de eurodollar en repo-markt wijzen weer op toenemende spanningen in het financieel systeem. Chinese banken hebben handelsactiviteiten gefinancierd via de eurodollar markt. Met name de Chinese economie staat hierdoor onder druk. Mogelijk staan we aan de vooravond van een nieuwe financiële crisis en een economische recessie. Het gevaar van schulddeflatie is niet geweken.

    Waar de WRR kiest voor kleuren binnen de lijntjes, pleitte Angela Merkel eind januari in Davos voor aanpassen van de monetaire kaders. Dat is hoognodig, er moet serieus worden nagedacht over fundamentele aanpassingen. De meest effectieve manier om instabiliteit van het financiële systeem door overkreditering te voorkomen, begint bij een financieel stelsel waar risico’s weer neerslaan daar waar ze worden genomen: geen impliciete of expliciete garanties meer door de belastingbetaler. Een belangrijk element hierin is een nieuw monetair anker. De grote vraag is of overheden en centrale banken de handschoen op zullen pakken voor of na een crisis.

    Deze column van Sander Boon verscheen eerder in het magazine ‘Vermogen’ van het Beleggingsinstituut.




  • Nieuwe kans voor de depositobank?

    Vorige week publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) een uitvoering rapport over de werking van ons geldsysteem. Aanleiding voor dit rapport was burgerinitiatief ‘Ons Geld’, dat het onderwerp van geldschepping op de maatschappelijke en politieke agenda wist te zetten. Hun voorstel om geldschepping in publieke handen te brengen verzamelde 120.000 handtekeningen. Daarop volgde een Kamerdebat en een verzoek aan de WRR om ons huidige geldsysteem tegen het licht te houden.

    Ook in de samenleving wist burgerinitiatief ‘Ons Geld’ het onderwerp in de kijker te zetten. Denk bijvoorbeeld aan de succesvolle theatervoorstelling ‘Door de bank genomen’ op initiatief van George van Houts. Deze voorstelling, die de scheve machtsverhouding tussen bank en burger in beeld bracht, trok meer dan 90.000 bezoekers.

    Hoe kunnen we ons geldsysteem duurzamer maken?

    Een kleine vier jaar na de première van deze voorstelling komt de raad met aanbevelingen over hoe we het geldsysteem duurzamer kunnen maken. Het driehonderd pagina’s dikke rapport beschrijft in hoofdlijnen de werking van ons op krediet gebaseerde geldsysteem. Ook legt het uit hoe ons geldsysteem door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen stap voor stap geëvolueerd is.

    Het gaat te ver om de volledige inhoud van het rapport hier te bespreken, maar de aanbevelingen zijn zeker interessant te noemen. Een van die aanbevelingen is dat er meer diversiteit in de financiële sector moet komen, zodat de burger echt wat te kiezen heeft.

    De afgelopen decennia zijn er door verschillende fusies en overnames steeds minder banken overgebleven, met als resultaat dat de drie grootste banken inmiddels een marktaandeel van 75% vertegenwoordigen. Traditionele spaarbanken zijn verdwenen of volledig opgegaan in de drie grote banken, die qua structuur erg veel op elkaar lijken. Daardoor heb je als consument niet veel keuze meer.

    Een bijkomend probleem van de machtsconcentratie in de bankensector is dat de banken erg groot zijn geworden ten opzichte van de economie. Daardoor is er een scheve machtsverhouding ontstaan. Komt een bank als de Rabobank, ING of ABN Amro in de problemen, dan zal de overheid moeten ingrijpen om een bankencrisis te voorkomen.

    Tijd voor een depositobank?

    Om daadwerkelijk meer diversiteit in de financiële sector te brengen zou er volgens de WRR een nieuw, publiek verankerd, alternatief moeten komen voor de gevestigde banken. Een soort depositobank, die zich alleen met sparen en betalen bezighoudt. Een dergelijke bank, die volledig gedekt wordt door reserves bij de centrale bank, zou spaarders kunnen aanspreken die minder risico willen lopen. De aanwezigheid van een dergelijk alternatief een disciplinerende werking hebben op andere banken en hun dominante positie verkleinen, zo concludeert de WRR.

    Het idee van een depositobank is de laatste jaren al uitvoerig besproken, maar de Europese wetgeving vormt nog altijd een obstakel. Sinds de financiële crisis van 2008 hebben de landen van het Eurosysteem verschillende afspraken gemaakt over harmonisering van het depositogarantiestelsel. Zo kan een bank niet aan het betalingsverkeer deelnemen zonder mee te doen aan dit garantiestelsel. Dat betekent dat ook een veilige depositobank met een volledige dekking van reserves bij de centrale bank moet meebetalen aan deze verzekering.

    Hervorm het depositogarantiestelsel

    De aanbeveling van de WRR om een veilige spaarbank op te richten is een stap in de goede richting, maar het idee zal niet van de grond komen zo lang de spelregels niet veranderen. De voorbereidingen voor een Europees depositogarantiestelsel bieden een mooie gelegenheid om het speelveld geschikt te maken voor veilige spaarbanken. Banken waar je veilig je geld kunt stallen en betalingen kunt doen, zonder mee te betalen aan een garantiefonds voor banken die wél financiële risico’s nemen.

    Door depositobanken een vrijstelling te geven voor het depositogarantiestelsel kun je een nieuw marktsegment bedienen van klanten die veiligheid belangrijker vinden dan rendement. Ook kan de introductie van depositobanken in heel Europa een bijdrage leveren aan de financiële stabiliteit. Het remt de kredietverlening af en dwingt kredietverlenende banken om minder risico’s te nemen. Zo valt er weer wat te kiezen voor de spaarder.

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Arnoud Boot: “Het is tijd voor een depositobank”

    Banken moeten meer speelruimte krijgen om de concurrentie met nieuwe financiële instellingen aan te kunnen, maar tegelijkertijd verwachten we dat het betalingsverkeer tussen banken altijd veilig en probleemloos verloopt. Deze twee activiteiten gaan in de praktijk echter moeilijk samen, zoals de financiële crisis van 2008 heeft laten zien. Toezichthouders hebben tal van regels bedacht om de bankensector veilig te maken, maar nog steeds is het financiële systeem volgens kenners nog steeds kwetsbaar.

    Afgelopen vrijdag presenteerde het Sustainable Finance Lab haar visie op wat de financiële sector moet doen om de risico’s beheersbaar te maken en het betalingsverkeer veilig te stellen. Om de publieke functie van banken veilig te stellen – betalingsverkeer en spaartegoeden – is het volgens de denktank aan te bevelen om een soort depositobank op te richten. Ook moet het betalingsverkeer zodanig verankerd worden dat de toezichthouder grip op het betalingsverkeer heeft.

    Arnoud Boot, hoogleraar in ondernemingsfinanciering en financiële markten aan de Universiteit van Amsterdam, zegt in Buitenhof dat de publieke functie en de ondernemingsfunctie van banken beter gescheiden moet worden en dat banken daarom anders georganiseerd moeten worden. Doen we dat niet, dan kunnen we banken niet voldoende speelruimte geven om de concurrentiestrijd aan te gaan met allerlei nieuwe financiële instellingen.

    Depositogarantiestelsel

    Binnen ons huidige systeem worden spaartegoeden tot €100.000 gegarandeerd door het depositogarantiestelsel, maar deze garantie wordt gegeven door een andere partij. Een bank denkt dat het dit geld gegarandeerd zal krijgen, met als gevolg dat er geen enkele discipline is voor banken om verantwoord met de spaartegoeden om te gaan. Wil je de publieke functie van betalen en sparen goed inrichten, dan zou je volgens Arnoud Boot ook een depositobank moeten hebben. Daarmee geef je spaarders de mogelijkheid om hun geld rechtstreeks te parkeren bij de centrale bank.

    In dit systeem worden banken volgens Arnoud Boot meer afhankelijk van lange termijn financiering en minder afhankelijk van spaartegoeden die op ieder moment weggehaald kunnen worden. Daardoor zouden banken zich weer meer kunnen richten op de langere termijn, aldus Boot. In Buitenhof een uitgebreid gesprek over de grote veranderingen in de financiële sector.

    Depositobank?

    Een paar jaar geleden werd er ook al gesproken over een depositobank, maar toen kreeg het initiatief te weinig draagvlak en was er geen mogelijkheid om onder verplichte deelname aan het depositogarantiestelsel uit te komen. De Nederlandsche Bank wilde daar geen uitzondering voor maken en verstrekte daarom geen bankvergunning. Nu staat het onderwerp opnieuw in de belangstelling.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Wim Boonstra: “We zijn op een monetaire gletsjer terechtgekomen”

    Door het opkoopprogramma van de ECB zijn we op een monetaire gletsjer terechtgekomen, die langzaam maar zeker omlaag schuift. Dat zegt Wim Boonstra, Hoogleraar Economische en Monetaire Politiek en econoom bij de Rabobank in gesprek met Paul Buitink voor Café Weltschmerz.

    Hoe langer de ECB doorgaat met stimuleren, hoe groter de problemen uiteindelijk zullen worden. Als het aan hem ligt zou de ECB direct moeten stoppen met het opkopen van staatsobligaties, omdat dit beleid een verkeerde prikkel geeft aan landen in de Eurozone.

    In dit gesprek van bijna een uur praten de heren over de definitie van geld en over ons geldsysteem dat door de eeuwen heen evolueerde van goud naar papier naar puur elektronisch geld. Dachten we vroeger bij geld aan gouden en zilveren munten, nu denken we bij geld aan munten en bankbiljetten die geen enkele intrinsieke waarde hebben.

    Evolutie van geld

    Door alle technologische innovaties zien we al bijna geen onderscheid meer tussen geld in de portemonnee en tegoeden op bankrekeningen. Daarmee vervaagt ook langzaam maar zeker de grens tussen geld dat de centrale bank in omloop brengen en de tegoeden die we op een bankrekening hebben staan. Ook roept het nieuwe vragen op ten aanzien van privacy, omdat alle elektronische betalingen ergens geregistreerd worden. Is dat iets waar we ons zorgen over moeten maken?

    Ook bespreken de heren nog een aantal actuele thema’s, zoals de dekkingsgraad van onze pensioenen, de ontwikkeling van de huizenprijzen in Nederland, het depositogarantiestelsel en de voordelen van een depositobank. Al met al een zeer interessant interview!


  • Voorlopig geen depositobank

    De initiatiefnemers van de depositobank hebben besloten voorlopig niet verder te gaan met het opzetten van de eerste zogeheten full reserve bank in Nederland. De stichting Full Reserve, die al meer dan 2.000 inschrijvingen voor deze nieuwe bank wist te verzamelen, kreeg de Nederlandsche Bank niet zo ver om een uitzondering te maken voor deelname aan het depositogarantiestelsel. Daarmee zou een belangrijk speerpunt van de depositobank, namelijk ‘sparen zonder risico’, komen te vervallen.

    Het concept van de depositobank is eigenlijk heel simpel. De bank parkeert spaartegoeden bij de ECB en biedt rekeninghouders alle gemakken zoals een betaalpas, internetbankieren, mobiel betalen en mogelijk zelfs geld opnemen uit de pinautomaten van andere banken, maar doet dat allemaal zonder ook tegelijkertijd geld uit te lenen.

    stichting-full-reserve

    Voorlopig geen depositobank

    Veilige bank

    Daarmee is de depositobank dus geen geldscheppende instantie, zoals alle andere commerciële banken die wel leningen verstrekken. En dat betekent dat een bank als de depositobank ook niet kan omvallen door een bankrun en niet in de problemen kan komen door een groot aantal slechte leningen op de balans.

    De initiatiefnemers wilden met de depositobank een doorbraak forceren en spaarders de keuze geven tussen sparen bij een meer risicovolle bank (tegen rente) of sparen bij een veilige bank (zonder rente). Spaarders zouden met dit nieuwe alternatief geprikkeld worden na te denken over risico en rendement, maar juist daar loopt het nu op vast.

    Depositiegarantiestelsel

    Het grootste obstakel van de depositobank is het depositogarantiestelsel, dat spaarders tot €100.000 garandeert als een bank omvalt. Andere banken moeten deze verliezen opvangen, wat zou betekenen dat ook de spaarders bij de ‘veilige depositobank’ zouden moeten opdraaien voor de risico’s die de omvallende bank genomen heeft. En omdat de depositobank zonder winstoogmerk opereert zou dat in de praktijk betekenen dat hun spaarders het verlies mogen opvangen van de spaarders bij de omgevallen bank.

    Door het depositogarantiestelsel op te rekken naar €100.000 voorkom je dat spaarders massaal met hun geld heen en weer gaan schuiven in tijden van crisis. Het maakt het financiële systeem dus meer schokbestendig. Maar de keerzijde van de medaille is dat het garantiestelsel iedere prikkel bij de spaarder wegneemt om een goede afweging te maken tussen risico en rendement. Het zorgt voor moreel gevaar, omdat het voor ieder individu aantrekkelijker wordt gemaakt om te sparen bij een bank die de hoogste rente oplevert, zo lang deze maar onder het garantiestelsel valt. Of de bank daar nou veel risico voor moet nemen, dat zal de meeste spaarders weinig interesseren.

    Geen uitzondering

    De Nederlandsche Bank kon naar eigen zeggen geen uitzondering maken voor de depositobank ten aanzien van de verplichte deelname aan het depositogarantiestelsel. En juist het krijgen van die ontheffing was een belangrijke stap in de oprichting van de eerste full reserve bank.

    “DNB bleef op het standpunt staan dat er binnen de huidige kaders er geen mogelijkheid was om tot een vergunning te komen. We zouden ons aan regels moeten houden die duidelijk niet voor ons waren bedoeld. En er is in die zes maanden ook niet een traject opgestart om de obstakels uit de weg te ruimen. Zo krijg je nooit innovatie”, zo verklaarde initiatiefnemer Richard van der Linde tegenover het Financieel Dagblad.

    Hoe nu verder?

    De Nederlandsche Bank heeft volgens van der Linde de bevoegdheid om binnen de huidige wet- en regelgeving een vergunning te verlenen aan de depositobank. Hij is dan ook teleurgesteld dat de centrale bank niet alle middelen gebruikt heeft om de oprichting van de full reserve bank mogelijk te maken en een ontheffing te verlenen voor het depositogarantiestelsel.

    Desondanks laat de DNB de deur op een kier staan. Martijn Pols, woordvoerder van de Nederlandsche Bank, zegt in een verklaring tegenover het Financieel Dagblad voorstander te zijn van nieuwe toetreders op de markt. Ook zei hij dat er misschien wat regels geschrapt moeten worden, omdat die niet meer uit het tijdperk 2015 komen. “Regelgeving volgt altijd de markt.”

    Lees ook:

  • Draagt depositobank bij aan stabieler geldsysteem?

    Marketupdate sprak onlangs met Paul Buitink over de depositobank, een nieuw soort bank die geen risico’s neemt met spaargeld. Bij deze bank krijg je als spaarder geen rente, maar daar staat tegenover dat je geld altijd beschikbaar is. De depositobank zal namelijk geen geld uitlenen. Daarmee wordt het de eerste full reserve bank in een financieel systeem dat vandaag de dag gedomineerd wordt door zogeheten ‘fractional reserve’ banken. Maar daarvoor moet de bank in korte tijd wel minimaal 16.000 rekeninghouders verzamelen…

    stichting-full-reserve

    Hoe is het idee van de depositobank ontstaan?

    “Vanuit een passie om bij te dragen aan een verbetering van het financiële systeem. Als je de historie en werking van dit systeem grondig bestudeert, kom je tot een aantal belangrijke conclusies. Eén daarvan is dat er voor mensen die mee willen doen aan giraal betalingsverkeer momenteel geen risicoloos alternatief bestaat, waar er vroeger wel nutsbanken waren die geen risico namen. Zo was er de Amsterdamsche Wisselbank in de 17e eeuw en in de vorige eeuw de nuts- en spaarbanken. Wij willen een soortgelijke dienst bieden.”

    Wat is de doelgroep van de depositobank?

    “Iedereen die behoefte heeft aan een veilige, girale oplossing, maar vooral de mensen die begrijpen dat we er op lange termijn allemaal baat bij hebben als er een splitsing komt tussen betalen en lenen. Risico moet weer een keuze worden.”

    Is er een minimumbedrag dat je op de rekening moet laten staan?

    "Je hebt minimaal het bedrag op je rekening nodig om de kosten ervan te dekken. Dit zal het eerste jaar €50 bedragen. Hoe meer mensen meedoen, hoe lager dit bedrag echter zal worden. Uiteindelijk zou het goed zijn als de diensten van een depositobank voor bijna niets kunnen worden aangeboden aan heel de samenleving. Met de huidige technologie is dit haalbaar."

    Is er al een indicatie van de rente die de depositobank zal doorberekenen aan spaarders?

    "Omdat we het geld van onze klanten niet uitlenen, maar enkel parkeren bij DNB zal de rente beperkt zijn tot wat DNB eventueel vergoedt. Dit wordt vervolgens doorgegeven aan de klant. Een randvoorwaarde voor ons om daadwerkelijk te starten is een afspraak met DNB dat geen negatieve rente in rekening wordt gebracht voor geld dat wij in bewaring geven. Die mogelijkheid is er."

    Om een rekening te openen bij de depositobank moet je eenmalig een machtiging geven om €50 af te schrijven. Zijn dit eenmalige opstartkosten of moeten rekeninghouders dit bedrag jaarlijks betalen?

    "Wij brengen alleen in rekening wat nodig is om de kosten te dekken omdat wij geen winstoogmerk hebben. Wij onderscheiden drie soorten kosten: éénmalige kosten, jaarlijkse vaste kosten en jaarlijkse variabele kosten per rekening. De éénmalige kosten worden apart gefinancierd door middel van een obligatielening. De rentekosten zijn onderdeel van de jaarlijkse vaste kosten. De obligatielening heeft een looptijd van 5 jaar. De jaarlijkse vaste kosten bestaan uit kosten voor o.a. personeel, IT (beveiliging) en toezicht. De variabele kosten bestaan uit kosten voor –wederom- IT en de klantenservice. Doordat een groot deel van de kosten vast is, wordt het bedrag per rekening lager wanneer het aantal rekeninghouders toeneemt. Een commerciële bank zou meer winst maken, maar Stichting Full Reserve heeft geen winstoogmerk, dus vertaalt het voordeel zich in een lagere prijs voor de rekening. Bij 16.000 rekeningen is de prijs €50. Ervan uitgaande dat de jaarlijkse vaste kosten goed door ons worden ingeschat, zal de prijs van een rekening bij 24.000 rekeningen nog maar €40 zijn. Het loont dus om meer mensen te overtuigen een rekening te openen."

    Stel dat de ECB meer negatieve rente berekent over tegoeden die banken parkeren bij de centrale bank. Worden die kosten dan ook rechtstreeks doorberekend door de depositobank?

    "Die negatieve rente is monetair beleid om groei van bestedingen door de groei van krediet te stimuleren. Een partij die geen leningen mag verstrekken, kun je daarom niet die negatieve rente opleggen. Daar moet duidelijkheid over zijn voor wij zullen overgaan tot het incasseren van de bijdrage bij onze 16.000 Oprichters. Net als overigens een ontheffing voor deelname aan het Depositogarantiestelsel. Ook daar is binnen de wet een mogelijkheid voor."

    Waarom zou je als kleine spaarder kiezen voor de depositobank als je spaargeld bij andere banken tot €100.000 gegarandeerd wordt en wél rente oplevert?

    "In tegenstelling tot de (groot)banken garanderen en bewijzen wij dat al het geld van alle spaarders altijd beschikbaar is. Je geld zal dus veiliger zijn bij ons. Verder hopen wij dat mensen in zullen zien dat ze door het opgeven van een stukje korte termijn gewin op langere termijn bijdragen aan een stabieler en eerlijker systeem. Ruim 1500 mensen hebben zich hier al over uitgesproken door Oprichter bij ons te worden."

    Het depositogarantiestelsel werkt momenteel eigenlijk in jullie nadeel. Risico heeft geen prijs meer en daarom zullen spaarders eerder kiezen voor de bank die wel rente geeft. Wat kunnen jullie tegen deze vorm van ‘moral hazard’ doen?

    "Wij proberen de bewustwording in de samenleving omtrent perverse prikkels aan te wakkeren. Dit soort interviews draagt hier aan bij. We bemerken een enorme positieve response op ons initiatief. Op lange termijn worden we er allemaal beter van door ‘moral hazards’ in het systeem af bouwen, ook al vereist dat op korte termijn soms wat pijn. Hoe eerder we hier mee beginnen, hoe minder groot een eventuele volgende crisis is."

    Wordt vermogen bij de depositobank ook belast met vermogensrendementsheffing?

    "Vooralsnog is er nog geen full reserve depositobank en is er in de Belastingwet ook geen rekening mee gehouden. De Box-3 belasting is een mooi voorbeeld van iets waar de oprichting van een depositobank impact op kan hebben. Naar ons idee zou het onlogisch zijn wanneer geld dat expliciet op een rekening wordt aangehouden waar geen rendement op kan komen, belast zou worden voor mogelijk rendement. Na oprichting van een depositobank zal dit een van de speerpunten worden van Stichting Full Reserve."

    De depositobank hoeft geen beroep te doen op het depositogarantiestelsel, maar is de bank daarmee ook vrijgesteld van een bijdrage wanneer een andere bank omvalt?

    "Om onze propositie mogelijk te maken, is het een randvoorwaarde dat DNB ons verzoek tot ontheffing van het Depositogarantiestelsel inwilligt. Wij hebben aangegeven waar wij mogelijkheden hiertoe in de wet zien en zijn momenteel in afwachting van hun inhoudelijke reactie."

    De eerste commerciële bank heeft al een negatieve spaarrente aangekondigd. Verwacht je dat meer banken dit voorbeeld zullen volgen? Hoe denk je dat het bankenlandschap er over een jaar uitziet? En over vijf jaar?

    "Zolang de centrale bank een deflatoire druk ervaart, zal het klimaat van lage of zelfs negatieve rentes aanhouden. In ieder geval hopen wij dat het banklandschap er in de toekomst gevarieerder uitziet dan nu. Wouter Koolmees van D66 heeft inmiddels een aanzet gegeven met zijn voorstel voor een ‘bank-light’ vergunning. Nieuwe, kleine banken en veilige instellingen als de onze zijn nodig voor een stabieler Eurosysteem." Wil je ook dat deze bank er komt? Klik dan hier om Oprichter te worden! Heb je nog vragen? Lees dan ook de FAQ op hun website of stuur een mailtje naar [email protected] paulOver Paul Buitink: Paul Buitink is verantwoordelijk voor de marketing van de depositobank. Hij studeerde Economie aan de Erasmus Universiteit. Aansluitend werkte hij onder meer als risk manager en analist in de financiële sector. Paul is met name bekend door zijn podcasts over monetaire ontwikkelingen en zijn events als reinvent.money en Geld voor de Toekomst.

  • Sparen zonder risico? Steun dan de depositobank

    Binnenkort gaat de publieke campagne van de depositobank van start, een revolutionaire bank waar je spaargeld geen risico loopt. Anders dan normale banken, waar spaartegoeden gebruikt worden als onderpand voor nieuwe leningen, vindt er bij de depositobank geen geldcreatie plaats. Deze nieuwe bank neemt dus geen risico’s met je spaargeld en dat betekent ook dat je als spaarder nooit aanspraak hoeft te maken op het landelijke depositogarantiestelsel.

    Je spaargeld wordt veilig geparkeerd bij de Nederlandsche Bank (DNB). Omdat de depositobank geen geld uitleent ontvang je geen rente over je spaargeld, maar betaal je jaarlijks een kleine onkostenvergoeding. Zo zorgt de bank ervoor dat je altijd bij je geld kunt en dat je gewoon kunt pinnen en internetbankieren zoals je dat gewend bent van je huidige bank.

    Veilig sparen bij de depositobank

    Met de depositobank krijgen spaarders voor het eerst de keuze. Niet langer ben je verplicht je spaargeld naar een bank te brengen die een veelvoud daarvan uitleent, maar heb je ook de optie spaargeld te bewaren bij een bank die daar niets mee doet. Daarmee wordt marktwerking gestimuleerd, want mensen kunnen voortaan zelf kiezen of ze hun geld beschikbaar willen stellen voor geldcreatie.

    Het team achter de depositobank wil een bijdrage leveren aan een meer stabiele financiële sector. Ze willen de eerste echte nutsbank van Nederland bouwen, een bank zonder winstoogmerk.

    Doe je mee?

    Ben je enthousiast geworden en wil je ook veilig bankieren? Steun dan het initiatief van de depositobank. Omdat het opzetten van deze bank geld kost willen de ontwikkelaars nu alvast zoveel mogelijk inschrijvingen verzamelen.

    Wil je dat deze bank er komt? Lever dan nu je bijdrage en schrijf je in.

    stichting-fullreserve

    De depositobank is een initiatief van Stichting Full Reserve