Tag: dsg

  • Depositogarantiestelsel wordt niet veranderd

    Afgelopen week lazen we op verschillende websites berichten dat het depositogarantiestelsel op de helling zou gaan. In plaats van maximaal €100.000 per persoon per bankrekening zouden spaarders in de toekomst nog maximaal €100.000 per persoon krijgen, terwijl andere sites schreven dat zelfs dat bedrag niet meer zeker is en dat de ECB zelfs het voorstel heeft gedaan om de bescherming van spaartegoeden via het depositogarantiestelsel op te heffen. Maar kloppen deze beweringen wel?

    Eerder deze maand bracht de ECB een document naar buiten over de herzieningen van het zogeheten ‘Union crisis management framework’, waarin wordt gesproken over de mogelijkheid om banktegoeden te blokkeren in het geval van een bankrun.

    Ook staat in het document beschreven dat rekeninghouders in dat geval maar een beperkt bedrag per dag mogen opnemen, maatregelen die we tot op heden alleen nog maar in Griekenland en op Cyprus hebben gezien. Zie de volgende passage die we in een rood blok gemarkeerd hebben.

    Financiële repressie in de Eurozone

    Deze ontwikkelingen wordt bevestigd door William Lelieveldt, woordvoerder van de Europese Centrale Bank. Hij gaf per email de volgende verklaring tegenover Marketupdate:

    De genoemde Europese instellingen zijn bezig met een herziening van het “Union crisis management framework” (zie hier) en, zoals met alle wetgeving die met financiële markten te maken heeft, geeft de ECB daarover een “legal opinion” af. Die Opinion is te vinden op de ECB website (zie hier). Het onderwerp waar nu zoveel over te doen is, gaat niet over het minder zeker maken van spaargeld tot €100.000 zoals wel wordt gesuggereerd. Het gaat over de mogelijkheid om een rem (een “moratorium”) te hebben op de uitstroom van liquiditeit zodat er tijd is voor een fatsoenlijke afwikkeling in geval van een ernstig probleem met een bank.

    De spaarder houdt gewoon recht op de volle €100.000, dus het moratorium heeft geen invloed of de bescherming van deposito’s die vallen onder het Depositogarantiestelsel. Ook de richtlijn die op dit moment geldt heeft voorzieningen voor extreme situaties. Zoals de ECB Opinion duidelijk maakt, bijvoorbeeld in artikel 5.1, “the ECB expects these far-reaching powers to be exercised only in extreme circumstances, if at all”. In 5.2 waarschuwt de ECB dat “that prolonged periods during which depositors have no access to their deposits undermine confidence in the banking system and might ultimately create risks to financial stability.”

    In zijn toelichting schrijft Lelieveldt dat het depositogarantiestelsel een zaak is voor de Europese Commissie, Raad van Ministers van de EU (in dit geval de Ecofin Raad van de ministers van Financiën) en het Europees Parlement. Deze instellingen maken de richtlijnen die vervolgens via nationale wetgeving geïmplementeerd worden. Het is dus niet zo dat de ECB hier zelf veranderingen in aan kan brengen.

    "Depositogarantiestelsel staat niet ter discussie"

    Dat wordt bevestigd door Ben Feiertag, woordvoerder bij De Nederlandsche Bank. In een verklaring tegenover Marketupdate zegt hij dat de reikwijdte van het depositogarantiestelsel niet ter discussie staat in relatie tot de berichten over de ECB. Die dekt nog steeds €100.000 per persoon per bank (niet per bankrekening). Hij voegde eraan toe dat de uitkeringstermijn van het depositogarantiestelsel in de toekomst van 20 naar 7 werkdagen teruggebracht zal worden, waardoor spaarders na faillissement van een bank eerder hun geld terugkrijgen. We deden ook navraag bij de Duitse Bundesbank en ook daar kregen we de bevestiging dat er momenteel geen plannen bekend zijn om het depositogarantiestelsel in te perken. De speculaties die we op verschillende websites lezen over het inperken van het garantiestelsel zijn dus niet waar, indien hun claims gebaseerd zijn op het document dat de ECB eerder deze maand naar buiten bracht.

    Moratorium

    Waar men zich wel terecht zorgen over maakt is het moratorium vraagstuk, de mogelijkheid om maximaal vijf dagen lang de banken te sluiten voorafgaand aan definitief faillissement of resolutie. Die maatregel is bedoeld om te voorkomen dat spaarders op grote schaal hun geld van de bank halen, waardoor het veel lastiger is om de bank af te wikkelen onder het resolutiemechanisme. Het moratorium waar de ECB in haar rapport over spreekt is overigens niet veel anders is dan de huidige bevoegdheden die we in Nederland reeds hebben onder de noodregel, zo merkt Feiertag op. Er bestond al een mogelijkheid om de banken een paar dagen te sluiten, maar daar is tot op heden nog geen gebruik van gemaakt.

    Conclusie

    De beweringen dat het depositogarantiestelsel wordt ingeperkt of zelfs volledig wordt opgeheven kunnen we op basis van de huidige informatie van de centrale autoriteiten niet verifiëren. Wanneer men het betreffende document van de ECB als bron aanhaalt voor dit soort beweringen weet je dat die beweringen onjuist zijn. Natuurlijk kunnen er in de toekomst allerlei zaken veranderen omtrent het depositogarantiestelsel, maar dat zal niet door de Europese Centrale Bank beslist worden. Daarover gaan de Europese Commissie, Raad van Ministers van de EU (in dit geval de Ecofin Raad van de ministers van Financiën) en het Europees Parlement, zoals hierboven al is aangegeven. De monetaire autoriteiten staan dus volledig achter het huidige systeem dat spaargeld tot €100.000 per persoon per bank garandeert. Maar tegelijkertijd is het ook goed te beseffen dat niet iedere garantie waargemaakt zal worden. In een extreem scenario waarin verschillende grote banken omvallen is het huidige bedrag dat banken opzij hebben gezet volstrekt onvoldoende. Daar schreven we eerder op Marketupdate al een uitgebreide analyse over. In een dergelijk scenario moet het garantiefonds geld op de kapitaalmarkt ophalen om spaarders te kunnen compenseren. Als spaarder heb je dus een redelijke zekerheid dat je geld terugkrijgt via het garantiestelsel, maar in extreme scenario's kunnen ook die garanties onder druk komen te staan. Het is daarom aan te raden je vermogen niet alleen te verspreiden over verschillende bankrekeningen, maar ook een gedeelte aan te houden in tastbare bezittingen of in verschillende beleggingen.

  • Depositogarantiestelsel is een schijnzekerheid

    Spaarders hebben er alle vertrouwen in dat hun spaargeld dankzij het depositogarantiestelsel nu veilig is, maar is dat wel terecht? Marketupdate duikt in het depositogarantiestelsel en concludeert dat het volstrekt onvoldoende is om spaarders te compenseren bij het omvallen van een grote bank.

    Het is algemeen bekend dat het depositogarantiestelsel maximaal €100.000 per persoon per bank garandeert. Valt de bank om, dan worden haar spaarders voor maximaal dit bedrag gecompenseerd. Eventuele hypotheekschulden worden in dat geval verrekend met de spaartegoeden, wat overigens niet het geval is voor andere soorten leningen bij dezelfde bank. Heb je een gezamenlijke bankrekening, dan wordt er maximaal €200.000 uitgekeerd via het garantiefonds (€100.000 per persoon).

    Deze informatie is overal op het internet te lezen, maar het heel moeilijk om terug te vinden wie er precies garant staat en waar het geld vandaan komt waarmee spaarders gecompenseerd worden. Na enig zoekwerk vonden we een paper van De Nederlandsche Bank en het Ministerie van Financiën, dat meer inzicht geeft in de exacte werking van het depositogarantiestelsel.

    Depositogarantiestelsel

    Alle banken die onder het garantiestelsel vallen moeten ieder kwartaal verplicht een bijdrage leveren aan het depositogarantiefonds. In tien jaar tijd zetten de banken in totaal een bedrag opzij dat gelijk staat aan 1% van alle gedekte spaartegoeden. Daarnaast betalen banken ieder kwartaal een risico-afhankelijke bijdrage en – indien nodig – een extra bijdrage voor het geval de spaartegoeden van de bank tussentijds zijn toegenomen.

    euro-20-billDe eerste kwartaalbijdrage van de banken aan het fonds was in juli 2012, wat betekent dat het depositogarantiefonds pas in de zomer van 2022 op volle sterkte is. Tegen die tijd ligt er een bedrag is kas waarmee ongeveer één procent van alle gedekte spaartegoeden in geval van nood gecompenseerd kan worden. De Nederlandse banken storten per jaar ongeveer € 450 miljoen in het fonds. Naar verwachting dragen de banken uiteindelijk € 3,5 tot € 4 miljard bij. De precieze omvang van de bijdrage is afhankelijk van het totale spaartegoed bij de banken.

    Het geld in het depositogarantiefonds wordt beheerd door een stichting, die tevens bepaalt waar de reserves van het fonds in belegd moeten worden. De stichting werkt hiervoor samen met de Nederlandsche Bank. Volgens de paper wordt dit vermogen naar alle waarschijnlijk belegd in staatsobligaties. Het rendement dat daarmee wordt behaald blijft in het depositogarantiefonds.

    Wat gebeurt er als een bank omvalt?

    Valt een bank om, dan moeten alle spaarders gecompenseerd worden uit het garantiefonds. Indien dat bedrag groter dan wat het garantiefonds in kas heeft, dan moeten overige banken in één keer maximaal 5% van hun eigen vermogen neerleggen. Maar als de Nederlandsche Bank van mening is dat daarmee de financiële stabiliteit in gevaar komt zal die het maximum verlagen.

    uitbetaling-garantiefonds

    Uitbetaling van spaarders onder depositogarantiestelsel (Bron: DNB)

    Is dat bedrag dan nog steeds niet toereikend, dan zal het depositogarantiefonds het resterende bedrag lenen op de kapitaalmarkt en de rente over deze lening betalen uit de kwartaalbijdrage van banken. Dit wordt verder beschreven in de volgende passage uit de paper.

    Als het dgs geactiveerd wordt en het fonds daardoor uitgeput dreigt te raken, zal de DNB, zoals hiervoor beschreven, direct een ex post bijdrage van de banken verlangen. Indien banken door de ex post bijdrage de prudentiële grens van 5% van het eigen vermogen bereiken, zal er een tekort ontstaan. Aangezien DNB een tekort om monetaire redenen niet mag financieren zal de Stichting daarom de mogelijkheid hebben om in dat geval financiering aan te trekken.

    Conclusie

    Met de herziening en uitbreiding van het depositogarantiestelsel werd voorkomen dat spaarders massaal geld van de bank zouden halen. Mede dankzij deze maatregel en dankzij het besluit om de grens in de hele eurozone gelijk te trekken naar €100.000 kwam de rust op de financiële markten weer terug. In dat opzicht is het garantiestelsel zeer succesvol gebleken. Kijken we echter onder de motorkap van het Nederlandse depositogarantiestelsel, dan kunnen we niet anders concluderen dan dat het een boterzachte garantie is.

    Sinds 2012 zetten banken ieder kwartaal wat geld opzij voor het garantiefonds, maar de bedragen zijn volstrekt onvoldoende om bezorgde spaarders gerust te stellen. Komt één van de drie grote banken in Nederland in de problemen, dan is het garantiefonds nog niet eens een doekje voor het bloeden. Andere banken moeten dan te hulp schieten, maar die zullen er in een dergelijk scenario ook niet best voor staan. Waar het uiteindelijk op zal uitdraaien is dat het depositogarantiefonds geld moet lenen om spaarders van de omgevallen bank te compenseren. De inleg van banken in het garantiefonds is dan nodig om de rente op die lening te betalen.

    We kunnen concluderen dat het depositogarantiestelsel in Nederland niet veel meer is dan een schijnzekerheid voor spaarders. Het is alsof je een paar tientjes opzij zet om een mogelijke tegenvaller van duizenden euro’s op te vangen. In ieder ongunstig scenario zal de reserve van het depositogarantiestelsel volstrekt onvoldoende blijken en ben je als spaarder overgeleverd aan de centrale bank als ‘lender of last resort’. Spaarder, wees gewaarschuwd!

    Update: In het oorspronkelijke artikel werd een verkeerd bedrag genoemd voor de totale omvang van het depositogarantiefonds. In 2024 moet er €3,5 tot €4 miljard in het fonds zitten, dat is volgens de cijfers van het CBS iets meer dan 1% van alle spaartegoeden.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.




  • Column: Objectieve media belangrijker dan ooit

    Terwijl ik deze column schrijf, zie ik op mijn andere scherm een scherp opgelopen goudkoers. Dit heeft natuurlijk te maken met de raketaanval door de VS in Syrië en de politieke spanningen die dit wereldwijd veroorzaakt. Sinds er een aantal dagen geleden in de Westerse media werd bericht dat Assad zeer waarschijnlijk verantwoordelijk is voor deze vreselijke aanval met chemische wapens, blijf ik maar nadenken over ‘waarom’ en word ik natuurlijk gegrepen door de afschuwelijke beelden van de slachtoffers en de gevolgen voor hun families.

    Waarom zou Assad – die niet dom is – terwijl de hele wereld meekijkt, chemische wapens gebruiken? De VS hebben vorige week juist aangegeven dat het verdrijven van Assad geen prioriteit meer heeft. Het regeringsleger heeft de overwinning in Aleppo bijna binnen en herovert elke dag meer grond op terroristische groeperingen.

    Kort na de bombardementen werd Assad door vrijwel alle Westerse media eensgezind als hoofdschuldige aangewezen en afgelopen nacht was daar de vergelding. Zo’n vergelding is enigszins te begrijpen, maar er dient natuurlijk geen enkele twijfel te zijn over de schuldige van de aanval. Er moeten waterdichte bewijzen geleverd worden en deze heb ik tot op heden in ieder geval nog niet gezien.

    Vanuit Rusland komt het bericht dat de door de VS uitgevoerde aanval al eerder voorbereid moet zijn, ruim voor de aanval met chemische wapens. Maar wat moet je nu geloven? In 2013 is er ook een chemische aanval uitgevoerd op de bevolking van Syrië. Ook toen werd Assad als schuldige aangewezen door het Westen. De VN heeft daarna echter na grondig onderzoek bekendgemaakt dat het toch de rebellen waren die de chemische wapens gebruikten.

    Nu wordt er zelfs door kranten gebracht dat Assad, net als in 2013, wéér chemische wapens heeft gebruikt! Zoals ik al vele malen eerder heb geschreven; het is van het allergrootste belang dat de media wereldwijd objectief verslag doen van gebeurtenissen en de situatie van alle relevante kanten bekijken én daarover berichten. Ik heb het idee dat dit momenteel niet gebeurt en dat zou in de nabije toekomst wel eens desastreuze gevolgen kunnen hebben.

    Icesave

    Nu naar een geheel ander onderwerp. Een lezer (dank!) stuurde me vorige week een erg interessant stuk. Ik heb hieronder een voor een zijn tekst overgenomen.

    Er wordt altijd gerefereerd dat er in Europa een bankgarantie stelsel is van € 100.000, maar dat is een leugen. Het Europees gerechtshof heeft in de Icesave zaak een duidelijke uitspraak gedaan dat “in geval er een situatie ontstaat dat een land zijn financiële verplichtingen ten aanzien van het garantiestelsel niet na kan komen het garantie stelsel niet nageleefd hoeft te worden”.

    In januari 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA) IJsland gelijk gegeven dat het weigerde Nederlandse en Britse rekeninghouders van Icesave te compenseren.[43] Tegen de uitspraak is geen beroep mogelijk. Volgens het Hof waren de gevolgen van de kredietcrisis voor IJsland dermate zwaar, dat het land van compensatie af kon zien.”

    Dit is een zéér belangrijk precedent. In 2008 werd het depositogarantiestelsel aangepast. In alle landen van de Eurozone werd voortaan een bedrag tot €100.000 per persoon per bank ‘gegarandeerd’ in plaats van de lagere bedragen (die per land ook nog eens verschillend waren, in Nederland lag die grens op €38.000). Een destijds zeer slimme actie van de autoriteiten, want hierdoor werd het vertrouwen hersteld en werd een halt geroepen aan het massaal verschuiven van spaartegoeden tussen banken en landen en het openen van rekeningen bij verschillende banken.

    Het was eigenlijk altijd al bekend – ook voor bovenstaande uitspraak – dat dit depositogarantiestelsel nooit zou kunnen uitbetalen bij het omvallen van één van de grotere banken in Nederland (ING, ABN AMRO en de Rabobank). Het garantiefonds bezit niet genoeg reserves en zou deze moeten aanvullen met nieuwe financiële middelen die naar rato door de Nederlandse banken zelf opgehoest moeten worden.

    Komt één van de drie grote banken in de problemen, dan hebben ook die andere twee banken dus direct een probleem. In de praktijk komt het erop neer dat bijvoorbeeld de ING een derde van het totaal van het garantiefonds zou moeten ophoesten bij een faillissement van de ING zelf. Totaal onmogelijk dus. Ook zijn de Nederlandse banken totaal met elkaar verweven, wat betekent dat een faillissement van de één ervoor zorgt dat de rest ook automatisch omvalt. Toch heeft vrijwel iedereen in Nederland het idee dat z’n spaargeld tot €100.000 wel veilig is, wat er ook gebeurt. Ik hoop dat ik u ervan overtuigd heb dat dit geenszins het geval is. Bezit geeft zorgen, zorg er goed voor!

    Sander Noordhof

    Reageren? Stuur een mail naar [email protected]

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen weekend op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].