Tag: energie

  • EU wil dominantie van de dollar in energiemarkt aanpakken

    De EU wil de dominante positie van de dollar in de energiemarkt aanpakken en heeft daarvoor een nieuwe werkgroep in het leven geroepen. Deze werkgroep van verschillende Europese energiebedrijven moet onderzoeken hoe de euro de functie van de dollar kan overnemen als handelsmunt. Ook zullen ze in kaart brengen wat de belangrijkste obstakels zijn voor een omschakeling naar de euro.

    De groep bestaat uit directeuren van grote Europese energiebedrijven. Volgens Reuters zijn onder andere OMV, Eni, Engie en Fluxys afgelopen donderdag in Brussel bij de Europese Commissie bijeenkomen. Die bijeenkomst vond plaats achter gesloten deuren en is onderdeel van een consultatieproces dat tot halverwege dit jaar loopt. Doel van deze gesprekken is om nieuwe informatie te vergaren voor een succesvolle implementatie van de euro in de energiemarkt.

    Euro als handelsmunt voor olie en gas

    In de documentatie ter voorbereiding van deze bijeenkomst staat dat Europa een belangrijke afzetmarkt is voor energie, maar dat deze markt nog steeds erg afhankelijk is van dollars. Het zijn vrijwel dezelfde woorden die Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, vorig jaar uitsprak tijdens zijn State of the Union.

    “De EU is de grootste importeur van energie ter wereld met een jaarlijkse importrekening van €300 miljard in de afgelopen vijf jaar. Ongeveer 85 procent daarvan wordt afgerekend in Amerikaanse dollars.”

    De dominante positie van de dollar op de internationale energiemarkt roept de laatste jaren internationaal steeds meer weerstand op. Zo besloot de Amerikaanse regering nieuwe sancties op te leggen aan Iran, waardoor Europese energiebedrijven gedupeerd werden. Het Franse Total stopte met het importeren van olie uit Iran, uit vrees voor Amerikaanse sancties.

    Eind vorig jaar presenteerde de Europese Commissie al een voorstel om energiecontracten in de toekomst in euro’s af te rekenen. Dat voorstel kon ook op steun van het Kremlin rekenen. De Russische minister van Economische Ontwikkeling zei in een interview met Russia Today dat het gebruik van de euro voor olie en gas een logische stap is.

    Dominante positie van de dollar

    Energiebronnen als olie en gas worden wereldwijd meestal in de Amerikaanse dollar afgerekend. Dat betekent dat betalingen via het Amerikaanse banksysteem lopen en dus onderhevig kunnen zijn aan Amerikaans sanctiebeleid. Dat was ook de reden waarom Europese energiebedrijven begin dit jaar stopten met de import van olie uit Venezuela.

    Dit conflict tussen de Verenigde Staten en Europa speelt overigens al langer. In 2014 kreeg de Franse bank BNP Paribas een boete van $9 miljard voor het verhandelen van Iraanse en Soedanese olie. Daarmee was de bank in overtreding van de Amerikaanse sancties die op dat moment van kracht waren. De bank trof een schikking om toegang tot de dollarmarkt te behouden.

    Dit artikel verscheen eerder op Geotrendlines




  • EU wil olie en gas in euro’s afrekenen

    De Europese Commissie zal deze week een nieuw voorstel presenteren om energiecontracten tussen Europese landen en met andere landen voortaan standaard in euro’s af te rekenen. Daarnaast overweegt men een nieuwe referentieprijs voor olie, die eveneens in euro’s genoteerd zal worden. Met deze maatregelen proberen Europese landen hun afhankelijkheid van de dollar te verkleinen en de rol van de euro als internationale handelsmunt te versterken.

    De Europese valuta wordt sinds 2002 in een steeds groter aantal Europese landen gebruikt, zelfs in de landen die nog een eigen munt hebben. Ondanks dat wordt import van energie in Europa nog steeds grotendeels in Amerikaanse dollars afgerekend. Eerder dit jaar sprak Jean-Claude Juncker daar nog zijn ongenoegen over uit. Hij noemde het absurd dat Europese landen 80% van hun import van olie en gas in dollars afrekenen, terwijl Europa slechts 2% van haar energie uit de Verenigde Staten haalt.

    Exorbitant privilege

    De plannen van de Europese Commissie zijn volgens Bloomberg gericht op het inperken van het ‘exorbitante privilege’ van de Amerikaanse dollar. Dat privilege houdt in dat alle landen in de wereld dollars nodig hebben voor internationale handel, terwijl de Verenigde Staten het privilege hebben dat ze zelf dollars kunnen ‘bijdrukken’. Dit privilege wordt in stand gehouden doordat olie nog steeds primair in dollars wordt afgerekend, terwijl dat één van de belangrijkste grondstoffen ter wereld is.

    Wanneer Europese landen gezamenlijk besluiten olie en gas in euro’s af te rekenen maken ze zichzelf minder afhankelijk van dollars. Een bijkomend effect is dat het voor alle landen die energie naar Europa exporteren interessanter wordt om valutareserves in euro’s aan te houden. In een conceptversie van het voorstel, dat in handen is van Bloomberg, staat de volgende passage.

    “Er is ruimte voor de euro om haar wereldwijde rol verder te ontwikkelen en haar volledige potentieel te bereiken en een weerspiegeling te geven van haar politieke, economische en financiële gewicht.”

    ‘Minder kwetsbaar voor sancties’

    In een apart document dat ook door Bloomberg werd ingezien staat nog een interessante passage. De Europese Commissie schrijft dat deze maatregelen het risico van een ‘verstoring van energieleveringen als gevolg van acties door derden’ zullen verkleinen. Met andere woorden, door olie en gas in euro’s af te rekenen verwacht men minder problemen te ondervinden van eventuele sancties die door andere landen worden opgelegd.

    De plannen van de Europese Commissie om de euro naar voren te schuiven als internationale handelsmunt sluiten aan bij de wens van verschillende Europese landen om minder afhankelijk te worden van de Verenigde Staten. In het document staat dat de EU met een jaarlijkse import van omgerekend ruim €300 miljard op jaarbasis de grootste importeur van energie ter wereld is. Worden deze leveringen in de toekomst daadwerkelijk allemaal in euro’s afgehandeld, dan zal dat een sterke impuls geven aan de internationale rol van de munt.

    “De recente extraterritoriale eenzijdige acties van derden, zoals het opnieuw opleggen van sancties aan Iran en het uitdagen van de internationale op regels gebaseerde handelspraktijken zijn een wake-up call ten aanzien van de economische en monetaire soevereiniteit van Europa.”

    Naast het promoten van de euro als valuta om olie en gas in af te rekenen wil de Europese Commissie ook het gebruik van de euro als handelsmunt voor Afrikaanse landen stimuleren.

    Dit artikel verscheen eerder op Geotrendlines




  • Amerikaans wetsvoorstel moet Europa minder afhankelijk maken van Russisch gas

    Amerikaans wetsvoorstel moet Europa minder afhankelijk maken van Russisch gas

    De Amerikaanse senatoren Chris Murphy en Ron Johnson hebben onlangs een nieuw wetsvoorstel gedaan om de Europese afhankelijkheid van energiebronnen uit Rusland terug te dringen. In de ‘European Energy Security and Diversification Act’ vragen de twee senatoren om meer financiële middelen en instrumenten om nieuwe energieprojecten in Europa op te starten.

    Volgens de twee senatoren misbruikt Rusland haar dominante positie op de energiemarkt. Ze verdenken Rusland van praktijken als omkoping, corruptie en propaganda om Westerse instituten te ondermijnen en regeringen te installeren die niet in staat zijn weerstand te bieden tegen de Russische president Poetin.

    Investering in Europese energie-infrastructuur

    Met het nieuwe wetsvoorstel doen de senatoren een beroep op de regering om $1 miljard vrij te maken voor investeringen in de energie-infrastructuur van Europa. Dat geld zal onder meer gebruikt moeten worden voor nieuwe terminals voor vloeibaar aardgas (LNG), opslagtanks en nieuwe pijpleidingen en knooppunten voor het Europese aardgasnetwerk. Daarnaast zou er $5 miljoen per jaar moeten worden uitgetrokken voor onderzoek naar de economische haalbaarheid van deze projecten.

    Dit is wat de twee senatoren zeggen over hun wetsvoorstel, de European Energy Security and Diversification Act.

    “Corruptie, omkoping, propaganda, illegale invasies – het Kremlin doet er alles aan om macht te krijgen over landen in hun periferie. We hebben terecht miljarden geïnvesteerd om de militaire verdediging in Oost-Europa te ondersteunen, maar laten we ook de even gevaarlijke implicaties van Ruslands energie-wurggreep in Europa niet vergeten. Vladimir Poetin komt met veel dingen weg, omdat Europa voor zijn energie zoveel op Rusland vertrouwt. Door onze bondgenoten te helpen bij het veiligstellen van nieuwe energiebronnen en bij te dragen aan strategisch belangrijke projecten, kunnen we Poetin’s greep op Europa verbreken en banen scheppen hier in de VS.” – Chris Murphy

    “Rusland heeft de middelen om politiek gedrag af te dwingen in landen die afhankelijk zijn van zijn energie. En ze heeft laten zien dat ze ook bereid is om dat te doen. Dits wetsvoorstel machtigt de USTDA en andere agentschappen om de VS te ondersteunen met investeringen in de particuliere sector in strategisch belangrijke energieprojecten in Midden- en Oost-Europa. Het ondersteunt de Amerikaanse veiligheidsbelangen door het bevorderen van verhoogde energiezekerheid en marktdiversificatie in Europa.” – Ron Johnson.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • De prijs van energie-onafhankelijkheid van Rusland

    Rusland is al meer dan veertig jaar de belangrijkste leverancier van aardgas voor de Europese markt. Dat betekent dat Europese landen ook erg afhankelijk zijn van Russisch gas, dat via verschillende pijpleidingen door een groot deel van Europa gedistribueerd wordt.

    De VS willen voorkomen dat Europa te afhankelijk wordt van energie uit Rusland en is daarom begonnen met de levering van vloeibaar aardgas. In juni kwam het eerste schip met Amerikaans aardgas al aan in Polen en vorige week stak het eerste Amerikaans schip met steenkool de Atlantische Oceaan over om in Oekraïne haar lading te lossen.

    Deze ontwikkelingen zijn opmerkelijk, want volgens experts is vloeibaar aardgas uit de Verenigde Staten ongeveer de helft duurder dan aardgas uit Rusland, terwijl Amerikaans steenkool inclusief de boottocht van meer dan 10.000 kilometer over de Atlantische Oceaan drie keer zo duur is als het steenkool dat Oekraïne zelf uit de regio Donbass kan halen. Een korte reportage van Vesti News over de politiek gemotiveerde transporten van kolen en gas uit de Verenigde Staten.

    Lees ook:

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Trump helpt de prijs van uranium een handje

    Trump helpt de prijs van uranium een handje

    De ramp in het Japanse Fukushima in 2011 leek de nekslag voor de uraniumindustrie. In een reactie op deze ramp besloten belangrijke partijen als Duitsland en Japan hun nucleaire plannen op te schorten met als gevolg dat de prijs in elkaar klapte.

    Een voorlopig dieptepunt werd bereikt in november 2016. Uranium kostte toen nog slechts $ 18 per pond en dat is 75% minder dan aan de vooravond van Fukushima. Sinds november is de prijs echter weer behoorlijk omhoog geschoten. Beleggers bekijken de industrie met hernieuwde interesse en een enkeling is alweer in de markt gestapt. Ze kijken voorzichtig optimistisch vooruit.

    uranium-price

    Uraniumprijs (Grafiek via Financial Times)

    Kazachstan

    Hun optimisme is gestoeld op verschillende ontwikkelingen. Kazachstan, de grootste uraniumproducent met een marktaandeel van 40%, gaat de productie beperken. De beperking bedraagt ongeveer 3% van de wereldwijde voorraden. In navolging van OPEC kiest Kazachstan voor hogere marges in plaats van een nog groter marktaandeel.

    Toen het nieuws bekend gemaakt werd, schoten de prijzen met maar liefst 10% de lucht in, evenals de koers van andere uraniumproducenten zoals het Canadese Cameco. Wat is het geval? De beperking houdt in, dat Kazachstan niet langer al zijn uranium gedachteloos op de spotmarkt dumpt voor lage prijzen. Die handelswijze had ervoor gezorgd dat nutsbedrijven voor een habbekrats daar terecht konden. Ze hadden de laatste jaren niet meer de moeite genomen om langlopende contracten af te sluiten. De nieuwe strategie heeft op menig hoofdkantoor al voor veel zweetdruppels gezorgd.

    uranium-stockpile

    Geschatte voorraden uranium (Grafiek via Financial Times)

    Productiebeperking uranium

    De productiebeperking betekent overigens niet dat er op korte termijn tekorten zullen ontstaan. Wereldwijd zijn de voorraden 688 miljoen pond groot. Dat betekent simpelweg dat de vraag echt omhoog moet, wil de huidige prijsstijging houdbaar blijven. In dit opzicht kan de nieuwe president, Donald Trump, een cruciale rol spelen. In zijn verkiezingstoespraken heeft hij bij herhaling gezegd het energiebeleid van zijn land op een nieuwe leest te schoeien. Als hij de subsidie op renewable energy geheel of gedeeltelijk schrapt, dan kan dat een impuls zijn voor kernenergie.

    Belangrijker is zijn recente tweet, dat de Verenigde Staten hun nucleair arsenaal op een hoger niveau moeten brengen. Dat ontlokte president Poetin een gelijksoortige reactie. De opmerkingen van beide heren werden goed ontvangen in het uraniumkamp. Natuurlijk hebben beide landen nog genoeg uranium op voorraad, maar het is denkbaar dat ze die willen uitbreiden of vervangen.

    Als beide landen op de markt zouden verschijnen, dan zou dat nutsbedrijven in beweging kunnen brengen om zich te verzekeren van de eigen gewenste voorraden. De nutsbedrijven staan niet bekend om hun risicovolle gedrag, eerder is het tegendeel het geval. Ze zullen snel handelend optreden als er ook maar krapte dreigt. Anders gezegd, zonder dat Poetin en Trump echt in beweging komen, kan de vraag naar uranium omhoog en in tweede instantie ook de prijs!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Groen licht voor Turkish Stream?

    De aanleg van de Turkish Stream, een gasleiding van Rusland naar Turkije, liep eind vorig jaar vertraging op door het incident met het neerschieten van een Russische gevechtsvliegtuig door het Turkse leger. Maar sinds Erdogan in juni zijn excuses aanbood lijkt er weer vaart te komen in het project. De Turkse president bracht deze week zelfs een bezoek aan zijn Russische collega in Moskou om de banden tussen beide landen weer aan te halen.

    Turkije is voor Rusland een belangrijke schakel, omdat het land op de route ligt van de gasleiding naar het zuiden van Europa. Met de Turkish Stream kan Rusland niet alleen rechtstreeks aardgas leveren aan Turkije, maar komt er via Griekenland ook een nieuwe route bij om het zuiden van Europa van energie te voorzien. Moskou wil de levering van aardgas via Oekraïne tot een minimum beperken, omdat dit land door Moskou gezien wordt als een potentieel risico voor de energievoorziening van Europa.

    Voor Turkije is er ook een goede reden om de relatie met Rusland te herstellen, want door het neerhalen van het gevechtsvliegtuig komen er veel minder toeristen uit Rusland naar de Turkse badplaatsen. Het toerisme in Turkije heeft er dus ook belang bij dat de verhoudingen tussen beide landen hersteld worden.

    Turkish_Stream

    Krijgt de Turkish Stream weer groen licht? (Afbeelding via Wikipedia)

    Turkish Stream

    De Turkish Stream wordt gezien als de meest veilige transportroute richting het zuidwesten van Europa. De pijpleiding loopt rechtstreeks van Rusland door de Zwarte Zee, om aan land te komen in het Turkse plaatsje Kıyıköy. Van daaruit kan de pijpleiding over land verlengd worden tot aan de grens met Griekenland. De pijpleiding loopt door het ‘Europese’ deel van Turkije, dat over het algemeen als zeer veilig bekend staat. Alternatieve transportroutes die vanuit het Midden-Oosten door Iran en Irak naar Turkije lopen zijn kwetsbaarder voor instabiliteit in de regio.

    Het Turkish Stream project werd in 2014 door Poetin aangekondigd als alternatief voor het oorspronkelijke ‘South Stream’ project. De South Stream kon geen doorgang vinden, omdat het op veel weerstand stuitte van de Europese Unie. De bouw van de gasleiding zou strijdig zijn met de Europese afspraken om minder afhankelijk te worden van energie uit Rusland. Deze afspraken worden overigens al genegeerd door verschillende Europese energiebedrijven, die samen met Gazprom bouwen aan de Nord Stream 2 gasleiding.

    Lees ook:


  • Boekbespreking: 100 % Hernieuwbare energie, het kan

    Nu ook wij, Nederlanders, dikwijls worden getroffen door heftig weer en de bijbehorende wateroverlast, wordt voor velen zichtbaar dat het klimaatprobleem inderdaad een probleem is. Als de overlast zich aandient, zijn de primaire reacties gericht op het vinden van praktische oplossingen, zoals nu voor al dat water. Opnieuw manifesteert zich de vindingrijkheid van al die mensen die met weer en water al langer van doen hebben. De oplossingen vliegen ons om de oren: verhoog de dijken, haal tegels uit de tuin, maak sloten schoon, verhoog dorpels, creëer wateropslagplaatsen, denk eens aan een regenton, om maar eens wat te noemen.

    our-renewable-future-coverAllemaal mooi en aardig. Tegelijkertijd gaan steeds meer stemmen op om nu eens serieus te beginnen met de aanpak van het klimaatprobleem. Het valt op dat de weervrouwen en -mannen van de verschillende tv-nieuwsrubrieken die link leggen en er regelmatig op wijzen dat onze nabije toekomst wat weer aangaat nog heftiger, en natter en droger gaat worden. Althans, bij ongewijzigd beleid, zou ik zeggen. Want wat steeds ook duidelijker wordt is dat zo’n ongrijpbaar lijkend probleem als de temperatuurstijging inderdaad aan te pakken en dus ook maakbaar is. Terecht is dat op de grote klimaatconferentie in Parijs nog eens bevestigd, de doem van een opwarming boven de 2 graden is vermijdbaar. Als wij maar de nodige maatregelen nemen.

    Onder de twee graden temperatuurstijging

    En als het daarom gaat, dus om die maatregelen, is er een prima presentatie verschenen van alles wat ons te doen staat of zou kunnen worden gedaan. Deze is samengesteld door Richard Heinberg en David Fridley, getiteld: Our Renewable Future – Laying the Path for One Hundred Percent Clean Energy (Washington DC, Island Press 2016). In dit boek stellen zij zich de vraag of en hoe op afzienbare termijn een transitie kan plaatsvinden richting een wereldsamenleving gevoed door volledig hernieuwbare energie, dusdanig dat een stijging van de gemiddelde temperatuur boven de 2 graden wordt voorkomen. Hun mijns inziens belangrijkste conclusie is dat dat niet kan zonder diepgaande wijzigingen in de manier waarop de samenleving economisch functioneert. Het zal gaan om meer dan het vervangen van op fossielen gebaseerde energie door hernieuwbare bronnen, de samenleving zal moeten veranderen.

    Hun vertrekpunt en de omvang van de taakstelling wordt geïllustreerd door de volgende grafiek. Die laat zien dat de fossiele energiebronnen (kolen, olie, gas) de energievoorziening nog steeds zwaar domineren.

    renewable-energy

    Afhankelijkheid van fossiele brandstoffen is nog steeds groot

    Naar landen en groepen van landen uitgesplitst blijkt dat eigenlijk maar één land de taakstelling van volledig hernieuwbare energie haalt, althans als het gaat om de elektriciteitsvoorziening, namelijk Noorwegen. Daar wordt 98% van de gebruikte elektriciteit gehaald uit hernieuwbare bronnen. De wereld als geheel zit op 22,5%, de Europese Unie op 28%. En opnieuw blijkt dat Nederland het slecht doet, zo’n 12%, zelfs slechter dan landen als China, Rusland en de VS. Zie de tweede grafiek.

    minder-vraag-energie

    Welke landen hebben de meest duurzame energievoorziening?

    Minder vraag naar energie

    Hoe ziet die taakstelling eruit? Wat moet er concreet gebeuren? Een belangrijk punt is dat het onmogelijk wordt om het huidige en op dit moment verwachte toekomstige energieverbruik volledig hernieuwbaar te maken. Dat is volgens de auteurs onmogelijk. Tegelijkertijd blijft hun uitgangspunt dat alle fossiele energie uitgebannen moet worden. Dat overigens niet alleen vanwege klimaat gerelateerde overwegingen, ook omdat het kostbaarder wordt om fossiele bronnen aan te boren: die zijn van slechtere kwaliteit en bovendien moeilijker toegankelijk, zie bijvoorbeeld schaliegas en olie uit teerzanden, of wingebieden dicht bij de Noordpool. Fossiele brandstoffen worden domweg te duur.

    Hun conclusie is dat de doelstelling van 100% slechts gehaald kan worden als de totale vraag naar energie vermindert. En daarmee komen zij op een van de meest gevoelige economische onderwerpen. Immers, op dit moment heerst de gedachte dat mensen en bedrijven en overheden meer moeten gaan consumeren, anders stokt de economische groei. Dat kan niet meer, aldus de auteurs, wil de mensheid overleven. Er zal wat de consumptie betreft gekrompen moeten worden. In dit verband verwijzen zij naar de Degrowth discussie, zie mijn bespreking van het boek Ontgroei.




    Een andere samenleving

    Dit is maar één van de vele voorbeelden die de auteurs aandragen om hun argument te ondersteunen dat vergroening een andere samenleving veronderstelt. Bijvoorbeeld is tekenend voor hun opvatting dat de op dit moment dominerende manier van berekenen van de afschrijving van producten (inclusief gebouwen en installaties) moet worden losgelaten. Afschrijvingen worden nu bepaald op gronden van economische verdienbaarheid, of door iets subjectiefs als modegevoeligheid. Maar meestal kunnen die producten technisch gezien veel langer mee, en dat zal vanaf nu ook moeten, is hun betoog. Het doet denken aan het onderzoek dat hierover sinds jaar en dag wordt verricht door de hier in Nederland nauwelijks, maar in Latijns Amerika breed, bekende onderzoeker Wim Dierckxsens die de onoplosbaarheid van de kapitalistische crisis mede uit het conflict tussen technische en ‘economische’ afschrijving verklaart. Een ander voorbeeld is dat zij bepleiten om de winning en aanwending van de fossiele energiebronnen niet aan de markt over te laten. Nog één voorbeeld uit de vele door hen genoemde: mobiliteit zal flink moeten worden ingeperkt, o.a. omdat met name het luchtvervoer niet echt te vergroenen is. Luchtvaart zal dan ook slechts mogen plaatsvinden als dat strikt noodzakelijk is. Dat doet denken aan al die toeristische reizen naar verre landen die voor Nederlanders heel gewoon zijn geworden. Dat kan dus niet meer. Heinberg en Fridley vatten op dit punt hun betoog samen met de constatering: "Rather than a consumer economy, this will be a conserver economy". Zij bepleiten ook een hernieuwde discussie over bevolkingsgroei. Population growth makes everything harder is hun constatering. Hoe dat aan te pakken? Het gaat volgens hen om een drastische keuze. Laten wij het aan de natuur over om met overbevolking af te rekenen? Of kiezen wij voor een humane strategie waaronder het bevorderen van family planning, overtuigingswerk, het verhogen van het onderwijsniveau van vrouwen, en volledige controle van vrouwen over hun reproductieve rechten. Mij valt daarbij op dat zij het meest effectieve middel voor geboortebeperking niet noemen, namelijk het verhogen van het welzijn en de sociale zekerheid van de armen.

    Deglobalisering

    Hoe dat andere economische denken in meer abstracte termen eruit zou moeten zien, dat wordt door hen niet verder uitgewerkt. Maar al lezende blijkt dat denken steeds duidelijker en onvermijdelijk, en komt overeen met het denken van auteurs uit o.a. het al eerder genoemde Degrowth circuit. Daarbij zitten ook elementen van deglobalisering en regionalisering. Veel producties zullen weer teruggehaald moeten worden naar de lokale of regionale eenheden. Dat doet denken aan de campagnes van Milieudefensie in Nederland om veeteelt te regionaliseren. Dat betekent o.a. dat dan geen veevoer meer geïmporteerd zal worden uit Latijns-Amerika en andere landen overzee, en dat melk en andere producten worden afgezet in de eigen regio. Alles bijeen genomen betekent hun programma, want zo kun je dat wel noemen, dat er nu echt beleid ontwikkeld moeten worden met een beperkende en bepalende overheid. Hoe die overheid er dan uit moet zien, en hoe dat te verbinden aan principes als democratie, particuliere eigendom en vrijheid van ondernemen, dat wordt door hen niet verder uitgewerkt.

    The “Easy” Stuff

    Dat maakt dit boek niet minder nuttig. De meest interessante bijdrage wordt geleverd door een originele manier van structurering van de te ontwikkelen beleidslijnen en te nemen maatregelen. Zij onderscheiden drie niveaus van aanpak. Het eerste niveau noemen zij The “Easy” Stuff, het laaghangend fruit zouden wij zeggen. Daaronder valt de elektrificatie van de samenleving. Want de hernieuwbare energiebronnen brengen alleen elektriciteit voort. Zij noemen als voorbeelden: de verwarming van gebouwen, dus niet meer op basis van olie, gas en kolen, en de volledige overgang op elektrische vervoermiddelen. Ook moet gekeken worden naar een zo efficiënt mogelijk gebruik van elektriciteit. Slechts 20% van op dit moment gebruikte energie is in de vorm van elektriciteit. Dus moet 80% vervangen worden door elektriciteit. Veel kan gerealiseerd worden door de landbouw en veeteelt volledig biologisch te maken. Hun standpunt wordt ondersteund door recent onderzoek dat laat zien dat biologische landbouw effectiever is dan de gangbare, zeker als alle kosten en opbrengsten worden meegerekend. En ook dat die biologische aanpak in staat is de wereldbevolking te voeden. Terzijde, mij valt op dat in Nederland de inkomens van veel agrariërs sterk onder druk staan, maar dat de biologische boeren juist meer zijn gaan verdienen. Bovendien gaat door de gangbare landbouw de kwaliteit van de grond achteruit, in tegenstelling tot de biologische aanpak. Heinberg en Fridley schatten dat als op al deze “easy” gebieden serieus beleid wordt gevoerd de koolstof emissies in tien à twintig jaar met minstens 40 % kunnen worden teruggebracht. Misschien een nogal optimistische inschatting, zo “easy” zijn de voorgestelde maatregelen niet.

    The Harder Stuff

    Het tweede niveau wordt door hen The Harder Stuff genoemd. Dat omvat allerlei maatregelen die nog dieper zullen ingrijpen in ons doen en laten. Bijvoorbeeld: drastisch terugbrengen van het autogebruik, meer en beter openbaar vervoer en meer fietsen en lopen, verdichting van de bebouwing van steden en voorsteden waardoor de behoefte aan vervoer afneemt; ontwikkeling van opslagmogelijkheden van energie; en vrachtvervoer via railverbindingen. Ook zal het nodig zijn dat het gebruik van energie meer zal plaatsvinden op momenten van zon en wind. Scheepvaart kan meer gebruik maken van zeilen. En zeker ook zal het gebruik van fossiele bronnen, voornamelijk olie, voor de productie van plastics en andere artikelen (als verf, asfalt, smeerolie) moeten worden verminderd via hergebruik en consuminderen. En als dan tegelijkertijd flink geïnvesteerd wordt in zonnepanelen en windmolens, dan kan de uitstoot van CO2 verminderd worden met wel 80%.

    The Really Hard Stuff

    En dan The Really Hard Stuff. Want er moet nog zo’n 20 % van het huidige gebruik van fossiele bronnen vervangen worden door hernieuwbare bronnen. Dat zal nog meer tijd, onderzoek en investeringen vergen. En ook gedragswijzigingen. De productie van beton, bijvoorbeeld zal nu geheel met elektrische energie moeten plaatsvinden. Dat vereist een andere manier van produceren. En de stopzetting van gebruik van fossiele brandstoffen in de landbouw betekent een drastische verandering van de wijze van voortbrenging, verpakking en transport. Het zal gaan om omvangrijke investeringen. Wie moet dat betalen? Zij verwijzen naar het principe van de Greenhouse Development Rights. Enerzijds op grond van de hoofdelijke bijdragen aan de opwarming tot nu toe van landen: Hoe hoger die bijdragen, des te meer betalen per hoofd van de bevolking. Anderzijds op grond van de capacity to act: Wie kan betalen. Dat het niet gemakkelijk is om op deze gronden te komen tot een duidelijke verdeling van de financiële verplichtingen is tijdens de conferentie van Parijs opnieuw gebleken. Overigens, als het gaat om de eerste grond, dus de historische bijdrage per capita van landen aan de opwarming van de aarde, dan is de derde grafiek illustratief. Volgens deze gegevens heeft het Verenigd Koninkrijk per hoofd van de bevolking de zwaarste bijdrage aan de opwarming geleverd en moet dus ook de relatief grootste financiële bijdrage leveren. India daarentegen de laagste, zij het dat India volgens deze redenering en vanwege de grote bevolkingsomvang in absolute zin misschien wel een financiële bijdrage moet leveren vergelijkbaar met het VK. Naast deze op landen gebaseerde verdeling van de lasten bepleiten Heinberg en Fridley ook om binnen landen een verdeling toe te passen op grond van inkomen en vermogen. De rijken van deze wereld dragen door hun levensstijl en energieverbruik immers meer bij aan de opwarming dan de armen.

    opwarming-aarde

    Welke landen leveren de grootste bijdrage aan klimaatverandering?

    Realistisch?

    De taken zijn enorm, de implicaties verstrekkend voor onze manieren van leven. Is er enige kans dit allemaal te realiseren? Terecht wijzen Heinberg en Fridley er op dat je kunt discussiëren over de realiseerbaarheid van onderdelen van hun programma. Maar hun pleidooi is vooral om nu eindelijk realistisch te worden en onder ogen te zien dat de mensheid linksom of rechtsom voor diepgaande veranderingen staat, veranderingen die alleen maar door diezelfde mensheid tot stand kunnen worden gebracht. Het is te doen, willen zij zeggen, het ontbreekt slechts aan de wil en de macht om eindelijk een serieus begin te maken. Lou Keune Heinberg is in Nederland bekend geworden door zijn boek Einde aan de groei - Ons aanpassen aan de nieuwe economische realiteit, zie mijn bespreking https://www.globalinfo.nl/Recensies-enzo/richard-heinberg-einde-aan-de-groei 

  • Klassieke energiecentrales zijn al bijna overbodig

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Het is alweer enkele jaren geleden, dat de Duitse kanselier Angela Merkel de aanzet gaf tot de zogeheten Energiewende. Het moest nagenoeg onmiddellijk uit zijn met elektriciteitscentrales die op kernenergie draaiden en ergens tussen 2030 -2050 moest alle energie opgewekt worden uit hernieuwbare bronnen, zoals zon en wind. Het is haar op heel veel kritiek komen staan en die kritiek houdt nog steeds aan. Zo zouden de kosten voor de wende, zeker voor de consument heel hoog zijn. Een tweede veelgehoorde bezwaar is, dat hernieuwbare energie alleen maar concurrerend is dankzij gulle subsidiestromen. In de ogen van veel critici is daarmee het idee van concurrerende hernieuwbare energie een idee fixe.

    Het ziet er naar uit dat de critici ongelijk hebben als we tenminste de analyse van de Bloomberg New Energy Finance (BNEF) mogen geloven. Die stelt vast dat windenergie in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk de goedkoopste manier is om elektriciteit op te wekken. Daarmee zouden beide landen koploper in de wereld, maar ook elders gaan ontwikkelingen plotsklaps heel snel. Daardoor zou het zomaar kunnen dat de rol van de klassieke, kolen- of gasgestookte centrales eerder uitgespeeld is dan tot nu toe voor mogelijk werd gehouden.

    energiecentraleBNEF is vooral onder de indruk van de snelle ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Bij de beoordeling daarvan stelt het begrip capacity factor centraal. Daarmee bedoelen de Amerikanen het percentage van het maximale potentieel dat mogelijk is in de loop van de tijd. Bijvoorbeeld, de zon schijnt niet dag en nacht en de intensiteit van de straling varieert ook nog een per dag, per week of per seizoen. Een Solar project kan op de mooiste momenten van de dag 100 megawatt opwekken, maar gemiddeld over een jaar slechts 20 megawatt. Dan is de capaciteitsfactor 20%. Het is tot nu toe onmiskenbaar de kracht van de klassieke centrales, dat ze een hoge en voorspelbare capaciteitsfactor hebben. In de VS heeft de gemiddelde gas gestookte centrale een capaciteitsfactor van 70% van zijn optimale potentieel. Maar dat alles is aan het veranderen. Het voordeel van hernieuwbare bronnen als wind en zon is, dat de marginale kosten voor de productie van elektriciteit nagenoeg nul zijn. Voor de klassieke centrales is dat zeker niet het geval. Elke nieuwe megawatt vraagt om nieuwe brandstof.

    coal-oil-solar-relation

    Volgens Bloomberg is nu een zichzelf versterkende cyclus aan het ontstaan. Naarmate er meer hernieuwbare bronnen worden geïnstalleerd, daalt het gebruik van de klassieke centrales. Naarmate er minder kolen en gas gebruikt worden, stijgt de prijs van de geproduceerde elektriciteit. Als die kosten blijven stijgen, dan neemt de vraag naar hernieuwbare energie vanzelf toe. De verandering in de capacity factor is om twee redenen belangrijk. Nu de hernieuwbare bronnen competitief worden als het kosten gaat, kunnen ze rechtstreeks de concurrentie aan met de klassieke centrales. Daardoor is een daling van de benuttingsgraad van de klassieke centrales onvermijdelijk. Dat gegeven gaat uiteraard doorwegen bij de besluitvorming om al dan niet klassieke centrales te bouwen. Dat zijn hele kostbare beslissingen met een looptijd van vele decennia. Wie nu beslist een klassieke centrale te bouwen, moet er zich terdege van bewust zijn, dat de centrale in de loop van de tijd minder en minder gebruikt zal worden! Daardoor stijgen de kosten en neemt de winst alleen maar af! capacity-factors-energy

    Trend in capacity factors

    Bloomberg New Energy Finance stelt vast, dat in de VS elektriciteit met windenergie opgewekt nu het goedkoopst is. Het kan echter nog niet zonder subsidie. De ontwikkeling van zonne-energie blijft hierbij achter, maar ook hier dalen de kosten snel. Dat geldt vooral voor de financieringskosten van nieuwe projecten. Volgens BNEF zijn de ontwikkelingen in de VS exemplarisch voor de rest van de wereld. Overal stijgen de kosten voor de klassieke centrale en dalen die voor de hernieuwbare bronnen!

    solar-costprice

    Kosten zonne-energie blijven dalen

    De ontwikkelingen op het gebied van renewable energy mogen een belegger niet koud laten. Het is nu al minder aantrekkelijk om in bedrijven als RWE en E.On te beleggen. Die hebben heel veel last van de Energiewende in Duitsland. Tegelijkertijd dienen zich alternatieven aan. Beurshalte zal u hiervan in kennis stellen. Als u niets wil missen, moet u misschien maar lid worden!

    Cor Wijtvliet Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!