Vorige week publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) een uitvoering rapport over de werking van ons geldsysteem. Aanleiding voor dit rapport was burgerinitiatief ‘Ons Geld’, dat het onderwerp van geldschepping op de maatschappelijke en politieke agenda wist te zetten. Hun voorstel om geldschepping in publieke handen te brengen verzamelde 120.000 handtekeningen. Daarop volgde een Kamerdebat en een verzoek aan de WRR om ons huidige geldsysteem tegen het licht te houden.
Ook in de samenleving wist burgerinitiatief ‘Ons Geld’ het onderwerp in de kijker te zetten. Denk bijvoorbeeld aan de succesvolle theatervoorstelling ‘Door de bank genomen’ op initiatief van George van Houts. Deze voorstelling, die de scheve machtsverhouding tussen bank en burger in beeld bracht, trok meer dan 90.000 bezoekers.
Hoe kunnen we ons geldsysteem duurzamer maken?
Een kleine vier jaar na de première van deze voorstelling komt de raad met aanbevelingen over hoe we het geldsysteem duurzamer kunnen maken. Het driehonderd pagina’s dikke rapport beschrijft in hoofdlijnen de werking van ons op krediet gebaseerde geldsysteem. Ook legt het uit hoe ons geldsysteem door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen stap voor stap geëvolueerd is.
Het gaat te ver om de volledige inhoud van het rapport hier te bespreken, maar de aanbevelingen zijn zeker interessant te noemen. Een van die aanbevelingen is dat er meer diversiteit in de financiële sector moet komen, zodat de burger echt wat te kiezen heeft.
De afgelopen decennia zijn er door verschillende fusies en overnames steeds minder banken overgebleven, met als resultaat dat de drie grootste banken inmiddels een marktaandeel van 75% vertegenwoordigen. Traditionele spaarbanken zijn verdwenen of volledig opgegaan in de drie grote banken, die qua structuur erg veel op elkaar lijken. Daardoor heb je als consument niet veel keuze meer.
Een bijkomend probleem van de machtsconcentratie in de bankensector is dat de banken erg groot zijn geworden ten opzichte van de economie. Daardoor is er een scheve machtsverhouding ontstaan. Komt een bank als de Rabobank, ING of ABN Amro in de problemen, dan zal de overheid moeten ingrijpen om een bankencrisis te voorkomen.
Tijd voor een depositobank?
Om daadwerkelijk meer diversiteit in de financiële sector te brengen zou er volgens de WRR een nieuw, publiek verankerd, alternatief moeten komen voor de gevestigde banken. Een soort depositobank, die zich alleen met sparen en betalen bezighoudt. Een dergelijke bank, die volledig gedekt wordt door reserves bij de centrale bank, zou spaarders kunnen aanspreken die minder risico willen lopen. De aanwezigheid van een dergelijk alternatief een disciplinerende werking hebben op andere banken en hun dominante positie verkleinen, zo concludeert de WRR.
Het idee van een depositobank is de laatste jaren al uitvoerig besproken, maar de Europese wetgeving vormt nog altijd een obstakel. Sinds de financiële crisis van 2008 hebben de landen van het Eurosysteem verschillende afspraken gemaakt over harmonisering van het depositogarantiestelsel. Zo kan een bank niet aan het betalingsverkeer deelnemen zonder mee te doen aan dit garantiestelsel. Dat betekent dat ook een veilige depositobank met een volledige dekking van reserves bij de centrale bank moet meebetalen aan deze verzekering.
Hervorm het depositogarantiestelsel
De aanbeveling van de WRR om een veilige spaarbank op te richten is een stap in de goede richting, maar het idee zal niet van de grond komen zo lang de spelregels niet veranderen. De voorbereidingen voor een Europees depositogarantiestelsel bieden een mooie gelegenheid om het speelveld geschikt te maken voor veilige spaarbanken. Banken waar je veilig je geld kunt stallen en betalingen kunt doen, zonder mee te betalen aan een garantiefonds voor banken die wél financiële risico’s nemen.
Door depositobanken een vrijstelling te geven voor het depositogarantiestelsel kun je een nieuw marktsegment bedienen van klanten die veiligheid belangrijker vinden dan rendement. Ook kan de introductie van depositobanken in heel Europa een bijdrage leveren aan de financiële stabiliteit. Het remt de kredietverlening af en dwingt kredietverlenende banken om minder risico’s te nemen. Zo valt er weer wat te kiezen voor de spaarder.
Vorige week publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) haar langverwachte rapport over geldschepping. In het rapport werden verschillende adviezen aangereikt om het geldsysteem robuuster te maken. Een van de aanbevelingen van de denktank is de oprichting van een soort depositobank om de financiële sector meer diversiteit te geven. Een ander voorstel is om de fiscale stimulering van schuld te verminderen om de kredietverlening te beteugelen.
De aanbevelingen zijn nuttig, maar leverden niet de uitkomst op waar het burgerinitiatief Ons Geld op had gehoopt. Het idee om het geldstelsel radicaal om te gooien en de functie van geldschepping weg te halen bij commerciële banken werd wel besproken, maar niet serieus overwogen. De WRR noemt deze aanpassing te ingrijpend en te risicovol in een geglobaliseerde wereldeconomie. Niels Verduijn van Ons Geld schreef een reflectie op het rapport over geldschepping. Deze kunnen we nu alvast op Marketupdate publiceren.
Het WRR-rapport over geldschepping: een overwinning voor Ons Geld?
Donderdag 17 januari jl. was het dan eindelijk zover. Na bijna drie jaar onderzoek mochten we dan eindelijk het WRR-rapport over geldschepping in handen nemen. Onze verwachtingen waren niet hooggespannen. Iets wat in sommige opzichten maar goed is ook. De hoofdconclusie van het rapport is terughoudend en in die zin teleurstellend. Is er dan alleen maar teleurstelling? Zeker niet!
De probleemanalyse
Allereerst de probleemanalyse. De WRR erkent dat er in het huidige geldstelsel sprake is van ontspoorde private geldschepping als gevolg van een onbalans tussen publieke en private belangen. Daarmee sluit het aan op de probleemstelling die burgerinitiatief Ons Geld in Den Haag aan de orde heeft gesteld. Daarnaast erkent de WRR dat de uitleg van monetair beleid in introductieboeken economie niet klopt en dat de financiële sector, geld en schuld in het verleden in macro-economische modellen geen rol speelden. Iets waar Ons Geld in het verleden ook meerdere keren op gewezen heeft.
There is no alternative! Of toch wel?
Dat er op grote lijnen consensus is over het probleem is mooi, maar het zou veel mooier zijn indien er ook consensus is over de oplossing. Die is er slechts deels (hierover meer verderop in dit artikel). De WRR pleit namelijk niet voor een volledige overstap naar het geldsysteem zoals Ons Geld beoogt. Waar het rapport wel in slaagt is het doorbreken van het TINA-principe (there is no alternative; lees = er is geen alternatief mogelijk voor het huidige systeem). Een paar jaar geleden werden onze voorstellen door de gevestigde orde weggezet als ‘onzin’ en riepen bankierseconomen van de daken dat ‘schuldvrij’ geld niet bestaat. De onderzoekers van de WRR hebben geen last van dit soort vooringenomenheid. Het rapport beschrijft op een heldere manier hoe de hervormingsvoorstellen eruit zien en stelt net als Ons Geld dat geld niet per definitie schuld is (alhoewel geld ten allen tijden wel een claim is op de huidige en toekomstige productie). Ook benadrukken de onderzoekers dat het alternatief als inspiratiebron kan dienen voor hervormingen. Oftewel, wie het rapport op haar inhoud wil beoordelen dient zich niet blind te staren op de aanbevelingen!
Evenwichtig en eerlijk rapport
De evenwichtigheid van het rapport valt snel op . Zo begint het rapport met een eerlijke beschouwing van ons huidige geldstelsel. De onderzoekers stellen bijvoorbeeld dat er wel remmen zitten op de geldschepping, maar dat er van een begrenzing geen sprake is. En ook de extra financiële regelgeving en toezicht die na de crisis zijn ingesteld worden niet mooier gemaakt dan ze in werkelijkheid zijn. Hetzelfde geldt voor de analyse van het voorgestelde alternatieve geldsysteem. Dit gedeelte van het rapport is in feite een aaneenschakeling van hoor en wederhoor tussen voor- en tegenstanders en een aardige samenvatting van het gelddebat zoals deze de afgelopen jaren is gevoerd.
Het gelddebat gaat door!
Oke, leuk dat er consensus is over de probleemanalyse en dat men een objectieve vergelijking heeft gemaakt tussen beide geldsystemen, maar staan er ook aanbevelingen in waar de voorstanders van een alternatief geldsysteem iets aan hebben? Zeer zeker!
Digitale kluis: Stichting Ons Geld pleit voor een aantal geldhervormingen. Eén daarvan is het invoeren van een digitale kluis waar je je geld kunt bewaren zonder gedwongen te zijn het uit te lenen (aan een bank) en waarmee je op een snelle, veilige, goedkope (gratis?) en (semi)anonieme manier betalingen kunt doen1. Voor Ons Geld is het dan ook een enorme overwinning dat dit in lijn ligt met één van de aanbevelingen van het WRR-rapport. Hoera!
De WRR staat hier overigens niet alleen in 2 3 4 5. De invoering van een digitale kluis zou er ook voor zorgen dat het ideaal van stichting Ons Geld binnen handbereik komt, aangezien men daarmee deels de relevante IT bouwt voor een transitie naar een publiek geldsysteem. Dit kan weer een doorslaggevende rol spelen wanneer beleidsmakers in de (nabije) toekomst weer geconfronteerd worden met een financiële crisis en op zoek moeten naar nieuwe (verdergaande) oplossingen.
Mocht de digitale kluis daadwerkelijk (weer) op de politieke agenda komen te staan, dan is het voor het verloop van de maatschappelijke discussie cruciaal om te begrijpen dat de crux van een digitale kluis niet zit in publiek of privaat (wat als gevolg kan hebben dat ideologie de boventoon gaat voeren in het debat), maar dat er geen kredieten worden verstrek. De WRR stelt dat een veilige haven een disciplinerende werking zal hebben op de geldschepping door commerciële banken. Ons Geld benadrukt dat dit zeker het geval is indien dit gepaard gaat met het afschaffen van staatsgaranties aan private banken.2
De Commissie de Wit bepleitte in 2010 al voor scheidingsmaatregelen. Maar ondanks alle maatschappelijke en politieke debatten die hierover zijn gevoerd is hier niks van terecht gekomen. Oftewel, als we de digitale kluis willen realiseren, dan is er naast debat wellicht ook (een ludieke) actie nodig (meer informatie volgt nog!).
Helikoptergeld: Volgens de WRR is het nog maar de vraag of we de huidige problemen van het geldstelsel kunnen oplossen met de bestaande antwoorden. Bovendien hebben centrale banken alle instrumenten reeds ingezet. Daarom adviseert de WRR om nu de alternatieven te verkennen die nodig zijn of ter tafel kunnen komen bij een volgende financiële crisis:
Ook zegt de WRR dat er ‘extra inspanningen’ nodig zijn om de overmatige schuldgroei te temmen, aangezien zowel de publieke als private schulden sinds het uitbreken van de financiële crisis enkel zijn toegenomen. In dit licht is het interessant dat de WRR ‘helikoptergeld’ (ook wel people’s QE genoemd) als één van de maatregelen noemt die mogelijk ter tafel kan komen wanneer een nieuwe financiële crisis zich aandient. Iets waar Ons Geld in het verleden ook aandacht aan heeft besteed.
Stichting Ons Geld is niet perse voor of tegen de inzet van helikoptergeld (los van het feit dat je dit op tal van manieren kunt inzetten). Wel zijn we van mening dat als beleidsmakers vast blijven houden aan de huidige koers, de kans inderdaad bestaat dat de helikoptergeldkaart getrokken zal moeten worden en dat dit alleen daarom al de nodige aandacht en uitwerkingsmogelijkheden verdient. Tevens zou het ook een middel kunnen zijn om de publieke en private schulden naar een behapbaar niveau terug te dringen binnen het huidige geldstelsel:
Hoe nu verder?
Het Kamerdebat over geldschepping kreeg drie jaar geleden niet veel aandacht in de landelijke pers. Dit in tegenstelling tot de verschijning van het WRR-rapport (wat een gevolg is van dit Kamerdebat) waar de media wel massaal bovenop is gesprongen. Hier is Ons Geld natuurlijk enorm blij mee. Het onderwerp is nu echt gelegitimeerd. De politiek is nu aan zet. De regering zal binnen drie maanden met een kabinetsreactie komen. Uiteraard houden wij de vinger aan de pols en zullen wij onze vervolgstrategie zo snel mogelijk kenbaar maken. Ook hier hebben we uw hulp hard bij nodig. Blijf ons dus steunen of schrijf u net als ruim 120.000 anderen in voor onze nieuwsbrief en haak aan bij de geld(r)evolutie!
Klik hier om het WRR-rapport over geldschepping te lezen.
Klik hier om onze reactie op het rapport te lezen.
Mensen krijgen de mogelijkheid om de door commerciële banken geschapen euro-tegoeden over te boeken naar een digitaal grootboek. Dit digitale grootboek fungeert als een kadaster waarin we enkel bijhouden wie wat bezit. Betalingen hoeven dan niet via het Clearing & Settlement Mechanisme plaats te vinden. Een digitale kluis zou eventueel ook uit de algemene belastingen kunnen worden gefinancierd, en dus kosteloos aangeboden (maar dat is een politieke afweging).
Niels Verduijn speurt zeer gedreven het internet af op zoek naar alles wat te maken heeft met het geldscheppingsproces en het geldstelsel. Beheert het Facebook-account van Ons Geld. Sinds 2013 bij de oprichting van Stichting Ons Geld betrokken.
De aanhoudend lage rente en voortdurende inflatie doen spaarders omzien naar alternatieven. Van de bank naar de oude sok?
Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 hebben centrale banken de rente drastisch verlaagd om de economie weer op gang te krijgen. Bijna tien jaar later staat de rente nog steeds op een dieptepunt, wat betekent dat er in een nieuwe crisis weinig speelruimte is om de rente verder te verlagen. Zou er op korte termijn een nieuwe crisis uitbreken, dan zullen we waarschijnlijk geconfronteerd worden met een negatieve rente.
De meeste banken berekenen de negatieve rente nog niet door, omdat ze vrezen voor slechte publiciteit of een situatie waarbij spaarders geld van de bank gaan halen. Maar als centrale banken in een volgende crisis gecoördineerd de rente onder nul brengen, dan zullen veel banken geen andere optie meer hebben dan om deze tarieven door te berekenen aan spaarders.
Eind 2015 introduceerde de Alternative Bank Schweiz al een negatieve rente op spaartegoeden boven de 100.000 Zwitserse frank. De kleine Beierse spaarbank Raiffeisenbank Gmund am Tegernsee rekende in 2016 als eerste Duitse bank een rente van -0,4% voor spaartegoeden boven de € 100.000. Dat is niet geheel toevallig precies de rente die banken moeten afdragen over de reserves die ze bij de Europese Centrale Bank (ECB) parkeren.
Dit jaar is ook in Nederland de negatieve rente al een feit geworden. Sinds februari moeten rekeninghouders met een Triodos ‘Zaken Rekening’ en een Triodos ‘Rendement Rekening’ een rente van 0,5% betalen over het deel boven de € 500.000.
Contant geld
Contant geld Door de lage spaarrente en twijfels over de stabiliteit van het financiële systeem besluiten steeds meer spaarders om hun geld van de bank te halen en thuis in de vorm van bankbiljetten te bewaren. De totale hoeveelheid bankbiljetten in de Eurozone neemt nog ieder jaar toe, ondanks het feit dat we steeds vaker met elektronische middelen betalen.
In Duitsland steeg de vraag naar bankbiljetten vorig jaar zelfs met 7%, twee keer zo snel als de groei van de economie daar. Eerder dit jaar maakte de Bundesbank in Duitsland bekend dat maar liefst negen van de tien bankbiljetten die ze in omloop brengt nooit in het dagelijkse betalingsverkeer gebruikt worden. Contant geld wordt dus al gezien als alternatief spaarmiddel.
Inflatie
Dat geld over de lange termijn waarde verliest is algemeen bekend, maar de snelheid waarmee dat gebeurt is moeilijk te onderschatten. Neem als voorbeeld het bankbiljet van honderd gulden met het portret van Michiel de Ruyter, dat tot 25 juli 2016 nog bij De Nederlandsche Bank kon worden omgewisseld voor euro’s. Circa honderd biljetten werden op het laatste moment nog ingewisseld voor het schamele bedrag van € 45,38 per stuk. Daarmee levert het briefje anno 2016 nog maar een fractie van de koopkracht die het een kleine vijftig jaar geleden leverde. Gaan we uit van de officiële inflatiecijfers in Nederland, dan blijkt dat je in 1970 met een briefje van honderd gulden evenveel kon kopen als met € 196,23 in 2015. Dat is meer dan vier keer zoveel als het bedrag dat je kreeg als je het bankbiljet zou omwisselen bij de Nederlandsche Bank. Tussen 1970 en 2015 is dus 75% van de waarde van dit bankbiljet verdampt.
Geldcreatie
Door de lage rente zijn huishoudens, bedrijven en overheden de laatste jaren meer geld gaan lenen, met als gevolg dat de geldhoeveelheid weer groeit. Dat extra geld gaat rond in de economie en drijft de prijzen van goederen en diensten op, waardoor de inflatie oploopt.
Hoe zorgen leningen voor een groei van de geldhoeveelheid? Wanneer je naar de bank gaat voor een hypotheek wordt er een nieuwe schuld gecreëerd en mag de bank dat bedrag als ‘nieuw geld’ in omloop brengen. Die voortdurende geldgroei zorgt ervoor dat de koopkracht van de euro steeds verder wordt uitgehold, zeker als het nieuwe geld wordt gebruikt voor zaken die nauwelijks bijdragen aan de productiviteit van de economie. Zie de grafiek van de Rabobank en DNB, die laat zien dat de geldhoeveelheid in Nederland de laatste decennia sterk is toegenomen.
Ontwikkeling geldhoeveelheid in Nederland (Bron: Rabobank, DNB)
Vlucht uit valuta
Door de combinatie van een lage spaarrente en aanhoudende inflatie wordt het steeds minder interessant om geld op een spaarrekening te laten staan. Wil je je vermogen daar tegen beschermen, dan is het verstandig om een deel daarvan om te zetten in aandelen en tastbare bezittingen als grond, vastgoed of edelmetalen. Dit soort tastbare bezittingen weten op de lange termijn hun waarde beter te behouden dan papiergeld.
Door de geschiedenis heen zijn er al honderden valuta waardeloos geworden, terwijl goud nog steeds het vertrouwen geniet van spaarders en centrale banken over de hele wereld. Zoals de Franse filosoof Voltaire bijna drie eeuwen geleden al constateerde: ‘Papiergeld keert uiteindelijk terug naar haar intrinsieke waarde: nul.’
Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!
In Zwitserland wordt later dit jaar een referendum gehouden over een herziening van het geldsysteem, waarbij de centrale bank de kredietverlening van commerciële banken overneemt. Volgens de voorstanders van dit initiatief worden banken daardoor minder kwetsbaar, omdat ze dan alleen geld kunnen uitlenen dat spaarders beschikbaar hebben gesteld voor dat doeleinde.
In tegenstelling tot fractioneel bankieren, waarin banken een veelvoud kunnen uitlenen van wat ze aan spaartegoeden beheren, moeten banken zich onder dit nieuwe voorstel beperken tot de rol van tussenpersoon die slechts geld van spaarders beschikbaar stelt aan mensen die geld willen lenen. Dat betekent dat banken veel minder kredieten kunnen verstrekken, waardoor er minder snel speculatieve bubbels ontstaan die banken in de problemen kunnen brengen. Banken beperkten zich in dit nieuwe model tot een dienstverlenende instellingen die uitsluitend het betalingsverkeer tussen personen en bedrijven regelen.
Geldcreatie naar centrale bank
De voorstanders van het zogeheten ‘Vollgeld’ initiatief willen de functie van geldcreatie onderbrengen bij de centrale bank. Dat betekent dat uitsluitend de centrale bank nieuw geld in omloop kan brengen, bijvoorbeeld door het uit te lenen aan de landelijke overheid, regionale overheden of burgers en bedrijven. De aanname die achter deze verandering schuilgaat is dat het voor de centrale bank makkelijker is om rechtstreeks de geldhoeveelheid te controleren dan om deze indirect via de rente bij te sturen.
Het referendum over de hervorming van het geldsysteem roept ook de nodige vraagtekens op. Critici waarschuwen voor de gevolgen van zulke radicale aanpassingen van het geldsysteem en vrezen dat vooral bedrijven in de problemen zullen komen als ze niet meer zo makkelijk aan krediet kunnen komen. Een ander vraagstuk is hoe de onafhankelijkheid van de centrale bank gewaarborgd kan blijven, aangezien ze dan direct geld gaat uitlenen aan de overheid.
Fractioneel bankieren
Vandaag de dag wordt de geldhoeveelheid in de economie niet meer bepaald door de omvang van de goudvoorraad, maar grotendeels gestuurd via het beleid van centrale banken en de Bank of Internationale Betalingen (BIS). Geldcreatie vindt in ons huidige geldsysteem plaats op het moment dat banken krediet verlenen, waardoor het aanbod van geld meebeweegt met de vraag naar krediet.
Het voordeel van dit systeem is dat kredietwaardige bedrijven en consumenten makkelijker aan geld kunnen komen, maar de keerzijde is dat de geldhoeveelheid bijna onbeperkt kan toenemen. Dat zorgt niet alleen voor een structurele inflatie, maar ook voor een versterking van alle opgaande en neergaande bewegingen in de economie. Het Vollgeld initiatief belooft meer stabiliteit door het systeem van fractioneel bankieren aan banden te leggen. Of dat echt zo is blijft een vraagtegen, omdat we simpelweg geen praktijkvoorbeelden uit het recente verleden kunnen raadplegen.
Het idee dat geld dat banken uitlenen volledig gedekt moet zijn door spaartegoeden werd tijdens de Grote Depressie van de jaren ’30 ook eens voorgesteld door econoom Irving Fisher. Hoewel dit idee nooit echt van de grond gekomen is zijn er ook nu weer landen waar vergelijkbare initiatieven opduiken. Voorbeelden daarvan zijn ‘Positive Money’ in het Verenigd Koninkrijk, het ‘Vollgeld’ initiatief in Duitsland en natuurlijk burgerinitiatief ‘Ons Geld’ in eigen land.
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
Afgelopen zondag was ik aanwezig bij het symposium van Burgerinitiatief Ons Geld. Het was een stralende zondagochtend en het beloofde ook nog eens een zeer warme dag te worden. Ik verwachtte daarom ook niet meer dan enkele tientallen mensen tegen te komen, want wie gaat er nou op zo’n prachtige zondagochtend in een theater zitten luisteren naar iets ingewikkelds als het hervormen van ons geldsysteem?
Helemaal verkeerd gedacht, want de zaal bleek grotendeels uitverkocht te zijn. Een paar honderd man! Het lijkt er dus op dat het onderwerp van geldcreatie echt begint te leven bij een grotere groep mensen, een goede ontwikkeling. Geld is tenslotte iets van ons allemaal, iets waarvan we verwachten dat het er altijd is en waar we bijna blind op moeten kunnen vertrouwen. Dan werkt ons geld tenslotte het best.
Het feit dat zoveel mensen kwamen opdagen is aan de ene kant een goed teken (bewustwording), maar aan de andere kant ook weer niet. Zou ons geldsysteem helemaal perfect werken, dan zouden we er immers helemaal niet meer bij stilstaan. Dan hadden we op die betreffende zondagochtend tijd besteed aan familie, vrienden, hobby’s en dergelijke.
Ons Geld
Het symposium begon met een verhaal van Luuk de Waal Malefijt, de oprichter van Stichting Ons Geld. Ook hij raakte gegrepen door de financiële crisis en begon zich te verdiepen in de werking van ons geldsysteem. In de uithoeken van het internet vond hij documentaires en video’s over de geschiedenis van geld, de werking van ‘fractional reserve banking’ en de geleidelijke evolutie van geld op basis van goud en zilver naar geld dat op vertrouwen gebaseerd is.
Een feest van herkenning, want dat is ongeveer dezelfde weg die ik aflegde met het bestuderen van het geldsysteem. Dezelfde fascinatie voor dit onderwerp verklaart waarom ik nu deze column aan het schrijven ben.
Luuk de Waal Malefijt wilde deze kennis niet voor zichzelf houden en richtte in 2012 een stichting op om het onderwerp van geldcreatie bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. En met succes, want in 2016 kwam er zelfs een debat over geldcreatie in de Tweede Kamer!
Hoe nu verder?
Allemaal leuk en aardig natuurlijk, maar de grote vraag is nu hoe we het geldsysteem dat we hebben verder kunnen perfectioneren. Volgens Burgerinitiatief Ons Geld ligt die oplossing in een nieuw soort geld, die als een virtuele munt in omloop moet worden gebracht. Schuldenvrij geld, dat permanent circuleert en dat ook buiten commerciële banken om tussen individuen en bedrijven verhandeld kan worden. Dat nieuwe geld moet door een nieuwe onafhankelijke monetaire autoriteit in omloop worden gebracht, waarmee de geldscheppende functie van banken komt te vervallen en geld weer een publieke zaak wordt.
Het alternatief dat door Burgerinitiatief Ons Geld wordt aangedragen is interessant, maar ik heb er zo mijn vraagtekens bij of ons geldsysteem daar beter door zal werken. Het voorstel van Ons Geld geeft veel meer macht aan de overheid om te bepalen hoeveel geld er in omloop moet zijn, terwijl de ervaring ons leert dat we de overheid geen toegang moeten verlenen tot de geldpers!
Euro is zo slecht nog niet
Misschien zijn we ons er niet voldoende van bewust, maar naar mijn idee hebben we in Europa het doel van een onafhankelijke monetaire autoriteit al gerealiseerd. De euro is namelijk de allereerste valuta ter wereld die is losgekoppeld van de natiestaat én van goud. Waarom is dat belangrijk? Omdat het verleden heeft uitgewezen dat de meeste geldsystemen uit elkaar vielen door misbruik van de geldpers of door een gebrek aan goud tegen de afgesproken vaste wisselkoers..
De euro is om verschillende redenen een zeer degelijke valuta. Niet alleen omdat zoveel mensen hem dagelijks gebruiken, maar ook omdat het geld precies doet wat je ervan mag verwachten. En mocht het vertrouwen in de euro onder druk komen te staan, dan is het goed om je als burger te realiseren dat alle bankbiljetten in je portemonnee indirect ondersteund worden door de goudvoorraden van de lidstaten. Een gouden fundament, daarvoor hoef je alleen maar op de balans van de ECB te kijken…
Alle eurobiljetten in omloop worden indirect gedekt door goud (Bron: ECB)
Ander geldsysteem?
Natuurlijk zijn er problemen in de Eurozone. Hoge staatsschulden in een aantal zuidelijke landen, de exorbitante private schuldenberg in sommige andere landen, de honderden miljarden aan slechte leningen op de Europese bankbalansen en het zogeheten “too big to fail” probleem, waardoor onrendabele banken overeind gehouden worden.
Veel uitdagingen dus, maar ik heb er nog steeds vertrouwen in dat we deze één voor een kunnen aanpakken binnen een geldsysteem wat in de basis goed werkt. Staatsobligaties en bankobligaties moeten weer risicodragend kapitaal worden en de garanties voor spaartegoeden moeten geleidelijk afgebouwd worden. Ook moet er denk ik een infrastructuur gebouwd worden om het betalingsverkeer sneller en minder kwetsbaar te maken voor het wegvallen van een grote bank. Het lijkt erop alsof de ECB daar al volop mee bezig is.
Natuurlijk kost dat allemaal veel tijd en geld, maar dat is op zichzelf denk ik geen reden om ons hele geldsysteem overhoop te gooien en in te ruilen voor iets dat nog niet in detail is uitgewerkt en waar ongetwijfeld ook veel nadelen aan kleven. Ik denk dat het verstandiger is om binnen het huidige systeem aan verbeteringen te werken, waardoor de euro een nog betere munt wordt.
Geld moet rollen
Mijn visie ten aanzien van geld is misschien wel te vatten met de uitspraak “geld moet rollen”. Geld is het beste in haar functie als betaalmiddel en rekenmiddel en ik gebruik het daarom ook alleen als zodanig.
Het feit dat de spaarrente zo laag is komt natuurlijk ook doordat de meeste mensen nog steeds hun spaargeld op de bankrekening laten staan. Daardoor is er veel meer aanbod van geld dan dat er vraag naar is, waardoor de rente (de prijs van geld) daalt.
Ik geef Mario Draghi dan ook volledig gelijk toen hij eerder dit jaar zei dat spaarders alternatieven hebben en verder moeten kijken dan alleen hun spaarrekening. Is het niet toevallig dat fysiek goud tegelijk met de introductie van de euro in alle eurolanden werd vrijgesteld van btw om het bezit van goud te bevorderen? Dat is stof om over na te denken.
Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op Goudstandaard. Goudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].
In navolging op de Bank of England komt nu ook de Bundesbank met een verhelderend stuk over geldcreatie. In haar maandrapportage van april schrijven economen van de Duitse centrale bank dat commerciële banken inderdaad geld ‘uit het niets’ creëren. Zodra je een lening afsluit bij een bank wordt dat bedrag gewoon op je bankrekening toegevoegd als nieuw geld, waardoor de totale geldhoeveelheid toeneemt.
Met deze informatie probeert de Bundesbank een einde te maken aan het hardnekkige misverstand dat commerciële banken slechts tussenpersoon zijn in de kredietverlening en dat ze alleen het geld uitlenen dat door andere rekeninghouders bij de bank gestald is. Dat betekent ook dat banken niet per definitie reserves moeten hebben om een lening te kunnen verstrekken. Een handtekening van de schuldenaar is in principe voldoende om nieuw geld in omloop te brengen.
Banken creëren nieuw geld
Dat banken nieuw geld in omloop brengen wil overigens niet zeggen dat ze dat onbeperkt kunnen doen. Zo zijn banken verplicht een zekere kapitaalbuffer aan te houden, waarmee ze een eventuele uitstroom van spaartegoeden kunnen opvangen. Die reserves hebben banken nodig voor het geval spaarders geld van hun rekening halen of hun tegoed willen overschrijven naar een andere bank.
Een andere beperking op de geldcreatie is dat banken risico lopen als een lening niet volledig wordt terugbetaald. Dit zelfcorrigerend mechanisme moet voorkomen dat banken onverantwoorde leningen verstrekken. Helaas heeft de praktijk uitgewezen dat banken soms toch onverantwoorde risico’s nemen, zeker als ze de verliezen kunnen afwentelen op de samenleving.
Rente
Onder normale omstandigheden kunnen centrale banken de geldcreatie beïnvloeden door de rente te verhogen of te verlagen. Een hoge rente zal de kredietverlening afremmen, terwijl een lage rente de kredietcreatie juist stimuleert. Dat mechanisme lijkt inmiddels uitgewerkt, aangezien de kredietverlening zelfs met een rente van bijna nul procent nauwelijks op gang komt. Door onzekerheid over de toekomst is er simpelweg minder vraag naar krediet, ook al wordt het tegen een historisch lage rente aangeboden.
In 2014 publiceerden Marketupdate een uitgebreid artikel over geldcreatie. Hierin leggen we uit wat er op de bankbalans gebeurt op het moment dat er een lening verstrekt wordt en wat er gebeurt op het moment dat een centrale bank staatsobligaties opkoopt.
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
Het geld systeem waarbij het volk over de geldcreatie gaat….
Door: Jacob Schot
Geld & Monetaire Rechtvaardigheid
Een minimaal aspect van geld is representatie. Wat dient geld te vertegenwoordigen, of wat moet het vertegenwoordigen? Dit is de eerste vraag die we moeten beantwoorden voordat we een goed begrip kunnen krijgen wat monetaire rechtvaardigheid is, en hoe we een eerlijk monetair systeem kunnen ontwikkelen.
We kunnen kortweg stellen dat geld de meeteenheid is van waarde, zoals bijvoorbeeld “kilo” een meeteenheid is van gewicht. Essentieel is dat de meeteenheid niet wordt veranderd door externe factoren. Immers, bij een verandering van de meeteenheid hebben we altijd te maken met verliezers en winnaars (inflatie en deflatie).
Geld dient een consistente waarde te vertegenwoordigen gedurende haar levensduur, waardoor niemand onrecht wordt aangedaan en niemand onverdiende winsten geniet zoals nu het geval. In ons huidige geldsysteem creëren banken geld tegen rente gebaseerd op onderlinge betalingsbeloftes zonder dat de bank daar iets voor opgeeft of zelfs maar risico loopt. Men bewijst ons ook geen service maar een disservice, omdat geldcreatie tegen rente uiteindelijk onoplosbare schuldenproblematiek met zich meebrengt, en de daaruit voortvloeiende consequenties.
In plaats van ruilhandel, gingen we geld gebruiken. Geld is daarom wellicht een van de grootste uitvindingen omdat het de liquiditeit van iedere economie enorm vergroot. Geld stelt ons tenslotte in staat om snel en effectief verschillende goederen en diensten te ruilen.
Belangrijkste eigenschappen voor geld:
Reken/Meet eenheid voor waarde
Opslageenheid van consistente waarde
Ruilmiddel
Geld is het fundament voor iedere economie, en wanneer we monetaire rechtvaardigheid nastreven dient geld een consistente waarde te behouden gedurende haar levensduur. Alleen in “mathematically perfected economy™” (hierna MPE) wordt de waarde van geld gedurende de gehele levensduur bewaard door een 1:1:1 verhouding tussen [1] de geldcirculatie, [2] de resterende schuld/verplichting, en [3] de resterende waarde van het gerelateerde onderpand.
De huidige realiteit & de privatisering van ons geld door bankiers, voor bankiers
In het huidige aan ons opgelegde private geldsysteem is vrijwel al het geld ¨Schuld¨, en die ¨Schuld¨ bestaat uit een hoofdsom + (periodieke) rente.
Het bankensysteem) heeft op slinkse wijze de macht verkregen om onze betalingsbeloftes (b.v. een hypotheekakte) te her-publiceren in de vorm van Euro’s als een schuld + periodieke rente tegen verwaarloosbare kosten en zonder zelfs maar risico te lopen. Het bankensysteem geeft gedurende dit proces niets op van eerder legaal bezit wat naar mijn bescheiden mening contractfraude bewerkstelligd, althans in contractrecht geldt dat beide partijen “iets” op moeten geven van gelijksoortige waarde om het contract geldig te laten zijn. “Het ene voor het andere”, en “voor wat hoort wat”. https://nl.wikipedia.org/wiki/Quid_pro_quo
Het bankensysteem is een organisaties waarbij een tussenpersoon die niets produceert (en niet de echte crediteur is) op onnatuurlijke wijze tussenbeide komt met betrekking tot transacties tussen crediteuren en debiteuren. Zij kunnen simpelweg stellen dat betalingsbeloftes alleen goed zijn wanneer deze uitgegeven worden op hun papier of in hun systemen. Door een centrale bank te omgeven met satellietbanken – die in feite acteren als tussenpersoon – werpt de centrale bank de façade op dat legaal verdiende waarde en het risico daarvan op het spel zet. De tussenpersonen (commerciële banken) hebben zogenaamd “geld geleend” van de centrale bank en dit geld is zogenaamd aan “risico” onderhevig als de obligatie niet kan worden terugbetaald. Maar dit is niet het werkelijke risico van dit zogenaamde bankensysteem.
Alles wat de banken doen is onze betalingsbeloftes uitgeven zonder noemenswaardige kosten. Daarbij brengen ze de schuldenaar rente in rekening, alsof eerder legaal verdiende waarde of risico van de bank op het spel staan. Dit geveinsde risico bestaat natuurlijk niet. De bank brengt simpelweg geld in omloop door het op de balans te zetten en in de computer in te voeren. Als die kosten terug zijn verdiend is er voor de bank geen verder risico meer. Dankzij dit systeem vermenigvuldigen ze hun onverdiende winst vele malen met de eerste terugbetaling van de schuld. Een schuld die vanaf het begin vele malen groter is dan de waarde van het onderliggende onderpand.
Door het moedwillig misleiden, en afleiden (middels onnodig ingewikkeld vakjargon) van het publiek denken de meeste mensen dat we geld van een bank lenen, U weet nu beter. Middels bijvoorbeeld een hypotheek verkrijgt een bank onder valse voorwendselen, het “recht” op een belangrijk deel van uw arbeid/productie, en indien nodig claimt men het onderpand. En dat gebeurt zonder dat de bank daar iets van eerder legaal bezit tegenover stelt. De bank creëert via elektronische invoer in het systeem een krediet extensie gebaseerd op uw handtekening (betaalbelofte) met het onderpand en uw kredietwaardigheid als zekerheid.
Zoals gezegd stelt de bank daar niets tegenover. De bank is op de een of andere manier verstrekker geworden van onze onderlinge betalingsbeloftes (geld) van koper aan verkoper tegen verwaarloosbare kosten. Desalniettemin betaalt u per saldo over de hele looptijd van de hypotheek uw woning misschien wel twee tot drie keer, afhankelijk van de gemiddelde rentestand over de looptijd van de hypotheek. De Nederlandse bank voelt de bui al hangen, en legt het nog maar zeer recent zo uit.
Er is echter wettelijk gezien geen schuld aan de bank, immers was het geld voorheen niet legaal in het bezit van het bankensysteem, en het is moreel verwerpelijk. Je geeft één private organisatie het recht om claims op ons allemaal uit te geven, zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. Het geeft een immense macht, en die leg je dan op één centrale plek
Misdaden tegen de mensheid
Gefalsificeerde leningen, tegen daardoor onrechtmatige rente.
Banken pretenderen dus dat ze ons geld lenen (misleiding), maar komen slechts tussenbeide in zaken tussen burgers en bedrijven en her-publiceren onze betalingsbeloftes als Euro’s in hun computersysteem tegen verwaarloosbare kosten. Het bankensysteem brengt ons hiervoor periodieke rente in rekening. In de realiteit zijn wij als burgers de scheppers van geld. De mensen die produceren, uitvinden, ontwikkelen, werken, enzovoort.
Waarom zou een weldenkend volk (en haar gekozen overheid) rente betalen over haar eigen ruilmiddel, immers zijn wij het die waarde creëren en dus het ruilmiddel. Maar erger nog, het is diezelfde onrechtvaardige rente dat het criminele, en immorele geld systeem terminaal van karakter maakt, waarvan we de gevolgen overal om ons heen waarnemen.
Ongelijkheid (een rekenkundige zekerheid)
Prijsinflatie (voortdurend stijgende kosten van levensonderhoud)
Monetaire deflatie (chronisch gebrekkige geldcirculatie in economie/samenleving)
Onomkeerbare vermenigvuldiging van vervalste schuld door ongerechtvaardigde rente in terminale schulden
Bedrijven, overheden (landen), en private faillissementen
Kind verwaarlozing, kinderen niet opgevoed door ouders, maar door leraren en dagcentra die plotseling overal om ons heen verschenen
Vermogens verschuiving van de “many” naar de “few” die steeds meer van ons leven beheersen middels media, politiek, justitie, en onderwijs (belangrijk) omdat onze enige kans is dat we het allemaal begrijpen. Waarom is een van de belangrijkste fundamenten van onze samenleving (geld) geen verplicht studie onderwerp op (basis)scholen?
Schuldenlast neemt onomkeerbaar toe door rente
Toename van schulden sinds 2007 (Bron: Financial Times)
Schuld is niet het probleem!
Waarom geld creatie als schuld?
De twee voor de hand liggende alternatieven met betrekking tot de uitgifte van nieuw geld zijn: [1] Als overheidsbestedingen in de economie (geld wordt simpelweg gecreëerd door de overheid, vrij van schuld), of… [2] de uitgifte als schuld. Wat zijn de gevolgen of eventuele verschillen?
De integriteit van de schuld
Het belangrijkste verschil zit hem in het feit dat we bij schuldvrije overheidsbestedingen geen middel hebben om geld ook weer te onttrekken uit de circulatie (per afschrijving/consumptie onderpand), om zodoende een dynamische balans te garanderen tussen geld in omloop en datgene wat het geld representeert/dekking geeft. Bovendien is het onmogelijk om via overheidsbestedingen de hele breedte van de economie te bereiken op een eerlijke manier.
Schuld is dus simpelweg het rekenkundige gereedschap benodigd om de 1:1:1 verhouding tussen de geldcirculatie, de resterende schuld/verplichting en de resterende waarde van het gerelateerde onderpand te bewerkstelligen, hetgeen op zijn beurt onveranderde koopkracht garandeert van ons geld (geen inflatie, en geen deflatie). Niemand kan problemen hebben met het terugbetalen van een schuld aan de hand van afschrijving of consumptie van het onderpand. De echte crediteur (bijvoorbeeld de verkoper van een huis) wordt direct volledig betaald. Er wordt niemand onrecht aangedaan.
Het is dus niet schuld wat het probleem is. Schuld stelt bijvoorbeeld een pas getrouwd stel in staat om een woning te kopen, terwijl ze daar de middelen nog niet meteen voor hebben. Het is schuld dat ons de mogelijkheid verschaft om geld weer te onttrekken vanuit de geldcirculatie, teneinde een dynamische balans te behouden tussen de circulatie en datgene (resterende waarde onderpand) wat die circulatie vertegenwoordigt. Dit is de enige oplossing voor monetaire inflatie en deflatie*. De som van de schuld is nooit groter dan het geld in circulatie, en de integriteit van de schuld wordt gewaarborgd door een afbetalingsschema waarin de debiteur terugbetaald voor het gerelateerde onderpand aan de hand van consumptie of afschrijving. Martijn Jeroen van der Linden heeft volledig gelijk wan neer hij zegt dat we alleen een waardevaste munt kunnen realiseren zodra we inflatie en deflatie oplossen. Alleen met het in MPE omschreven proces wordt die doelstelling gerealiseerd.
*Inflatie en deflatie gedefinieerd als toename of afname van het geld in circulatie per datgene wat het vertegenwoordigt.
Het probleem is Rente
Het betalen van (gefalsificeerde) schuld in het huidige monetaire systeem veroorzaakt een onomkeerbare cyclus van voortdurend lenen tegen rente en daardoor onomkeerbare vermenigvuldiging van schulden. Tegenover iedere nieuwe schuld staat een verplichting om rente te betalen, terwijl alleen de hoofdsom van de schuld in circulatie wordt gebracht. Om een noodzakelijke vitale circulatie van geld in omloop te kunnen handhaven moet men opnieuw minstens zoveel lenen als men heeft betaald uit de oorspronkelijke omloop, terwijl de totale schuld onomkeerbaar blijft toenemen. Dit terminale proces veroorzaakt uiteindelijk onoplosbare schuldenproblematiek waarvan we het bewijs nu overal om ons heen zien. Het probleem is de onomkeerbare vermenigvuldiging van gefalsificeerde schuld door onrechtvaardige rente. Rente heeft een kritische fout, zolang rente wordt toegepast is het onmogelijk om de effecten te neutraliseren en de consequenties te stabiliseren, het proces is voortdurend, onomkeerbaar, en terminaal. Het is een fundamenteel mensenrecht om betalingsbeloftes uit te geven vrij van extrinsieke manipulatie, wijzigingen, of exploitatie van die beloftes, of de natuurlijk mogelijkheid om die beloftes na te komen.
“Anyone who believes that exponential growth can go on forever in a finite world is either a madman or an economist”
Op de website www.perfecteconomy.com kun je nog steeds de spreadsheets downloaden die in 1983-84 zijn gemaakt op verzoek van de Reagan Administratie, waarvan de uitkomst was dat het op krediet (onderwerp van rente) gebaseerde private geldsysteem rond 2010 in de terminale fase zouden belanden. Waarvan akte!
“Het is geen mysterie om het storingspatroon in onze pseudo “economie” te projecteren veroorzaakt door rente, als rente de ¨schuld¨ onomkeerbaar en voortdurend vermenigvuldigt in verhouding tot de gewenste geldcirculatie, en steeds meer van iedere Euro gewijd wordt aan deze ¨schulden¨, dan kan daardoor steeds minder van iedere Euro in circulatie aangewend worden voor de economie. Reguleringen en boetes kunnen dit terminale proces slechts vertragen.”
In MPE worden noch productie noch consumptie belemmerd door het opleggen van extrinsieke kosten (rente). Van belang is dat we een valuta circulatie beschikbaar stellen voor de productie die geen belemmeringen, beperkingen, of andere onrechtvaardigheden oplegt. Productie en ondernemen worden volledig ondersteund door een liquide, waardevaste en efficiënte valuta.
Monetaire inflatie en prijsinflatie verklaard
Hedendaagse “economen” gebruiken de term “inflatie” om twee heel verschillende dingen uit te drukken, alsof prijsinflatie een gevolg zou zijn van monetaire inflatie. In de pseudo-wetenschap die men ten onrechte economie noemt is er geen formele stelling en/of bewijs dat in een geldsysteem onderhevig aan rente [1] monetaire inflatie daadwerkelijk optreedt en dat [2] monetaire inflatie de prijsinflatie veroorzaakt.
Integendeel, de enige manier om monetaire inflatie te produceren is wanneer we meer lenen dan de waarde die het onderpand vertegenwoordigt, of dat we minder terugbetalen dan de verplichting. Het eerste is niet toegestaan, en het tweede is rekenkundig onmogelijk omdat we naast de hoofdsom ook de rente moeten betalen uit een circulatie slechts bestaat uit resterende hoofdsommen. Faillissementen zijn hierin meegerekend en het verder inflateren van de geldhoeveelheid in circulatie werkt slechts tijdelijk en de effecten hiervan zijn te verwaarlozen.
Dus in plaats van de gevreesde monetaire inflatie, lijden we aan een chronisch deflaterende circulatie. En om deze reden alleen kan monetaire inflatie dus nooit de reden zijn van prijsinflatie. Derhalve is het onmogelijk dat er een correlatie is tussen monetaire inflatie en prijsinflatie.
Prijsinflatie is niettemin aanwezig in het huidige systeem. Op zoek naar de oorzaak komen we al snel bij de boosdoener, de enige component die toegevoegd is aan onze valuta, namelijk rente. Dat komt omdat de rente permanent en onomkeerbaar de schulden laat toenemen in verhouding tot de hoeveelheid geld in circulatie.
De steeds stijgende kosten van deze vermenigvuldigende schulden komen te rusten op onze industrie en samenleving, wat alsmaar stijgende kosten van levensonderhoud (prijsinflatie) tot gevolg heeft. Prijsinflatie wordt veroorzaakt door rente, en de enige manier om prijsinflatie (los van tijdelijke vraag en aanbod situaties) te voorkomen is door het elimineren van deze rente.
De meeste “economen” pleiten dus voor een systeem dat de diefstal op ons maximaliseert door de façade dat prijsinflatie wordt gecontroleerd door rente, terwijl het juist die rente is die de solvabiliteit steeds verder onder druk zet.
Vier cruciale vragen aan de Nederlandse Bank
Omdat gefalsificeerde geldcreatie begon bij centrale banken, en omdat alles draait om financiële stabiliteit (zoals op de site van De Nederlandsche Bank en andere centrale banken staat vermeld), hebben we eerder in dit verband DNB verzocht antwoorden te geven op onderstaande vragen, waarvan we tot op heden slechts een bevestiging van ontvangst hebben, maar nog geen antwoorden.
Hoe is het mogelijk om een vitale geldcirculatie te onderhouden zonder het opbouwen van onoplosbare schulden?
Wat is de claim van de bank dat er een schuld bestaat aan de bank?
Wat is de claim op rente wanneer de bank slechts de marginale kosten absorbeert van het her-publiceren van onze onderlinge betalingsbeloftes aan elkaar?
Op basis van welke wettige (contractuele) overweging claimt de bank dat het eerder bezit opgeeft wanneer geldcreatie plaatsvindt?
Wat nu?
Van geprivatiseerd “geld” naar een verantwoorde publieke monetaire infrastructuur.
Wat is “Mathematically Perfected Economy™”? (MPE)
MPE biedt ons een publiek (non-profit) boekhoudkundige monetaire infrastructuur met een valuta (ons geld) zonder rente, bestaande uit de administratie van onderlinge betalingsbeloftes voor alle personen en toegestane ondernemingen, met een terugbetaal verplichting zoals men verbruikt/consumeert van de gerelateerde onderpanden.
Mike Montagne is (sinds 1968) de grondlegger van dit alternatieve rentevrij geldsysteem, waarover hij het een en ander gepubliceerd heeft op http://www.perfecteconomy.com. (de website is helaas wat gedateerd, maar inhoudelijk een absolute aanrader)
Er is in MPE geen inflatie of deflatie, omdat het geld in omloop altijd nagenoeg gelijk is aan de resterende waarde van de bestaande onderpanden. De hoeveelheid geld is in dit systeem altijd consistent in kwantiteit met de resterende waarde van de onderpanden die bestaan, en waarvoor de valuta in circulatie was gebracht. Hierdoor verkrijgt de valuta zijn gelijkblijvende koopkracht. Het (resterende) geld in omloop is altijd toereikend om de som van schuld af te betalen. Verdere productie wordt dus niet belemmerd door een gebrekkige geldcirculatie (zoals nu het geval is omdat er meer moet worden terugbetaald dan er in de circulatie aanwezig is door de factor rente). In MPE nemen schulden ten opzichte van de resterende waarde van de onderpanden niet exponentieel toe, omdat simpelweg de rentelast ontbreekt.
In MPE worden noch productie noch consumptie belemmerd door het opleggen van extra kosten (rente). Van belang is dat we een geldcirculatie beschikbaar stellen voor onze productie die geen belemmeringen, beperkingen, of andere onrechtvaardigheden oplegt. Productie en ondernemen worden volledig ondersteund door een liquide, waardevaste, en efficiënte valuta.
“MPE is niet meer dan een enkelvoudig recept, voor het elimineren van onrechtvaardige en terminale interventie.”
In dit model wordt een betalingsbelofte aangegaan voor b.v. een woning met een vrije marktwaarde van €100.000 en een levensduur van 100 jaar tegen €1.000 aflossing per jaar, oftewel €83,33 per maand. Na 100 jaar is de woning afgeschreven en de belofte van €100.000 volledig terugbetaald. De betalingsbelofte van €100.000 is nu volledig uit circulatie genomen, en is het eigendom van niemand meer.
MPE kort samengevat:
Geen private (geldscheppende) banken meer, maar een landelijk/Europese nutsinstelling als Gemeenschappelijk Monetaire Infrastructuur (GMI, een vierde macht los van politieke invloeden).
Niet anders dan de infrastructuur die banken nu gebruiken. Als het aan mij ligt nemen we de bestaande structuur over (we hebben die immers zelf betaald). In deze omgeving wordt het MPE geldbeheer* geïmplementeerd en toegepast. Alles wordt daar onder voorwaarde van uiterste privacy bijgehouden. Je salaris komt binnen, betalingen worden gedaan, kredietwaardigheid gecontroleerd in geval van aanvraag “financiering”, etc.
*De rekenkundige/boekhoudkundige relatie van 1:1:1 tussen [a] Geld in omloop (Circulatie), [b] (Rest) Waarde Vertegenwoordigt Eigendom, en [c] Resterende Aflossings Verplichting.
Hoe we de valuta noemen is niet relevant voor de integriteit. We kunnen met de naam Euro doorgaan en (bij voorkeur) implementeren op Europees niveau. De kosten van implementatie zijn te verwaarlozen. Er verandert praktisch gezien niet veel ten opzichte van het huidige systeem.
Door de voorwaarden en de uitvoering op te nemen in onze grondwet voorkom je dat de politiek zichzelf afwijkend gaat gedragen ten opzichte van datgene dat we afgesproken hebben. Overheid kan voor controle en uitvoering zorg dragen.
Ter implementatie en naleving is er een concept mandaat (Absolute Consensual Representation) kortweg ACR genoemd. Het volledige concept is te lezen op: https://holland4mpe.wordpress.com/2013/05/20/mpeacr/ Opnemen (per democratisch besluit, geheel, of aangepast) in de grondwet.
Een voorbeeld: We hebben de volgende gegevens en ik neem daarbij een loonbedrijf (kredietwaardig) als voorbeeld die de aanschaf van een machine wil financieren. De op dat moment geldende vrije marktprijs van een machine inclusief een service contract en garantie. €100.000. De financieringsbehoefte voor aan te schaffen machine is dus €100.000. De gemiddelde levensduur van de machine is voor dit voorbeeld bekend of kan redelijkerwijs ingeschat worden. Laten we zeggen tien jaar.
We hanteren een 1:1:1 ratio tussen a) geldcirculatie, b) vertegenwoordigd eigendom van de (rest)waarde), en c) (resterende) Aflossingsverplichting/afschrijving
(Nieuwe) Geld Circulatie
a.) De €100.000 die in circulatie worden gebracht met de machine en de kredietwaardigheid van de koper (lener) als onderpand. De verkoper wordt meteen volledig betaald.
(Resterende) Waarde onderpand
b) Dit is de €100.000 aan waarde vertegenwoordigd door eigendom met lineaire afschrijving over 10 jaar.
(Resterende) Aflossingsverplichting per afschrijving/consumptie
c) €100.000 betekent een aflossing €10.000 per jaar over de levensduur van de machine van 10 jaar.
Totaal terugbetaald na 10 jaar: €100.000.
In de praktijk gebruiken we een de-escalerende/non lineaire afschrijving, waarbij de afgeschreven bedragen van hoog naar steeds lager gaan. Zo zijn er nog een aantal methodes om de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen.
Je ziet dat we hier de levenscyclus van geld hebben voorgesteld zonder rente, met geld als meeteenheid en verschaffer van liquiditeit voor de handel gedekt en waarde gegeven door onderpand, en kredietwaardigheid ondernemer. Een kredietwaardigheid die hij niet wil verliezen!
De concrete voordelen
Geen inflatie of deflatie, geen mogelijkheid tot systematische manipulatie van ons geld en eigendommen, en geen onoplosbare schuldenbergen die zichzelf (exponentieel) blijven vermenigvuldigen door rente. Vennootschapsbelasting kan worden afgeschaft, overheden financieren op dezelfde wijze, en gebruikers van een door de overheid gefinancierde structuur/dienst betalen aan de hand van afschrijving, voor pensioenvoorzieningen kunnen we besluiten om een bepaald percentage van het verdiende geld verplicht te reserveren (behoud van koopkracht is immers gewaarborgd), aandelenmarkten (centers van exploitatie) worden overbodig gemaakt, immers is privaat kapitaal niet langer noodzakelijk ter financiering (wie wil concurreren tegen 0% rente?), meer besteedbaar inkomen, behoud van koopkracht.
“To find the players in all the corruption of the world, ‘Follow the money.’ To find the captains of world corruption, follow the money all the way.”
Centrale banken kunnen hun goudvoorraden herwaarderen om het financiële systeem te herkapitaliseren. Door goud tegen een hogere waarde op de balans te zetten kan er meer geld in omloop worden gebracht, bijvoorbeeld om de staatsschulden te verlagen, de economie te stimuleren en de bankensector te herkapitaliseren.
Het klinkt als een mooie theorie, maar wist u dat deze begin jaren zeventig met succes in de praktijk werd gebracht? Marketupdate duikt in de geschiedenis en werkt uit hoe de ECB met een herwaardering van goud de economie van de Eurozone kan stimuleren.
Herwaardering goud in 1972
In mei 1972 gaf het Amerikaanse Congres goedkeuring voor een herwaardering van de Amerikaanse goudvoorraad. De officiële prijs van het edelmetaal werd verhoogd van $35 naar $38 per troy ounce, waardoor de waarde van de totale goudreserve met ongeveer $800 miljoen toenam. Het Amerikaanse ministerie van Financiën verstrekte vervolgens op basis van de hogere goudprijs nieuwe goudcertificaten aan de Federal Reserve. In ruil daarvoor kreeg ze van de centrale bank een tegoed ter waarde van eveneens ongeveer $800 miljoen. Dit tegoed werd vervolgens door de Amerikaanse overheid gebruikt als fiscale stimulering voor de economie.
Een jaar later werd deze truc herhaald. Op 24 oktober 1973 gaf het Amerikaanse Congres toestemming voor een nieuwe herwaardering van de goudreserve, ditmaal van $38 naar $42,22 per troy ounce. De waarde van de goudvoorraad nam hierdoor met ongeveer $1,2 miljard toe, waardoor de centrale bank opnieuw een tegoed van $1,2 miljard aan de overheid kon verstrekken.
De overheid kon dankzij de herwaardering van het goud meer geld uitgeven, zonder meer te moeten lenen of de belastingen te verhogen. Het nadeel van meer geld in de economie is dat het risico van inflatie op de loer ligt. Om dat risico te verkleinen besloot de Federal Reserve in de tweede helft van 1973 weer liquiditeit uit de markt te halen, door staatsobligaties van haar balans te halen en op de private markt aan te bieden. Met de verkoop van staatsobligaties haalde de centrale bank weer geld uit de markt, waardoor de plotselinge stijging van de geldhoeveelheid in circulatie gedeeltelijk teruggedraaid kon worden.
Als de rente niet meer werkt
Normaal gesproken volstaat het voor centrale banken om de rente te verhogen of te verlagen, maar vandaag de dag lijkt dit instrument door de uitzonderlijk hoge schulden op publiek én privaat niveau zo goed als uitgewerkt. Veel ruimte om de rente te verlagen is er niet meer en ook blijkt de lagere rente slechts in beperkte mate voor meer economische activiteit te zorgen. Je zou je ook af kunnen vragen hoe robuust een economisch herstel is dat volledig op schuld gedreven is.
Ook het verhogen van de rente is vandaag de dag maar beperkt mogelijk, omdat veel overheden en huishoudens zich te diep in de schulden hebben gestoken. Een hogere rentelast op de staatsschuld betekent dat overheden meer belastinginkomsten moeten heffen of minder geld moeten uitgeven. Ook dat is niet bepaald gunstig voor de economie.
Als een herwaardering van goud het monetaire gaspedaal is, dan zou je het op de markt brengen van staatsobligaties de monetaire rem kunnen noemen. Centrale banken zouden dit instrument opnieuw kunnen gebruiken voor een herkapitalisatie van een monetaire systeem dat dreigt te bezwijken onder haar schulden. In dit artikel beschrijven we hoe het monetaire systeem met goud geherkapitaliseerd kan worden.
Herkapitaliseren
Volgens de laatste cijfers heeft het Europese stelsel van centrale banken een balanstotaal van €3.672 miljard, waarvan de goudvoorraden van alle Eurolanden een waarde van €382 miljard vertegenwoordigen. Dat is de totale goudvoorraad van het Eurosysteem (ongeveer 10.800 ton), gewaardeerd tegen een goudkoers van €1.098 per troy ounce.
De ECB waardeert haar goudvoorraad ieder kwartaal naar de marktwaarde, maar wat als ze het edelmetaal tegen een veel hogere waarde op de balans zet? Naar het voorbeeld van de Federal Reserve in de jaren '70 zou de ECB vandaag de dag de goudvoorraden kunnen herwaarderen naar bijvoorbeeld €3.972 per troy ounce.
De totale goudvoorraad zou dan een waarde van €1.382 miljard vertegenwoordigen, dat is €1.000 miljard meer dan de huidige waarde. Dit bedrag kan de ECB verstrekken aan de overheden van alle eurolanden, vergelijkbaar met het tegoed dat de Federal Reserve in de jaren '70 verstrekte aan de Amerikaanse overheid. Dit tegoed kunnen overheden gebruiken om de economie te stimuleren. Het geld kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor investeringen in de infrastructuur, het onderwijs, gezondheidszorg en veiligheid, waardoor nieuwe werkgelegenheid wordt gecreëerd.
Het geld vloeit op die manier van de overheid door naar de private sector en zal uiteindelijk bijgeschreven worden op de banktegoeden van huishoudens en bedrijven. Dat is niet alleen gunstig voor huishoudens, maar ook voor de bankensector. Meer spaartegoeden in het financiële systeem betekent dat de kapitaalratio van banken sterker wordt. En voor zover het extra geld gebruikt wordt om schulden af te lossen kan een dergelijke vorm van monetaire stimulering ook bijdragen aan 'deleveraging' van de bankbalansen.
Het lijkt een win-win situatie, maar het gevaar bestaat dat deze vorm van monetaire stimulering de inflatie aanjaagt. Om dat effect tegen te gaan kan de ECB de staatsobligaties en bedrijfsobligaties die ze de afgelopen jaren gekocht heeft weer terugbrengen naar de private markt. Met de verkoop van deze schuldpapieren kan de centrale bank een gedeelte van de extra liquiditeit weer opzuigen, zodat het inflatoire effect op de economie beperkt blijft.
Figuur 1 laat zien hoe een dergelijk stimuleringsprogramma uitgevoerd kan worden en wat het effect zal zijn op de balans van de centrale bank, de overheid, de private markt en de bankensector. We zien dat de ECB in dit voorbeeld €500 miljard aan nieuw geld in de economie heeft gebracht. Figuur 2 laat de geldstromen zien die het gevolg zijn van deze monetaire en fiscale operatie.
Figuur 1: Herwaardering goud in schematisch overzicht
Figuur 2: Herwaardering goud in schematisch overzicht
Monetaire en fiscale stimulering
Het verschil tussen de geldcreatie die hierboven beschreven wordt en de reguliere geldcreatie door commerciële banken is dat er nu geen rente en aflossing hoeft plaats te vinden. Het extra geld blijft permanent in de economie en is dus altijd beschikbaar, bijvoorbeeld om schulden mee af te lossen. Daarmee verlicht je de druk op een economie die nu al overladen is met schulden.
Deze vorm van monetaire verruiming lijkt in veel opzichten op helikoptergeld, met als verschil dat er met het herwaarderen van goud wel iets van waarde tegenover staat. Het nieuwe geld op de passiva zijde van de ECB balans wordt gedekt door een toename in de waarde van het goud op de activa zijde van de balans. Per saldo verandert er dus weinig aan de 'dekkingsgraad' van alle euro's die de verschillende Europese nationale banken in de loop der jaren in omloop hebben gebracht.
Het is bovendien nog maar de vraag of deze combinatie van monetair en fiscaal beleid tot hoge inflatie zal leiden. Volgens een onderzoek van Robeco dat vorig jaar gehouden werd zullen de meeste mensen het nieuwe geld op de spaarrekening parkeren of gebruiken om de hypotheekschuld af te lossen. Slechts een klein deel van de ondervraagden was van plan het geld uit te geven, wat betekent dat het prijsopdrijvende effect van al dat extra geld in de economie zeker op de korte termijn beperkt zal blijven.
De ECB zou het geld ook rechtstreeks onder de bevolking kunnen uitdelen, op voorwaarde dat het wordt gebruikt om schulden af te lossen. Daardoor verdwijnt een groot deel van het geld direct uit circulatie en wordt tevens de private schuldenlast omlaag gebracht. Dat zal zeker een stimulerend effect hebben op de economie, want als mensen minder schulden hebben zullen ze sneller geneigd zijn geld uit te geven. Op het moment dat de inflatie dreigt op te lopen kan de ECB de rente weer verhogen of staatsobligaties verkopen om liquiditeit uit de markt te halen. Figuur 3 laat dit voorbeeld schematisch zien.
Figuur 3: Directe monetaire stimulering via herwaardering goud
Staatsschuld wegstrepen?
De ECB kan met een herwaardering van goud dus nieuw geld in omloop brengen, maar je zou het model nog verder kunnen vereenvoudigen. De goudvoorraden zijn bezittingen van verschillende landen, terwijl de staatsschulden - de naam zegt het al - de schulden van landen zijn. Zou je deze niet tegen elkaar kunnen wegstrepen, nu ze beide op de balans van de centrale bank staan?
Volgens de meest recente cijfers heeft de ECB momenteel €1.265 miljard aan staatsobligaties op haar balans. Zou de ECB de waarde van de goudvoorraad €1.000 miljard hoger waarderen, dan kan ze datzelfde bedrag aan staatsobligaties wegstrepen. Dat is een enorme schuldverlichting voor overheden, waar uiteindelijk iedereen van profiteert. Men zal zich minder zorgen maken over de betaalbaarheid van de staatsschulden, waardoor het risico van staatsobligaties kleiner wordt en de rente daalt. Dat betekent dat de overheid minder belastinggeld opzij hoeft te zetten om de rente op de staatsschuld te betalen. Omdat alleen de staatsobligaties op de balans van de centrale bank worden weggestreept blijven de obligatiehouders in de private sector (pensioenfondsen, spaarders en beleggers) gespaard.
Figuur 4: Schulden wegstrepen via herwaardering goud
Kan de ECB zomaar de goudprijs verhogen?
Nu vraagt u zich natuurlijk af hoe de ECB het goud tegen een hogere waarde op de balans kan zetten. Op het moment van schrijven is de goudprijs iets meer dan €1.100 per troy ounce, veel minder dan de prijs van bijna €4.000 per troy ounce die we in dit voorbeeld gebruiken. Hoe kan de centrale bank de goudprijs naar dit niveau brengen?
Dat is in theorie heel eenvoudig. De ECB kan op een dag bekendmaken dat ze onbeperkt fysiek goud zal opkopen tegen een koers van €4.000 per troy ounce. Daardoor zullen particulieren meer sloopgoud inleveren en zullen beleggers winst nemen op hun goud. Maar er zullen ongetwijfeld ook mensen zijn de besluiten hun goud niet te verkopen, maar het simpelweg tegen de nieuwe koers te waarderen.
Centrale banken zullen hun goudvoorraden zeer waarschijnlijk ook niet verkopen, maar slechts tegen de hogere waarde op hun balans zetten. Ze kunnen een herwaardering van hun goudreserve in theorie op dezelfde manier te gelde maken als de ECB dat in dit voorbeeld doet. Centrale banken zullen een groter percentage van hun reserves in fysiek goud aanhouden, waardoor er een betere spreiding is ten opzichte van de valutareserves.
Zeer vermogende particulieren zullen waarschijnlijk ook maar in zeer beperkte mate hun goud van de hand doen. Zij kopen immers goud, sieraden en andere dure kunstobjecten om van hun 'overschot' aan geld af te komen. Zouden ze hun goud tegen de hogere koers verkopen, dan hebben ze nog meer geld dat ze niet nodig hebben.
De grote vraag is of de ECB een hogere goudprijs van €4.000 per troy ounce kan verdedigen of dat de centrale bank haar belofte om goud te kopen weer in zal moeten trekken. Om de herwaardering van goud meer kans van slagen te geven zou de ECB deze kunnen coördineren met andere belangrijke centrale banken, zoals die van de Verenigde Staten, Rusland en China. Is het tijd voor een nieuwe Bretton Woods?
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
De ECB koopt maandelijks voor €80 miljard aan staatsobligaties en bedrijfsleningen om de economie te stimuleren. Maar waar blijft al dat geld? En wie profiteert er eigenlijk van? Tegenlicht ging op onderzoek uit en maakte een reportage over het grootste stimuleringsprogramma sinds de invoering van de euro.
Maarten Schinkel, economieredacteur van NRC Handelsblad, volgt het spoor van het gecreëerde geld en onderzoekt de effecten van Draghi’s maandelijkse geldinjecties. Welke bijeffecten heeft dit gigantische monetaire experiment? En waarom lijken die talloze miljarden nauwelijks effect te hebben op de inflatie?
Vorige week kreeg het Burgerinitiatief Ons Geld in de Tweede Kamer de tijd om haar standpunt ten aanzien van het geldsysteem uiteen te zetten. Volgens George van Houts moet het anders, omdat banken teveel profiteren van het systeem dat we nu hebben. De problemen worden niet aangepakt, maar naar de toekomst verschoven en naar supra-nationaal niveau getild, aldus van Houts.
Woensdag 16 maart debatteerde de Tweede Kamer over ons geldstelsel. Dit vanwege burgerinitiatief ‘Ons Geld’, een samenwerking tussen theatergroep De Verleiders en Stichting Ons Geld.
Deze samenwerking ontstond in het kader van de voorstelling ‘Door de bank genomen’. In deze voorstelling wordt het geldstelsel aan de kaak gesteld, en de rol die banken daarin spelen. Volgens acteur en bedenker van dit theaterstuk, George van Houts, was het voor veel mensen een eerste kennismaking met het onderwerp. Dat verbaasde Van Houts: “Waarom weet 99% van de bevolking niet hoe het geldstelsel werkt? Bijna alle bezoekers van onze voorstelling, veelal hoogopgeleid, denken dat de staat over het geld gaat, en dat de staat de geldhoeveelheid creëert en beheert. Dat wordt ook als logisch en rechtvaardig beschouwd.”
‘Door de bank genomen’ leert het publiek dat banken de spreekwoordelijke geldpers exploiteren. Dat maakt het geldstelsel instabiel en onstuurbaar. Het dient vooral de belangen van banken en financiers. Samen met de Stichting Ons Geld brachten De Verleiders dit onder de aandacht van de Tweede Kamer. Ze inventariseerden de gebreken van het huidige geldstelsel en formuleerden een voorstel ter verbetering ervan. Met meer dan 100.000 steunbetuigingen werd dit vorig jaar bij de Tweede Kamer ingediend.
Centraal in dit voorstel staat de ontvlechting van de geldomloop en het bankbedrijf. De geldhoeveelheid ziet Ons Geld als een publieke aangelegenheid, die de overheid direct onder haar hoede zou moeten nemen. Kredietverlening ziet het daarentegen als een private zaak, die aan de markt moet worden overgelaten. Na ontvlechting van de geldomloop en het bankbedrijf slepen banken het spaargeld en de betaalinfrastructuur niet meer mee als ze omvallen. Banken kunnen dan failliet gaan, net als gewone bedrijven. De overheid hoeft insolvente banken dan niet meer overeind te houden. De markt kan dan zijn werk gaan doen, zodat alleen solvente banken overblijven.
De voorstellen van Ons Geld hebben ook invloed op de rente. Deze wordt thans centraal aangestuurd door de centrale bank. Dit ‘rentebeleid’ staat in de belangstelling omdat het niet (meer) blijkt te werken. Ons Geld stelt voor om het monetaire beleid om te vormen. De kredietmarkt zou daarbij moeten worden geliberaliseerd. De rente zou niet het gevolg moeten zijn van centrale sturing, maar de weerspiegeling van risico, vraag en aanbod van krediet. Meer marktwerking dus, met een overheid die zich richt op een gelijk speelveld. Dat doet ze door de geldpers bij de banken weg te halen. De banken gaan dan opereren op bestaand geld, dat de overheid daartoe aan de maatschappij beschikbaar stelt.
Om prijsstabiliteit te bewaren zou de overheid regelmatig nieuw geld moeten scheppen. Dit zou de schatkist jaarlijks vele miljarden opleveren, die bijvoorbeeld zijn te gebruiken voor belastingverlaging en duurzame infrastructuur. Bovendien geeft het ruimte om schulden af te betalen. Dat adresseert een belangrijk probleem van het huidige geldstelsel: de schuldenlasten. De geldomloop wordt nu ‘geleend’ van de banken, die hem belasten met rente. Voor Nederland gaat het om circa €700 miljard waarover jaarlijks zo’n €30 miljard rente wordt afgedragen. Als de overheid deze €700 miljard zelf aan de maatschappij beschikbaar zou stellen, betekent dat een schuldreductie van €700 miljard. Dat zou de economie bevrijden van schuldenlasten, en in staat stellen om tot volle bloei te komen. Dat zou de schade die de financiële crisis de maatschappij heeft berokkend kunnen compenseren.
Het huidige geldstelsel heeft haar grenzen bereikt. Het is een last geworden voor de maatschappij. Het dwingt de samenleving aanhoudend tot hervorming en versobering. Ons Geld ziet een natuurlijk moment om dit geldstelsel te herzien. De samenleving moet zich niet aanpassen aan een geldstelsel dat niet goed werkt. Ze moet dit geldstelsel verbeteren.