Tag: huizen

  • Vertrouwen in woningmarkt daalt

    Vertrouwen in woningmarkt daalt

    Het vertrouwen dat Nederlanders hebben in de woningmarkt is voor het eerst in 4,5 jaar weer negatief. Dat schrijft de Vereniging Eigen Huis (VEH) op basis van nieuwe cijfers over de woningmarkt. Vooral in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is het sentiment de laatste maanden verslechterd. Ruim vier op de tien Nederlanders vindt het momenteel een (zeer) ongunstige tijd om een huis te kopen. Van de doorstromers vindt een derde het momenteel niet gunstig om een ander huis te kopen.

    De Vereniging Eigen Huis publiceert maandelijks haar Eigen Huis Indicator, die het consumentenvertrouwen ten aanzien van de woningmarkt meet. Deze indicator is gebaseerd op maandelijkse peilingen onder een representatief aantal Nederlanders. Deze indicator kwam in maart uit op 99 punten en dook daarmee voor het eerste in 4,5 jaar onder het neutrale niveau van 100 punten. Hieronder ziet u het verloop van deze vertrouwensindex sinds maart 2007.

    Eigen Huis Indicator kwam voor het eerst in 4,5 jaar weer onder neutrale score van 100 punten (Bron: VEH)

    Betaalbaarheid woningen verslechtert

    Het belangrijkste probleem op de woningmarkt is dat de prijzen voor veel starters te hoog zijn geworden. Ze willen wel graag een huis kopen, maar kunnen met hun inkomen niet genoeg geld lenen. Dat betekent dat starters zonder spaargeld of schenking de financiering simpelweg niet rond kunnen krijgen. Ruim de helft van de starters noemt de slechte betaalbaarheid van koopwoningen dan ook het grootste probleem van de woningmarkt.

    Volgens Hans André de la Porte van de Vereniging Eigen Huis is de slechte betaalbaarheid vooral te wijten aan een gebrek aan woningen, meer specifiek nieuwbouwwoningen. Daardoor is er met name in de populaire stedelijke gebieden schaarste ontstaan. Econoom en beurscommentator Hans de Geus is het daar niet mee eens. Hij merkt op dat er op dit moment in Nederland meer woningen per huishouden zijn dan ooit tevoren.

    Beleggers op de woningmarkt

    Het probleem is volgens hem niet zozeer de schaarste aan woningen, maar het feit dat steeds meer beleggers op de woningmarkt actief zijn. Dat drijft de prijzen van woningen verder op en zorgt ervoor dat meer starters uit de markt worden geprijsd. Ook zijn de hypotheekvoorwaarden aangescherpt, waardoor starters minder kunnen lenen. Zij worden door deze omstandigheden min of meer gedwongen te huren in de vrije huursector, waar de prijzen hoog zijn. Daardoor kunnen ze ook minder vermogen opbouwen, waardoor de vermogensongelijkheid groter wordt. Hans de Geus schreef daar een boek over getiteld ‘Hoe ik toch huisjesmelker werd’ dat binnenkort wordt uitgegeven.

    Steeds meer starters kunnen geen huis kopen en blijven in dure huurwoning (Bron: RTL-Z)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Huizen worden onbetaalbaar voor starters

    De huizenprijzen zullen de komende twee jaar waarschijnlijk nog blijven stijgen en daarmee wordt het voor starters steeds moeilijker om iets te vinden, zo blijkt uit onderzoek van RTL Z. Door de lage rente blijft de vraag naar koopwoningen toenemen, terwijl het aanbod veel minder snel groeit. In de grote steden is al sprake van een tekort aan woningen, waardoor de woningen die beschikbaar komen meestal ver boven de vraagprijs van de hand gaan. In dat biedingsproces delven starters meestal het onderspit, omdat ze niet genoeg kunnen lenen.

    Volgens hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer is het zelfs voor starters met een modaal salaris lastig om een woning te vinden, zeker als ze niet kunnen rekenen op financiële ondersteuning van de ouders. Daar komt bij dat er momenteel erg weinig keuze is, want op dit moment hebben kopers volgens cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Makelaars (NVM) gemiddeld slechts 3,8 woningen om uit te kiezen. Vergeleken met de afgelopen tien jaar is dat uitzonderlijk laag, zoals de grafiek van RTL Z hiernaast laat zien.

    ‘Kopen blijft goedkoper’

    Door de extreem lage rente is het voor veel huishoudens goedkoper om een huis te kopen dan om ergens te gaan huren. Zelfs nu de huizenprijzen in de steden vanaf het dieptepunt met tientallen procenten zijn gestegen. Zo lang die rente laag blijft en er niet genoeg gebouwd kan worden zullen de huizenprijzen naar verwachting blijven stijgen.

    Bij RTL Z werden de resultaten van het onderzoek naar de woningmarkt uitgebreid besproken.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Stijgende huizenprijzen zorgen voor steeds meer problemen

    Vorige week werd bekend dat de huizenprijzen in Nederland sinds 2001 niet meer zo hard gestegen zijn als nu. Dat is goed nieuws voor iedereen die al een koopwoning heeft en daar met veel plezier woont, maar voor veel anderen begint de situatie op de woningmarkt alleen maar vervelender te worden. De krapte in het woningaanbod belemmert de doorstroming, terwijl starters met steeds minder genoegen moeten nemen. Ook zijn veel huurders ontevreden met wat ze kunnen krijgen.

    Deze problematiek zien ook terug in de nieuwste cijfers van ING over de Nederlandse woningmarkt. In hun nieuwste kwartaalrapport lezen we dat het vertrouwen in het eerste kwartaal van dit jaar verder gedaald is, omdat steeds meer mensen van mening zijn dat dit geen gunstige periode is om een huis te kopen. Volgens de ondervraagde starters is het de afgelopen tien jaar nog niet zo ongunstig geweest om een woning te kopen als nu.

    Starters ontevreden

    Uit het marktonderzoek van ING blijkt dat gemiddeld meer dan 2/3 van de mensen met een koopwoning zeer tevreden is over hun woonsituatie, terwijl dat slechts bij 15% van de starters het geval is. Potentiële starters, die nu nog huren of bij hun ouders wonen, geven hun huidige woonsituatie een 6,6. Redenen waarom starters niet tevreden zijn is dat ze de huizen te duur vinden (23%), dat het huis waarin ze wonen te klein is (43%) en dat ze graag een tuin zouden willen hebben (39%).

    Wim Flikweert, manager Wonen bij ING, zei het volgende over de uitkomsten van het kwartaalrapport.

    “Voor potentiële starters zijn koopwoningen simpelweg te duur of niet beschikbaar. Dat betekent dat ze moeten blijven zitten waar ze zitten. Starters willen juist graag verhuizen naar een koopwoning om een stapje dichterbij hun ideale woning te komen, maar zijn genoodzaakt thuis te blijven wonen of tegen (hoge) prijzen te huren. Dit gaat ten koste van het woongenot en de hoge lasten kunnen leiden tot financiële kwetsbaarheid. Die kan zo groot worden dat de stap naar een koopwoning mogelijk niet meer gemaakt kan worden.”

    Huurders ontevreden

    Het zijn niet alleen starters die ontevreden zijn over de stijgende huizenprijzen en het beperkte aanbod. Ook huurders merken de gevolgen van krapte op de woningmarkt, waardoor ze niet de ideale huurwoning kunnen vinden en relatief hoge huren betalen. Volgens het onderzoek van ING is slechts 15% van de huurders momenteel tevreden over zijn of haar woning. Veel starters vinden de huur te hoog en meer dan de helft zou voor dezelfde maandlasten liever willen kopen dan huren.

    Volgens Flikweert ligt de oplossing voor deze problematiek niet alleen in het bouwen van nog meer huizen in de grote steden. Ook moet er volgens hem goed gekeken worden naar de bereikbaarheid van de Randstad. In een verklaring tegenover de Telegraaf zegt hij dat er investeringen in infrastructuur nodig zijn om andere gebieden buiten de grote steden aantrekkelijker te maken. Mensen zullen dan vaker kiezen voor een goedkopere woning buiten de stad, zo verwacht Flikweert.

    Meer potentiële starters haken af door stijgende huizenprijzen (Bron: ING)

    Veel starters niet tevreden over hun woning (Bron: ING)

  • Woningen dit jaar met gemiddeld €32.000 winst verkocht

    Het jaar 2017 blijkt zeer gunstig voor de woningverkoper, want driekwart van de woningen werd dit jaar met winst verkocht. Hun verkoopsom lag gemiddeld namelijk €32.000 boven de oorspronkelijke aankoopsom. Amsterdamse huizenbezitters kunnen rekenen op een nog hogere winstmarge: woningen werden hier met gemiddeld €131.000 winst verkocht. Dat blijkt uit het nieuwste kwartaalrapport van Calcasa over de Nederlandse woningmarkt.

    Calcasa onderzocht ook hoeveel woningen op papier in prijs zijn gestegen sinds hun aanschaf. Voor de helft hiervan geldt dat ze bij verkoop minstens 20% meer waard zouden zijn. Dit komt neer op een virtuele winst van gemiddeld €43.000. Bij dit onderzoek is overigens geen rekening gehouden met inflatiecorrectie en overdrachtsbelasting.

    Percentage van de in 2017 verkochte woningen waarvan de verkoopprijs hoger is dan de aankoopprijs, gesplitst naar winstmarge (Bron: Calcasa)

    Woningverkopers in Noord-Holland zijn het beste af, want zij realiseerden gemiddeld €75.000 winst bij de verkoop van een huis. In Flevoland is de waardestijging het kleinst, daar was de overwaarde bij verkoop van de woning dit jaar gemiddeld ‘slechts’ €14.000.

    Het slechtste jaar om een huis te kopen was 2008, zo blijkt uit cijfers van Calcasa. Slechts de helft van de woningen die in 2008 werd gekocht en in 2017 weer in de verkoop ging werd met winst verkocht. Mensen die in 2008 een woning kochten in Gelderland zijn het slechtste af, want die kregen dit jaar gemiddeld €13.000 minder voor hun huis dan wat ze er negen jaar geleden voor betaalden.

    Gemiddelde gerealiseerde winst per provincie totaal en met aankoopjaar 2008 (Bron: Calcasa)

    Helft woningen is bij verkoop minstens 20% meer waard

    Bijna alle woningen (96%) zijn op papier in prijs gestegen sinds hun aanschaf en staan daarmee op virtuele winst, zo berekende Calcasa. De helft hiervan zou bij verkoop tenminste 20% meer waard zijn, dat is gemiddeld €43.000. Bij een kwart van de woningen is de virtuele winst zelfs meer dan €100.000. De gemiddelde waardestijging op papier is met €89.000 het hoogst in Noord-Holland. Huiseigenaren in Limburg zagen de minste waardestijging voor hun woningen met gemiddeld ‘slechts’ €17.000.

    Het aantal huishoudens dat bij verkoop van de woning verlies zou lijden is teruggelopen van 340.000 in het eerste kwartaal naar 213.000 in het derde kwartaal van 2017.

    Gemiddelde virtuele winst naar aankoopjaar per provincie (Bron: Calcasa)

    Ongeveer 3,5 miljoen woningen zouden bij verkoop minstens 10% meer waard zijn. Deze woningen staan vooral in de provincies Noord-Holland (89%), Utrecht (86%) en Zuid-Holland (81%). Bijna 2 miljoen woningen zijn op papier 40% of meer in waarde gestegen. In Noord-Holland geldt dit voor meer dan de helft van de woningen. Limburg en Flevoland blijven achter: in beide provincies is ongeveer een kwart van de woningen 40% of meer in prijs gestegen. De volgende grafiek laat zien dat de waardestijging in de Westelijke provincies duidelijk hoger is dan in de rest van het land.


    Percentage woningen met virtuele winst per provincie (Bron: Calcasa)

    Grote verschillen in virtuele winst tussen gemeenten

    In figuur 5 links is te zien dat in 20 Nederlandse gemeenten de woningen op papier gemiddeld meer dan 100 duizend euro in waarde zijn gestegen. Deze gemeenten liggen allen rond Amsterdam en Utrecht. Utrecht zelf valt net buiten deze categorie met een gemiddelde virtuele winst van 85 duizend euro. In figuur 5 rechts is voor elke gemeente weergegeven welk percentage woningen op minimaal 10% virtuele winst staat. Voor 40 gemeenten geldt dat 80% van de woningen op minimaal 10% virtuele winst staat. Deze 40 gemeenten bevinden zich vooral in de Randstad.

    Gemiddelde waardestijging per gemeente (links) / Percentage woningen met minstens 10% waardestijging per gemeente (rechts) (Bron: Calcasa)

    €131 duizend euro gerealiseerde winst in Amsterdam

    Huizenbezitters in Amsterdam verkochten dit jaar hun woning voor gemiddeld €131.000 boven de oorspronkelijke aankoopprijs. Ook in het slechtere aankoopjaar 2008 wordt in Amsterdam nog altijd gemiddeld €85.000 winst gemaakt. Na de vorige piek in 2008 zijn woningen gekocht tijdens het dieptepunt van de crisis in 2013 met €150.000 het meest winstgevend. Maar ook een recentere aankoop uit 2015 leverde nog altijd gemiddeld €116.000 waardestijging op.

    Gemiddelde winst naar aankoopjaar in Amsterdam (Bron: Calcasa)

  • Huizen of goud?

    Huizen of goud?

    Zijn huizen een betere belegging dan goud? Dat is de vraag die bij een aantal van onze lezers opkwam na ons artikel over de Nederlandse huizenprijzen in goud. Nick Bakker van IEX schreef er zelfs een column over, waarin hij zijn voorkeur voor vastgoed onderbouwt. Volgens hem is vastgoed een betere belegging, omdat je naast een mogelijke prijsstijging ook een stabiele cashflow haalt uit de verhuur. Door deze stroom van inkomsten zijn de fluctuaties van de onderliggende waarde minder bepalend voor het totale rendement dan bij goud, dat geen enkele cashflow oplevert.

    Nick Bakker merkt terecht op dat je eigenlijk ook de opbrengst uit verhuur moet meenemen als je het rendement van vastgoed en goud met elkaar wilt vergelijken. Daarop hebben we een rekensom gemaakt, waaruit blijkt dat je netto 8% rendement per jaar moet halen op een vastgoedbelegging om hetzelfde rendement te halen als goud. Let wel: Dit is als je de periode van 1969 tot en met 2016 als uitgangspunt neemt.

    Neem je een ander startpunt, dan komt daar logischerwijs een ander percentage uit. Zo laat Nick Bakker zien dat de vergelijking tussen goud en huizenprijzen minder gunstig uitpakt voor het edelmetaal als je het jaar 1985 als startpunt neemt. Dit bevestigt dat het moment waarop je in een belegging stapt zeer bepalend kan zijn voor je rendement.

    Is goud een belegging?

    Uit de column van Nick Bakker komt duidelijk naar voren dat hij goud ziet als een belegging, waarvan de waarde over vijf, tien, twintig of vijftig jaar onmogelijk te voorspellen is. Gecombineerd met het feit dat het edelmetaal geen inkomsten oplevert zou je kunnen concluderen dat het zelfs een speculatieve belegging is. Maar is goud wel een belegging?

    Het idee achter beleggen is dat je een bepaalde investering doet, in de hoop dat daar in de toekomst een positief rendement uit komt. Dat geldt voor aandelen, obligaties en ook voor vastgoed. Goud is lastiger als belegging aan te merken, omdat het edelmetaal geen tegenpartij risico heeft en omdat eigenlijk niets doet. De enige zekerheid die je hebt is dat je aan het einde van de rit nog steeds datzelfde stuk goud in handen hebt. De kwaliteit en het gewicht blijven precies hetzelfde en je hebt – in tegenstelling tot veel andere beleggingen – geen tegenpartij risico. Deze twee eigenschappen maken goud bij uitstek geschikt om vermogen in op te slaan.




    Sparen in goud

    Maak je het onderscheid tussen sparen en beleggen, dan zou ik goud eerder in die eerste groep plaatsen. Waarom? Omdat het meeste goud in de wereld in handen is van mensen en instanties die het als een stukje vermogen zien. Centrale banken, die ongeveer 20% van al het goud in de wereld bezitten, hebben niet als doel om rendement te maken. Voor centrale banken is de goudvoorraad slechts een solide onderpand, dat vertrouwen geeft aan de munt en dat in een valutacrisis gebruikt kan worden om een nieuw geldsysteem op te starten en internationale betalingen te kunnen doen. Kijken we naar al het private goudbezit in de wereld, dan is het goed om je te realiseren dat dit voor het grootste gedeelte bestaat uit gouden sieraden. Volgens cijfers van de World Gold Council bestaat de jaarlijkse vraag naar goud zelfs voor 50 tot 60 procent uit sieraden. En die worden ook niet gekocht om te profiteren van een stijging van de goudprijs. Mensen die gouden munten en goudbaren komen doen dat niet altijd met als doel rendement te maken. Er zijn ook veel spaarders die een alternatief zoeken voor hun spaargeld, omdat ze zich zorgen maken over de stabiliteit van banken en de waarde van het geld. Instinctief kiezen zij voor goud, omdat het edelmetaal door alle oorlogen en financiële crises heen waarde heeft weten te behouden.

    Liquiditeit

    Van alle tastbare bezittingen in de wereld is goud het meest liquide. Het edelmetaal ligt verspreid over de hele wereld, heeft een universele kwaliteit en kan dus wereldwijd verhandeld worden tegen een prijs die bij iedereen bekend is. Dat maakt dat goud wereldwijd zeer gemakkelijk te verhandelen is, omdat er in de hele wereld op ieder moment altijd wel iemand te vinden is die het van je wil kopen. In dat opzicht is goud eigenlijk net zo liquide als valuta. Vergelijk je goud met vastgoed, dan wordt het verschil meteen duidelijk. Vastgoed is veel minder liquide, want je kunt het in de regel niet van de één op de andere dag verkopen. Ook is vastgoed gebonden aan een bepaalde locatie, terwijl je goudstaven overal mee naar toe kunt nemen. Daarmee is goud eigenlijk een compleet andere vorm van vermogen die niet één op één te vergelijken is met vastgoed of andere tastbare bezittingen als kunst, klassieke auto's of sieraden.

    Goud als vermogen

    Een belangrijke eigenschap die goud uniek maakt is de uitzonderlijk hoge stock to flow ratio. Dit is simpelweg de verhouding tussen de bovengrondse goudvoorraden en de jaarlijkse productie van goudmijnen. Die verhouding is bij geen enkele grondstof zo hoog als voor goud, wat betekent dat het totale aanbod in de wereld vrij constant is en in een redelijk voorspelbaar tempo toeneemt. Dat zorgt ervoor dat men vertrouwen heeft in goud als middel om vermogen in op te slaan. In tegenstelling tot de hoeveelheid geld is er niemand in de wereld die de hoeveelheid goud kan manipuleren. We zien nu al dat centrale banken dollarreserves verkleinen en hun goudvoorraden uitbreiden. Mogelijk anticiperen centrale banken op een nieuw monetair systeem, waarin goudreserves veel belangrijker worden dan valutareserves. Dit is uiteraard speculatie, maar het feit dat de rente wereldwijd naar nul zakt en dat centrale banken maandelijks voor tientallen miljarden dollars aan obligaties opkopen geeft al aan dit geldsysteem op haar laatste benen loopt. stocktoflow

    Stock to flow ratio van goud (Bron: Incrementum)

    Conclusie

    We zijn misschien wat afgedwaald van de vraag of goud een betere belegging is dan vastgoed. Maar het is belangrijk om beide in een bredere context te plaatsen. Het grote voordeel van vastgoed is dat het cashflow oplevert, maar het nadeel is dat het minder liquide is. Ook moet je tijd en energie investeren om het te onderhouden en verhuren. Goud daarentegen is onderhoudsvrij en kent geen tegenpartij risico. Het ligt er maar net aan wat uw financiële positie is en wat het beste bij uw situatie past. Heeft u vermogen en komt het in uw geval goed uit om dat te investeren in vastgoed, dan kan dat voor de lange termijn zeker interessant zijn. Maar heeft u spaargeld en zoekt u een tastbare bezitting waar u geen omkijken naar heeft, dan is fysiek goud een zeer interessant alternatief. Zeker in een tijdperk van extreem lage rente, waardoor het wonder van compounding interest niet meer zo'n wonder is als het ooit was...

    hollandgold-logo

    Deze bijdrage wordt u aangeboden door Hollandgold, uw adres voor de aankoop van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over goud kopen? Neem dan contact op via [email protected] of bel 088-4688400. 

  • Grafiek: Huizenprijzen in goud vanaf 1969

    De huizenprijzen in Nederland stijgen de laatste jaren weer, maar hoeveel kilo goud kost een gemiddeld huis eigenlijk? We verzamelden de cijfers en maakten daar de volgende grafiek van, die in één oogopslag laat zien hoeveel goud je vanaf 1969 tot en met nu moet neerleggen om een huis te kopen. Door de huizenprijzen niet in euro’s, maar in een edelmetaal uit te drukken dat al duizenden jaren als waardevol beschouwd wordt, krijgen we een heel andere kijk op de ontwikkeling van de huizenprijzen in Nederland.

    Toen de huizenmarkt in 2008 naar een recordniveau steeg, was de prijs uitgedrukt in goud al vier jaar aan het dalen. Betaalde je in 2004 omgerekend meer dan 23 kilo goud voor een gemiddelde woning, acht jaar later was dat gezakt tot minder dan 6 kilo goud. Dat is een waardedaling van meer dan 70%. Sindsdien zijn de huizenprijzen dankzij de extreem lage rente weer wat gestegen, waardoor je vandaag de dag 7,5 kilogram goud moet neertellen voor een gemiddelde woning.

    We zien dat de koopkracht van goud de afgelopen jaren sterk is toegenomen. In de jaren ’80 waren woningen in Nederland naar verhouding nog goedkoper, vooral omdat de hypotheekrente in die periode richting de dubbele cijfers steeg. Daardoor kon men simpelweg minder geld lenen om een huis te kopen en waren meer mensen gedwongen te gaan huren. De goudprijs begon in 1980 te dalen en bereikte rond de eeuwwisseling een bodem van minder dan $300 per troy ounce.

    huizenprijzen-nederland-goud

    Huizenprijzen Nederland in kilo goud

    Huizenprijzen versus goud

    Als aanvulling op bovenstaande grafiek hebben we ook de prijsontwikkeling van goud en huizen in euro’s doorgerekend. De goudprijs voor de introductie van de euro heeft de World Gold Council berekend op basis van de belangrijkste Europese valuta. Sinds 1969 is de prijs van het edelmetaal met een factor vijftig gestegen, terwijl de huizenprijzen ‘slechts’ dertien keer zo hoog zijn als 47 jaar geleden. Is goud daarmee een betere belegging dan vastgoed?

    huizenprijzen-goud-grafiek-gs

    Goudprijs versus huizenprijzen sinds 1969

    hollandgold-logo

    Deze bijdrage wordt u aangeboden door Hollandgold

  • Grafiek: Nederlandse huizenprijzen in goud

    De Nederlandse huizenprijzen in goud dalen al vanaf 2004, zo blijkt uit data die Marketupdate verzamelde. Onderstaande grafiek laat de prijs van een gemiddelde woning zien, gedeeld door de goudprijs in euro’s van dat moment. Met andere woorden: hoeveel troy ounce goud moet je op tafel leggen om een huis te kunnen kopen?

    Deze vergelijking van twee soorten tastbare bezittingen leert ons dat de huizenprijzen vanaf de bodem in 1983 tot de piek in 2003 met een factor vier zijn gestegen. In 2003 betaalde men op een gegeven moment ruim 800 troy ounce goud voor een woning, omgerekend bijna 25 kilogram! Sindsdien zijn de huizenprijzen in goud razendsnel gezakt, tot iets meer dan 200 troy ounce in 2011.

    Bodem bereikt?

    De grafiek suggereert dat de grootste waardedaling van huizen achter de rug is, maar laat u niet misleiden door de absolute cijfers. Een daling van 200 naar 150 troy ounce goud voor een woning is nog altijd een daling van 25%. En met de vooruitzichten op de woningmarkt is die daling niet uit te sluiten. Het is alleen nog de vraag wat de goudprijs gaat doen..

    Nederlandse huizenprijzen in goud

    Gemiddelde huizenprijs in Nederland, uitgedrukt in aantal troy ounce goud (beide in €)