Tag: kissinger

  • Market Update (15 juni 2015)

    Varoufakis vraagt schuldeisers om groter deel van de schulden kwijt te schelden, AEX index lager door zorgen om Griekenland en Zimbabwe geeft eindelijk haar eigen munt op. Verder in het nieuws: China wil miljarden investeren in Europese infrastructuur, Texas haalt goud terug uit New York en Verenigde Staten willen meer zware wapens bewaren in Oost-Europa.

    Heeft u nieuwstips? Stuur ze door naar [email protected] ,zet ze in de comments of stuur een bericht op twitter!

    Market Update (15 juni 2015)

    Nederlandse media
    • Griekse minister Varoufakis roept weer op tot kwijtschelden schulden (NU)
    • Merkt u al iets van die vette jaren? (Trouw)
    • 'Wees voorbereid op Grexit' (DFT)
    • AEX lager door Griekse zorgen (NU)
    Kredietcrisis
    • Bunds Turn Germany From Hero to Zero as DAX Enters Correction (Bloomberg)
    • Keeping Greece in the Euro May Have Nothing to Do With Finances (Bloomberg)
    Valutacrisis
    • Een tekort aan geld, de opmaat naar hyperinflatie (Argentor)
    • Zimbabwe is paying people $5 for 175 quadrillion Zimbabwe dollars (Washington Post)
    • Zimbabwe to phase out worthless local dollar (RTE)
    BRICS
    • Exclusive: China to extend economic diplomacy to EU infrastructure fund (Reuters)
    • French FM urges deepened China-France cooperation in context of "Belt and Road" initiatives (Xinhua)
    Geopolitiek
    • U.S. plans to store heavy arms in Baltic, Eastern Europe - source (Reuters)
    • US Hawks Want to 'Drive a Stake Through the Heart of Minsk II' (Sputnik News)
    • Vladimir Putin, interview to the Italian newspaper (Corriere)
    • Bilderberg Kingpin Henry Kissinger Admits ISIS Gets Its Weapons from US (Globalresearch)
    Goud
    • Rusland wil goudreserve verder uitbreiden (Argentor)
    • Texas Gold Bill Becomes Law, State to Remove $1B Worth of Bullion From New York (The Epoch Times)
    • Five-time jump in gold smuggling; seizure worth Rs 1,120 cr (Times of India)
    • The Three Books You Must Read if You Want to Argue About Gold (Bloomberg)

    Grafiek/Cartoon van de dag

    usmint-coin-sales

    Verkoop gouden munten daalt

    silk-road-initiative

    De Chinese Silk Road brengt Europa en Azië dichter bij elkaar

    net-short-euro

    Speculanten minder zeker over verdere daling van de euro

    De Zimbabwaanse dollar is binnenkort geen wettig betaalmiddel meer

    Henry Kissinger  over ISIS

  • Goud en het monetaire systeem: Het potentiële VS-EU conflict

    Marketupdate publiceerde onlangs al een historisch document over de Europese herwaardering van goud. Dit artikel, waarin een gesprek tussen Henry Kissinger en zijn adviseurs wordt beschreven, werd bijzonder goed gelezen. Ondanks de diepgang van de materie weten we toch een grote doelgroep te bereiken met dit soort publicaties. Er gaat heel veel tijd in zitten om dit soort pareltjes te vertalen, maar gelukkig werden we deze keer geholpen door ‘Louve’ van het Goudstudieforum. Louve leverde namelijk een complete vertaling aan van een artikel dat we zelf ook al op de stapel hadden liggen. We hebben deze vertaling grondig nagelopen en taaltechnisch nog wat aangescherpt en kregen van Louve toestemming om het op Marketupdate te publiceren. De passage in het blauw is een toelichting van Louve op het artikel.

    In dit lange artikel lees je over de patstelling tussen Europa en de VS die speelde in de jaren zeventig. Om de historische context te schetsen: de Amerikaanse dollar was een paar jaar eerder losgekoppeld van goud en was nog steeds de wereldreservemunt. De inflatie begon op te lopen en de goudprijs begon boven de officiële goudprijs van $42,22 uit te stijgen. Ook de olieprijs begon te stijgen, omdat de olieproducerende landen meer waarde wilden hebben voor hun olie nu de dollar niet langer gedekt was door een goudbelofte.

    De VS wilde het liefst de disciplinerende werking van goud UIT het systeem faseren, terwijl ze vanuit Europa hoorden van de plannen om goud als disciplinerende monetaire reserve juist terug IN het systeem te brengen. Europese landen, maar met name Frankrijk en Italië, wilden hun begrotingstekorten met andere Europese landen afrekenen met hun goudreserve. Maar niet zo lang dat goud nog gewaardeerd is tegen de kunstmatig lage prijs van $42,22 per troy ounce… Het feit dat de Amerikanen de goudprijs dicteerden op $42,22 maakte het voor Frankrijk en Italië niet zonder meer mogelijk een hogere goudprijs af te dwingen, één die in harmonie zou zijn met de prijs van vrij goud.

    We hebben belangrijke passages uit het artikel groen gemarkeerd, maar eigenlijk zouden we al het onderstaande dan groen willen maken. Dikgedrukt groen zijn de passages de naar onze mening bijzonder veel betekenis hebben. Veel leesplezier!

     ~~~~

    Goud en het monetaire systeem: Het potentiële VS-EU conflict

    Washington, 6 maart 1974

    Opmerkingen van de plaatsvervangend adjunct-staatsstecretaris voor Internationale Financien en Ontwikkeling (Weintraub) aan de staatssecretaris van Financien voor Monetaire Zaken (Volcker).

    Dit is een paper dat we hebben voorbereid voor secretaris Kissinger waarin we onze visie geven op het vraagstuk van goud. We hebben dit besproken tijdens een bijeenkomst, waarop we nog niet geprobeerd hebben naar een conclusie toe te werken. We zouden uw reactie op dit artikel zeer waarderen. Kissinger heeft gezegd dat hij het zeer op prijs zou stellen om binnen twee weken een ontmoeting met u te hebben en met iemand anders die u mag aanwijzen om te praten over dit onderwerp en over wat er nu gedaan zou moeten worden.

    Een optie die niet is opgenomen in het papier, maar die om verschillende redenen moet worden bekeken, is hoe om te gaan met het tegenwerken van de Europeanen als ze van plan zouden zijn om verder te gaan zonder ons, op een manier die we als schadelijk zouden ervaren voor onze belangen.

    Het probleem

    Amerikaanse doelstellingen voor het mondiaal monetair systeem – een duurzaam, stabiel systeem, met de SDR als een sterke reserve-asset in het midden – zijn onverenigbaar met een blijvende rol voor goud als een reserve-asset. Deze doelstellingen zijn in schijnbaar conflict met de wens van de EU om het gebruik van goud in internationale transacties te vergemakkelijken. Er is een geloof onder bepaalde Europeanen dat een hogere prijs van goud de financiering van olie-importen zou vergemakkelijken, hoewel dat argument afhankelijk is van de houding van de producenten naar goud, als een asset die niet geldig mag worden gemaakt. Het onvermurwbaar aandringen van de VS op het handhaven van de huidige vaste officiële prijs kan waarschijnlijk een internationaal conflict creëren met de EG, en kan ook leiden tot eenzijdige EG-regelingen die onze doelen zouden verslaan voor het systeem.

    In de komende maanden zal het aloude Amerikaans-Europese geschil over de rol van het goud waarschijnlijk worden aangedreven vanuit de achterkamer naar het hoofdpodium van onze relatie. De inzet in dit geschil is hoog, namelijk de lange-termijn stabiliteit van het internationale monetaire stelsel en de vooruitzichten van grotere verdeeldheid binnen Europa en verdeeldheid tussen Europa en de VS.

    De conclusie

    De Amerikaanse doelen zijn belangrijk en mogen niet worden opgegeven , maar ze kunnen haalbaar zijn zonder het rigide vasthouden aan de huidige vaste officiële goudprijs. Er bestaan compromisvoorstellen die voldoende vooruitgang zou maken ten opzichte van onze doelstellingen voor het systeem, terwijl het ook voldoet aan de belangrijkste Europese behoeften. Aangezien de EU waarschijnlijk haar voorstellen voor de G20 uiteenzet deze zomer , zal een Amerikaans standpunt binnen de komende paar maanden nodig zijn. Tactisch kan het ook de voorkeur hebben om eventuele compromis voorstellen met een of meer EU-leden te bespreken, voordat we geconfronteerd met een Europese positie.

    Binnen de EU ontwikkelt zich druk om de onderlinge verschillen op de handelsbalans af te wikkelen met goud dat gewaardeerd is tegen de marktprijs (of een andere prijs die aanzienlijk hoger is dan de huidige officiële prijs van $42,20 per troy ounce) . Unilateraal optreden van de Europese Gemeenschap in deze richting zou rechtstreeks ingaan tegen de positie van de VS op het internationale goudbeleid . De EU zal naar verluidt proberen om een direct conflict te vermijden door aan te dringen op een snelle oplossing van het probleem, in het kader van de multilaterale monetaire hervormingsonderhandelingen. Daarom moet het Amerikaanse standpunt opnieuw worden bekeken in het licht van de huidige omstandigheden.

    Deze notitie onderzoekt de fundamenten van dit potentiële conflict tussen de VS en de EG over het goud vraagstuk, en probeert vast te stellen welk van de onderhandelingsposities de Amerikaanse belangen het beste zou dienen.

    Goud in het internationaal monetair stelsel – De kwesties

    In de G20 monetaire hervormingsonderhandelingen heeft men overeenstemming bereikt dat de SDR de plaats inneemt, die eens toebehoorde aan goud, in het centrum van de wereld monetaire stelsel. Er is echter nog steeds aanzienlijke onenigheid over wat de exacte toekomstige rol van het goud zou moeten zijn – of het uiteindelijk zou moeten worden verbannen van het systeem (de Amerikaanse visie) of dat het een belangrijke functie moet behouden als een reserve-asset en als middel om de betalingsbalans te vereffenen (de positie van een aantal Europese landen).

    Amerikaanse belangen in deze kwestie zijn in het opzetten van een stabiel, duurzaam wereldwijd monetair systeem gebaseerd op een sterke SDR , waarmee toekomstige monetaire crises en conflicten, die het Bretton Woods systeem hebben geteisterd, wordt voorkomen. Naar onze mening is een systeem dat goud als een belangrijke reserve-asset naast SDR opneemt inherent instabiel, net zoals bi-metallisme was in de VS.

    Deze inherente instabiliteit komt voort uit het feit dat goud als een grondstof wordt verhandeld op een eigen markt tegen een variabele prijs die onderhevig is aan de grillen van de wereldproductie (grotendeels Sovjet-Unie en Zuid- Afrika) en de aan- en verkoop van hamsteraars en speculanten. Met een fluctuerende – en over het algemeen stijgende – vrije markt voor goud is een vaste officiële prijs gewoon niet geloofwaardig. Het gebrek aan geloofwaardigheid groeit als de kloof tussen particuliere en officiële prijzen groter wordt. Maar als de prijs waartegen de officiële transacties in goud plaatsvinden periodiek wordt aangepast aan de marktprijs van goud, dan ontstaat er een instabiele situatie tussen goud en de SDR.

    Op dit moment is de waarde van de SDR in goud vastgezet. Echter, het is over het algemeen in de G20 overeengekomen dat de nieuwe SDR niet moet worden gerelateerd aan goud, maar aan een mandje van valuta. In dit geval zou een veranderende prijs waartegen officiële goudtransacties plaatsvinden kapitaalwinsten (of verliezen) creëren voor de bezitters van goud ten opzichte van bezitters van de SDR. Dat kan de speculatieve vraag van centrale banken naar goud stimuleren en de SDR verzwakken.

    Goud versus de SDR

    Het is de zorg van de Verenigde Staten dat een substantiële stijging van de prijs waarop officiële goud transacties worden gedaan de positie van goud in het systeem zal versterken. Dat zal verlammend werken op de SDR. Als internationale liquiditeiten werden geïnjecteerd via goud is er nog maar een kleine kans dat er nieuwe trekkingsrechten voor de SDR uitgegeven zullen worden. Er zou ook een afnemende belangstelling zijn om goud te verkopen op de particuliere markt, zelfs na een officiële verhoging van de goudprijs. Centrale banken zouden namelijk vastklampen aan hun goud in afwachting van verdere stijging van de officiële goudprijs. Daarnaast zou een te grote stijging van de hoeveelheid liquiditeit in de wereld inflatoire gevaren toevoegen. Ten slotte zou de verdeling van de stijging van de wereld reserves zeer ongelijk zijn, met acht rijke landen die driekwart krijgen, terwijl de ontwikkelingslanden minder dan 10 procent zouden krijgen. Producerende landen (de Sovjet-Unie en Zuid-Afrika) zouden profiteren van het impliciete fundament dat gezet wordt onder de vrije markt goudprijs.

    Om de uiteindelijke demonetisatie van goud te vergemakkelijken is het onze positie om de huidige goudprijs te handhaven en conform de huidige Bretton Woods overeenkomst geen officiële goud aankopen te doen boven de officiële prijs van $42,22 per troy ounce. We moedigen de geleidelijke dispositie van monetair goud aan door middel van verkoop van goud op de particuliere markt. Een alternatieve route naar demonetisatie kan leiden naar een substitutie van SDR voor goud met het IMF, met de laatste door de geleidelijke verkoop van het goud op de particuliere markt, en door de verdeling van de winsten op dergelijke verkopen. Hetzij aan de oorspronkelijke goud bezitters, hetzij door een andere overeenkomst.

    Europese opvattingen over de rol van goud in de wereld monetair systeem verschillen aanzienlijk. De Britten en Duitsers zijn het over het algemeen principieel eens met de wenselijkheid om goud uit het systeem te faseren. Aan het andere uiteinde van het spectrum zijn de Fransen de belangrijkste voorstanders van een blijvende belangrijke rol voor goud in het systeem.

    Steun voor een blijvende rol voor goud in het systeem is grotendeels gebaseerd op de overtuiging dat “papieren goud” – de SDR – niet voldoende vertrouwen geniet om goud volledig te vervangen in het systeem. Er is in feite nog steeds een aanzienlijke emotionele gehechtheid aan goud als monetair actief en een fundamenteel wantrouwen ten opzichte van de bank of papiergeld wegens het niet hebben van intrinsieke waarde.

    Aan de andere kant erkennen de meeste Europese ambtenaren de fundamentele problemen van systeem waarin goud en de SDR als reserve-actief gebruikt worden. Belgische minister van Financiën, De Clerq, verklaarde op de jaarlijkse bijeenkomst van het IMF in september het volgende:

    Eventuele herdefiniëring van de rol van goud moet gebaseerd zijn op het bovenstaande principe: de SDR moet het middelpunt van het systeem worden en er is geen ruimte voor de invoering van een nieuwe vorm van goud – papier en goud – metaal, een vorm van bimetallisme waarbij de SDR en goud in concurrentie met elkaar zouden zijn.

    Immobiliteit van goud

    Ondanks deze verschillen tussen de lidstaten is de EU positie samengesmolten rond hun verlangen naar vrij goud voor gebruik in de afwikkeling van onderlinge Europese betalingsbalans verschillen. Dat is een probleem dat ontstaan is door de huidige “immobilisatie” van goud, dat weer het gevolg is van de grote discrepantie tussen de officiële en vrije marktprijs van goud.

    Monetaire autoriteiten zijn niet bereid hun goudreserves te gebruiken om officiële schulden te vereffenen tegen een goudprijs die ver onder de vrije marktprijs ligt. Dit is in het bijzonder een probleem voor de EU. Daar vereisen de regels namelijk dat de schulden, die voortkomen uit interventie om intra-Europese wisselkoersen te ondersteunen, vereffend moeten worden in reserves in verhouding tot de samenstelling van de reserves . (Deze “immobiliteit” van goud is, uiteraard, een voorbeeld van de problemen die inherent zijn aan een systeem waarin goud de rol van reserve speelt samen met een andere reserve asset.)

    Tot op zekere hoogte is de immobiliteit van goudreserves als een betalingsmiddel voor landen het gevolg van zelf opgelegde beperkingen. Landen zijn vrij om reserve-valuta en bijzondere trekkingsrechten (SDR) te gebruiken om schulden te vereffenen. Bovendien zijn landen nu vrij om extra valuta te verkrijgen door middel van de verkoop van goud aan de particuliere markt (en daarmee kunnen ze substantiële kapitaalwinsten boeken). Het Europese probleem is een gevolg van hun specifieke regels voor de afwikkeling van tekorten op de betalingsbalans. Dat is het belang dat de schuldeisende landen hebben om goud te ontvangen en daarmee de discipline op te leggen aan landen die een handelstekort hebben. Het is ook een gevolg van hun onwil – tot nu toe – om goud te verkopen op de particuliere markt. De redenen voor deze terughoudendheid zijn waarschijnlijk gerelateerd aan de onduidelijke status van goud in het systeem, de fundamentele aantrekkingskracht van goud, de verwachting van toekomstige prijsstijgingen en de “dunheid” van de private goudmarkt.

    Evenmin is duidelijk dat de Europese landen hun goud zouden opgeven na een verhoging van de goudprijs, omdat een verhoging kan leiden tot een verwachting van een verdere prijsstijging van goud. Zelfs onder het Bretton Woods systeem hebben de Europeanen niet vaak goud opgeven om tekorten af te wikkelen.

    Het “immobiliteitsprobleem” is van bijzonder belang voor de Fransen en Italianen, die aanzienlijke EU schulden hebben én die daarnaast een bijzonder grote proportie van hun reserve in goud hebben. Recent hebben andere Europese landen zich aangesloten bij het Franse en Italiaanse standpunt dat dit probleem opgelost moet worden, met in het achterhoofd de stijging van de goudprijs op de vrije markt en het gegeven dat de definitieve besluiten over de monetaire hervormingen blijkbaar verder weg zijn dan eerder gedacht. De Duitsers en Britten vooral, vinden het belangrijk dat de oplossing zodanig wordt vormgegeven dat deze de Verenigde Staten niet zal tegenwerken. Zij willen deze kwestie daarom in de multilaterale context van de G20 oplossen, indien dat mogelijk is. Bij gebrek aan overeenstemming op de G20, zou de EU gerust eenzijdig een aantal regionale regelingen maken.

    Verschillende Europese voorstellen zijn al gedaan in het licht van de goud kwestie. Het Franse basisvoorstel in de G20 was gewoon om de officiële goudprijs te verhogen, hoewel dit mogelijk een ludieke en niet serieuze actie was die geen andere steun ontving dan uit Zuid-Afrika. Andere Europese voorstellen, en de genoemde Franse fallback positie, zijn variaties op het idee dat de officiële goudprijs afgeschaft dient te worden, waardoor de SDR de enige numeraire van het systeem wordt. Daarmee blijven de monetaire autoriteiten vrij om goud te gebruiken tegen een onderhandelde prijs of aan een prijs gerelateerd (misschien met een korting) aan de particuliere markt prijs. In de versie die onlangs zou zijn voorgesteld werd door het Verenigd Koninkrijk aan de EU, zou een dergelijke regeling worden gecombineerd met gecoördineerde verkoop van centrale bank aan de particuliere markt . Een andere mogelijkheid die naar verluidt wordt overwogen is om de Italianen – die de grootste behoefte hebben – als enige goud te laten verkopen op de particuliere markt, waardoor een onnodige neerwaartse druk op de goudprijs voorkomen wordt. De Franse versie van dit voorstel zou toestaan dat centrale banken zowel goud kunnen kopen als verkopen op de particuliere markt (uiteraard om te voorkomen dat het de particuliere markt zou drukken en met als bijkomend effect dat de rol van het goud in het systeem behouden blijft of groter wordt) .

    In plaats van een algemene overeenkomst die officiële transacties in goud tegen een hogere prijs dan de officiële prijs toelaat , hebben sommige EU-landen een speciale regeling voorgesteld om alleen te gaan met het intra – EG probleem. Dergelijke voorstellen zijn tot nu toe uitgesteld door een combinatie van enerzijds technische problemen en anderzijds een onwil om eenzijdige maatregelen van twijfelachtige legaliteit te nemen die beledigend zijn naar de Verenigde Staten. Onlangs heeft de Europese Commissie een systeem dat een hogere voorlopige prijs in werking gesteld, te corrigeren wanneer overeenstemming is bereikt over een nieuwe prijs voor goud.

    Zowel het Europese G20 voorstel als de intra-Europese voorstellen zouden een algemene verhoging van de officiële goudprijs impliceren. Echter zou ieder voorstel neerkomen op een algemene de facto of de jure verhoging van de officiële goudprijs die de rol van goud in het systeem versterkt. Een systeem waarin er alleen goud verkocht kan worden aan de private markt moet daarin een verzachtend en verlichtend effect hebben.

    Goud voor olie

    De recente stijging van de olieprijs heeft een nieuwe dimensie toegevoegd aan de goud kwestie, en heeft volgens sommige Europese ambtenaren het intra-Europese probleem naar een secundaire positie gebracht. Hoewel de mobilisatie van goud tussen Europese landen zou helpen bij de financiering van de onevenwichtigheden binnen de EU, zou het niet uit zichzelf de middelen bieden voor de financiering van het verwachte tekort met de olie-producerende landen. Voor dit doel zou het nuttig zijn als de olie-producerende landen een deel van hun overtollige opbrengsten zouden gebruiken om goud te kopen van de tekortlanden in Europa. Goud dat tegen een prijs aangeboden wordt die dicht bij de vrije marktprijs ligt. Dit zou een aantrekkelijk voorstel voor zowel de Europese landen als voor de VS zijn, omdat er geen toekomstige rentelasten aan verbonden zijn en omdat het onmiddellijke problemen kan voorkomen die het gevolg kunnen zijn van verhoogde Arabische eigendom van de Europese en Amerikaanse industrie. (De Arabieren kunnen het goud echter ook verkopen en de opbrengst gebruiken voor directe investeringen, zodat het probleem van Arabische inmenging in de industrie van de VS en Europa niet wordt opgelost.).

    Vanuit het Arabische perspectief zou goud de voordelen bieden van bescherming tegen wisselkoersveranderingen en inflatie. Daarnaast staat goud als reserve onder absolute nationale controle. Sommige Europese ambtenaren denken er al over na om de weg vrij te maken voor dergelijke transacties (die nu verboden zouden worden door IMF regels). Er is gezegd dat de Arabieren alleen geïnteresseerd zijn in het kopen van goud tegen de marktprijs als ze verzekerd zijn van een soort bodemprijs. We hebben woord ontvangen dat een dergelijk voorstel wordt besproken binnen de Duitse regering.

    Vanuit het oogpunt van internationale liquiditeitsbehoeften kan een algemene verhoging goudprijs nu aannemelijk worden gemaakt, omdat de verwachte betalingspatronen als gevolg van de hogere olieprijzen (lees: totale tekorten voor Europa en Japan) kunnen leiden tot een vermindering van de wereld liquiditeitsreserve. Echter, uit het oogpunt van de Verenigde Staten (en dat van alle landen zonder grote goudvoorraad) zouden nieuwe SDR toewijzingen de voorkeur verdienen wanneer nieuwe liquiditeitscreatie nodig is.

    Opties voor het Amerikaanse onderhandelingsbeleid op goud

    Omdat de VS waarschijnlijk wordt gepresenteerd met de druk om te berusten in een aantal regelingen van de Europese doelstellingen van hierboven, is het van belang dat we heroverwegen wat onze eigen houding in de onderhandelingspositie zou moeten zijn. De volgende onderhandelingsposities weerspiegelen beide uiteinden van het hele spectrum:

    Optie 1: Blijf onvermurwbaar verzetten tegen elk voorstel dat leidt tot een stijging van de prijs waartegen de monetaire autoriteiten in goud transacties verrichten.

    Voordelen: Als dat lukt, kunnen we voorkomen dat goud aan kracht wint als internationale reserve-asset (actief) en kunnen we de sterkte van de SDR behouden. Ook is het waarschijnlijk dat we hiermee uiteindelijk de demonetisatie van goud bereiken en daarmee een stabieler internationaal monetair systeem verkrijgen.

    Nadelen: Europa kan dan zijn gang gaan met zijn eigen regelingen die zou neerkomen op een virtuele facto verhoging van de officiële goudprijs, met ongewenste effecten op het mondiale monetaire systeem dat kan leiden tot conflicten en bitterheid tussen de VS en de EU.

    Optie 2: Stem toe in een Europees plan van de afschaffing van de officiële goudprijs, waardoor de afwikkeling van tekorten tussen landen gedaan kan worden met goud tegen een overeengekomen goudprijs. Voor deze optie moet er een “alleen verkopen” clausule opgenomen worden met betrekking tot goudtransacties met de private markt.

    Voordelen: Dit zou iets te verkiezen zijn boven een regelrechte verhoging van de officiële goudprijs en zou een weg voor demonetisatie behouden door de eenrichtingsweg van verkopen van goud aan de particuliere markt. De SDR zou de enige numeraire van het systeem geworden. Op de korte termijn zou de spanningen met Europa van monetaire kwesties worden verminderd door deze aanpak te kiezen. De toename van de facto liquiditeit kan nuttig zijn in de huidige omstandigheden en de verkoop van goud aan de Arabieren zou kunnen helpen om de westelijke betalingsbalanstekorten te financieren.

    Nadelen: Deze optie heeft de meeste van de bovengenoemde nadelen (en kan in feite leiden tot) een regelrechte toename van de officiële goudprijs. Wij kunnen daarbij de mogelijkheid verliezen om een stabiel en rationeel wereld monetair systeem te bouwen, met alle nadelige gevolgen die dat op de lange termijn kan hebben met betrekking tot monetaire instabiliteit en conflict.

    De nadelen van beide opties zijn zodanig dat de zoektocht naar extra opties gerechtvaardigd is. Tussenliggende opties bestaan, opties die het potentieel hebben om aan de Europese doelstelling van het mobiliseren van goud op de korte termijn kan voldoen, met het behoud van de wenselijke trend naar goud demonetisatie op de langere termijn.

    Optie 3: Compleet demonetisatie van goud op de korte termijn door een IMF substitutie faciliteit. Landen zouden afstand doen van hun goudreserves door het af te staan aan het IMF in ruil voor SDR’s. Het goud kan dan geleidelijk door het IMF verkocht worden op de particuliere markt. De winsten uit de verkoop van goud kunnen gedeeltelijk worden uitgekeerd aan de oorspronkelijke bezitters van het goud, waardoor ze ten minste een deel van de meerwaarden realiseren. Ondertussen kan een deel van de winst gebruikt worden voor andere doeleinden, zoals de hulp aan de minst ontwikkelde landen.

    Voordelen: Dit zou ons doel van demonetisatie bereiken en het probleem van goud immobiliteit verlichten, aangezien de SDR’s die landen in ruil voor goud ontvangen gebruikt kunnen worden voor de afwikkeling van tekorten op de betalingsbalans, zonder angst voor het mislopen van kapitaalwinsten.

    Nadelen: Dit zou een snellere demonetisatie dan meerdere landen zouden accepteren. Dit zal geen voordeel opleveren uit het oogpunt van de financiering van de olie-import met goudverkopen aan Arabieren (hoewel het niet noodzakelijkerwijs onverenigbaar hoeft te zijn met een dergelijke regeling).

    Het enige belangrijke nadeel van optie 3 is dat het waarschijnlijk onaanvaardbaarheid is voor de landen die om traditionele redenen liever vasthouden aan goud. Maar het zou onze gevoeligheid tonen ten aanzien van het probleem van immobiliteit (van het goud), en zou een goede eerste onderhandelingspositie zijn. We kunnen uiteindelijk ook nog terugvallen op een vierde optie:

    Optie 4: Accepteer de Europese opstelling waarin de officiële goudprijs wordt afgeschaft en officiële transacties tegen een marktgerelateerde goudprijs worden toegestaan, maar alleen met instemming dat een bepaald gedeelte van het goud wordt overgedragen aan een substitutiefaciliteit van het IMF, en dat geleidelijke substitutie van SDR voor goud zou plaatsvinden over een langere periode van tijd. (Een mogelijke regel uit velen zou kunnen zijn dat landen de nominale waarde van hun goudvoorraad van dit moment behouden en dat een waardestijging van het goud door een stijging van de goudprijs wordt gecompenseerd door goud te vervangen voor SDR’s.

    Een andere variant op dit voorstel is dat landen moeten instemmen met een vooraf bepaalde, geleidelijke directe verkoop aan de particuliere markt. Ook hier kan de winst worden gedeeld tussen goud bezitters en anderen.

    Voordelen: Dit zou voldoende momentum richting goud demonetisatie bieden, terwijl het bieden van verlichting aan het immobiliteitsproblemen van goud. Dit lijkt beter verenigbaar te zijn met de verkoop van goud aan de Arabieren, indien dit wenselijk is. Daar kan nog over onderhandeld worden.

    Nadelen: Deze optie is iets minder wenselijk voor de middellange termijn werking van het systeem dan optie 3.

    Conclusies

    De Amerikaanse doelstelling van een vermindering van de rol van goud in de wereld monetaire stelsel is de moeite waard, maar ze is misschien haalbaar zonder aan te dringen op naleving van de huidige vaste officiële goudprijs. Bovendien zou een dergelijk standpunt internationale wrijving onnodig maken. Er bestaan compromisvoorstellen die goede vooruitzichten bieden voor het bereiken van de doelstellingen die we in ons systeem voor ogen hebben, terwijl ze voldoen aan de belangrijkste Europese eisen. We moeten bereid zijn om deze compromissen te gebruiken in de nabije toekomst.

    Tactiek

    Onderhandelen in een breder IMF forum zou waarschijnlijk een omstreden proces zijn en zal zeer veel verdeeldheid oproepen, tenzij op basis van een voorafgaand Amerikaans-Europees begrip. The Europeanen zijn echter niet verenigd, hoewel ze aan een gemeenschappelijk inhoudelijke standpunt werken. We kunnen hierop wachten of nu verder gaan met bilaterale afspraken met één of meer leden van de Europese Gemeenschap. Ons wachten om te worden geconfronteerd met de Europese positie zet de Fransen in een sterke positie, vanwege hun veto over eventuele afwijkingen van de afgesproken Europese lijn.

    Voor wat betreft de goud kwestie zou het passend zijn de bilaterale contacten met de Duitsers en de Britten na te streven , die beiden waarschijnlijk kunnen instemmen met opties waarbij zij bescheidener zullen zijn in hun flexibiliteit ten aanzien van onze traditionele positie dan de Fransen of Italianen. Maar er is natuurlijk geen garantie dat de Britten en/of de Duitsers het resulterende compromis in Brussel zullen voorleggen. Niettemin, het uitwerken van een compromis met enkele van de grote Europese landen kan de kans op een impasse tussen de VS en Europa verminderen, terwijl een aanzienlijk meningsverschil overbrugd dient te worden door de Europeanen.

    1. Bron : Nationaal Archief , RG 56 , Bureau van de staatssecretaris van Financiën , Files van staatssecretaris Volcker , 1969-1974 , toetreding 56-79-15 , Box 1 , Gold-8/15/71-2/9 / 72 . Geen rubriceringsmarkering . Een gestempelde notatie op het briefje luidt : ” Opgemerkt door de heer Volcker . ” Een andere notatie , van 8 maart , geeft aan dat kopieën te Bennett en Cross werden gestuurd.
    2. Het document werd besproken met Kissinger bij een ministerie van Buitenlandse Zaken personeel vergadering op 6 maart. De samenvatting die aan de voorpagina van de vergadering van de notulen merkt op dat Kissinger besloten: . “Dat een klein State – Treasury groep , te omvatten Volcker worden samengesteld om de keuzes te verfijnen in de EB papier en rapporteren in twee weken De herziene document moet bevatten de opties van mogelijke unilaterale optreden van de EG ten aanzien van de goudprijzen en met betrekking tot de import van olie kosten alsook Amerikaanse reacties op breken of te beteugelen dergelijke actie (EB actie) . ” ( Ibid. , RG 59 , Afschriften van de minister van Buitenlandse Zaken Kissinger Personeel Vergaderingen , 1973-1977 , Entry 5177 , Box 2 , secretaris van de Vergadering van het personeel , 6 maart 1974)
    3. Vertrouwelijk.
    4. Indien een vast SDR – goudprijs zou worden gehandhaafd , en periodieke vrije markt gerelateerde aanpassingen in de officiële prijzen van goud zou worden gemaakt , dan is de munt waarde van de primaire reserves van de wereld zou worden gekoppeld aan een prijs vast te stellen op een vluchtige , instabiele markt . [ Voetnoot is in het origineel. ]
    5. Zoals blijkt uit de tabel aan het einde van deze notitie , zijn officiële goudreserves nu gewaardeerd op $ 43.000.000.000 bij de $ 42,20 per ounce prijs . De vrije markt prijs is bijna vier keer de officiële prijs. [Voetnoot is in het origineel. De tabel is gekoppeld , maar niet afgedrukt.]
    6. De Fransen hebben verklaard dat zij geen rekening met de IMF- artikelen als bindend onder de huidige omstandigheden ( de VS haar convertibiliteit verplichting te hebben opgeschort ) . We beschouwen de artikelen nog bindend . Andere landen hebben nog geen standpunt ingenomen . [ Voetnoot is in het origineel. ]
    7. Willy de Clercq was de Belgische minister van Financiën en vice-premier.
    8. Onder de huidige IMF Artikelen van Overeenkomst , zou een algemene gouden prijsstijging ( uniforme nominale waarde verandering ) goedkeuring van landen vertegenwoordigen 85 % van het IMF gewogen vermogen stemming nodig . Zo hebben we de kracht om elke juridische verandering blokkeren. [ Voetnoot is in het origineel. ]
    9. De extra SDR zou kunnen zijn zeer acceptabel omdat , voor een tijd althans , ze zouden ” ondersteund ” door het IMF goudreserves zijn. Wat goud ” steun ” kan worden gehandhaafd tot vooroordelen tegen papiergeld taande – op een manier die vergelijkbaar is met de evolutie van de binnenlandse gelden. [ Voetnoot is in het origineel. ] 

    Bron: History.state.gov

    Europa en de VS voeren nog steeds strijd over de rol van goud in het wereldwijde monetaire systeem

    Europa en de VS voeren nog steeds strijd over de rol van goud in het wereldwijde monetaire systeem

  • Kissinger over Europese herwaardering van goud (1974)

    In 1974 sprak Kissinger (veiligheidsadviseur en Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken) met zijn staf over het Europese voorstel om goud weer terug te plaatsen in haar rol als de ultieme monetaire reserve. Het balletje begon na 1971 te rollen, toen Nixon de koppeling van de dollar met goud losliet. Dat deed hij, omdat de Verenigde Staten haar belofte niet langer na kom komen om goud uit te leveren tegen een vaste prijs van $35 per troy ounce. Nixon weigerde de dollar opnieuw te devalueren tegenover goud en nam in 1971 het omstreden besluit om de koppeling van de dollar met goud volledig los te laten.

    Het balancerende effect dat goud moest hebben op het monetaire systeem werd geëlimineerd, met als gevolg een lange periode van ongekende inflatie. De Verenigde Staten konden vrijwel onbeperkt geld lenen, omdat het buitenland de dollarreserves direct weer aan de VS uitleende in ruil voor staatsobligaties. Onder andere Charles de Gaulle zag al spoedig in dat dit systeem van zwevende valuta op een dag zou eindigen in rampspoed. In de beroemde toespraak van 1965 wees de toenmalige Franse president al op de gevaren van het loslaten van goud als monetaire reserve.

    De Europese herwaardering van goud

    In Europa begonnen rond die tijd de gesprekken over een alternatief voor het dollarsysteem. Een alternatief dat goud weer terug zou zetten in het middelpunt van het monetaire systeem (lees ook de analyse van Jaco Schipper over de memoires van Jelle Zijlstra). Goud als de ultieme reserve die centrale banken kunnen gebruiken om de betalingsbalans in evenwicht te brengen.

    Dat was tegen het zere been van de Verenigde Staten, want die hadden stapsgewijs juist de disciplinerende werking van goud uit het geldsysteem gehaald. Dat begon al in 1944 met Bretton Woods, toen Amerikaanse schuldverplichtingen de status kregen van een volwaardige reserve op de balans van de centrale bank. In 1971 kwam de ontkoppeling van goud met de dollar en was de dollar het nieuwe referentiepunt voor waarde geworden. Goud werd daarna door de Amerikanen op de balans gezet tegen een vaste prijs van $42,22 per troy ounce. Ook in 2013 waardeert de Federal Reserve de goudvoorraad van de VS nog steeds tegen die historische koers, waarmee ze in feite aangeven dat goud geen rol meer speelt als monetaire reserve. Het plan van Europa om goud weer te activeren als waardereserve (waarderen naar de marktprijs) was een directe bedreiging voor de macht die Amerika had met de dollar.

    Vertaling

    Marketupdate heeft een vertaling gemaakt van de notulen, die te vinden zijn op History.state.gov. We werden via het Goudstudieforum gewezen op dit historische document, dat vooral een heel interessante kijk geeft in de keuken. De sfeer van de bijeenkomst, die op 25 april 1974 werd gehouden in Washington, komt in de notulen goed naar voren. Belangrijke passages hebben we groen gemarkeerd. De meest essentiële passage is groen en dik gedrukt weergegeven. Tussendoor hebben we in het blauw wat notities toegevoegd die helpen om het verhaal in het juiste perspectief te plaatsen.

    ——————————————

    Washington, April 25, 1974, 3:13–4:16 p.m.

    Minutes of Secretary of State Kissinger’s Principals and Regionals Staff Meeting

    Kissinger: We hebben hier Enders, Lord en Hartman. Ze zullen gezamenlijk of onafhankelijk van elkaar spreken. (gelach)

    Hartman: Een trio.

    Lord: Ik denk dat ik mijn kennis over goud vrij snel kan uitputten.

    Kissinger: Ik heb een afspraak met Shultz om niet over goud te praten tijdens deze personeelsbijeenkomst, omdat hij verwacht dat er hetzelfde over in de kranten zal verschijnen als wat ik ervan denk. Ga je iets bespreken wat al publiek besproken is?

    Enders: Het ligt er dicht bij. Het staat momenteel in de kranten: Het voorstel van de Europese Commissie (EC).

    Kissinger: Waarover, de herwaardering van hun goudreserves?

    (Op 22 en 23 april bereikten de Europese ministers van Financiën en de centrale bankiers van de betreffende landen overeenkomst over hun gezamenlijke positie t.a.v. goud. Ze gaven de Nederlandse minister van Financiën (W. Duisenberg) en de president van de Nederlandsche Bank (J. Zijlstra) de taak mee om dit Europese voorstel over goud in de Verenigde Staten over het voetlicht te brengen. In Washington zouden Duisenberg en Zijlstra het voorstel bespreken met de Federal Reserve en het Amerikaanse ministerie van Financiën)

    Enders: De herwaardering van de goudreserves in de individuele transacties tussen centrale banken. Dat is wat er in de kranten heeft gestaan. Het onderwerp ligt uiteraard zeer gevoelig, maar ik denk dat het niet meer is dan de gebruikelijke mate van gevoeligheid omtrent goud.

    Kissinger: Nou, wat is onze positie?

    Enders: Je weet hoe het voorstel van de Europese Commissie eruit ziet?

    Kissinger: Ja.

    Enders: Het heeft geen betrekking op een verandering in de officiële goudprijs. Het gaat om het toestaan van aankopen én verkopen van goud van centrale banken met de private markt, zo lang één centrale bank in een jaar geen netto koper wordt van goud uit de private markt. Daarnaast komen er rechtstreekse verkopen tussen centrale banken

    Kissinger: Hoe kunnen ze de verkoop van goud aan de private markt toestaan? En dan? Daarna kopen ze weer uit de private markt?

    Enders: Daarna kopen ze weer van de private markt.

    Kissinger: Maar ze kopen niet meer goud dan ze verkopen.

    Enders: Ze kopen inderdaad niet meer goud dan ze verkopen. Er zal geen netto toename zijn in de goudvoorraad van centrale banken die ligt bij de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Het goud kan door anderen aangehouden worden. Ik heb hier twee dingen over te zeggen Kissinger: Ten eerste, als dit gebeurt – zoals men heeft voorgesteld – dat zou dat op de volgende manieren strijdig zijn met onze belangen

    Kissinger: Heb je het geaccepteerd of is dit een Frans voorstel?

    Enders: Het is een informele overeenkomst die de landen met elkaar zijn overeengekomen.

    Kissinger: Hebben ze dat ook met ons besproken?

    Enders: Niet op een systematische manier. Ze hebben voorgesteld om de Nederlandse minister van Financiën en de president van de Nederlandsche Bank naar Washington te sturen om met ons ministerie van Financiën te komen praten.

    Kissinger: En wat is de visie van Arthur Burns?

    (Arthur Burns was tussen 1970 en 1978 de president van de Federal Reserve)

    Enders: Arthur Burns… Ik heb gisteravond met hem gesproken en hij heeft er nog geen standpunt over ingenomen. Hij was daar niet toe bereid. Hij zei dat hij eerst meer aandachtig naar het voorstel van de EC wilde kijken. Henry Wallich, de man van internationale zaken, gaf deze morgen aan dat hij de voorkeur geeft aan de traditionele positie. Dat is dat we goud uit het internationale monetaire systeem faseren. Hij wil er nog wel een keer naar kijken. Dus Henry Wallich gaf te kennen dat hij waarschijnlijk tegen dit voorstel is. Maar hij wil dat standpunt nog niet definitief nemen, voordat hij er nog een tweede blik op geworpen heeft.

    Kissinger: Maar in de praktijk betekent het dus dat ze hun goudreserves gaan herwaarderen?

    Enders: Exact!

    Kissinger: Hun goudreserves.

    Enders: Dat klopt. En kort daarna zal er een voorstel komen voor een nieuwe officiële goudprijs…

    Kissinger: Dat maakt geen verschil. Als ze goud op de marktprijs gaan waarderen hebben ze in feite al een nieuwe officiële goudprijs neergezet.

    Enders: Zoiets, maar hun….

    Kissinger: Nu is economie niet mijn sterkste punt, maar begrijp ik het goed dat ze met dit voorstel, als ze het overbrengen op andere landen, ze in feite goud weer terugzetten in het systeem tegen een veel hogere prijs?

    Enders: Correct.

    Kissinger: Nou, daar zijn we consistent tegen geweest.

    Enders: Ja, dat klopt. Je hebt converteerbaarheid als zij…

    Kissinger: Ja

    Enders: Beide partijen moeten hiermee instemmen. Maar het zal [1] binnen twee of drie jaar resulteren in een terugkeer van goud in het systeem, tegen [2] veel hogere prijzen en [3] tegen een prijs die vastgesteld kan worden door een paar centrale bankiers die onderling deals sluiten.

    Wat je in feite zal krijgen is een kleine groep bankiers die bij elkaar komen om een geldpers voor zichzelf te bemachtigen. Zij bepalen dan in een klein groepje de waarde van hun reserves.
    Daar mankeren twee dingen aan.

    Kissinger: En dan staan wij er buiten.

    (Centrale banken kunnen onderling een nieuwe goudprijs afspreken, waarmee ze in feite de waarde van deze monetaire reserve kunnen sturen. Europese landen hebben relatief veel goudvoorraden, waardoor ze veel meer zeggenschap hebben dan in een systeem waarin de Amerikaanse dollar de reserve is)

    Enders: We kunnen er ook aan deelnemen, maar er zijn maar heel weinig landen in de wereld die een grote goudreserve hebben. Dat zijn voornamelijk de Verenigde Staten en West-Europa. De minst ontwikkelde landen en veel van de andere landen – inclusief Japan – hebben relatief gezien weinig goud. Het is aan de ene kant dus een zeer inflatoire, en aan de andere kant zeer ongelijkmatige, manier om de reserves te vergroten.

    Kissinger: Waarom hebben de Duitsers ermee ingestemd?

    Enders: De Duitsers hebben ermee ingestemd – zo hebben wij te horen gekregen – op voorwaarde dat het voorstel besproken wordt met de Verenigde Staten.

    Kissinger: Ze worden gestraft voor het feit dat ze dollars aanhouden.

    Enders: Ze worden gestraft voor het feit dat ze dollars aanhouden. Dat zal voor de Duitsers momenteel waarschijnlijk niet veel verschil maken, aangezien ze veel reserves hebben. Echter, ik denk dat ze erop terug zullen komen. Ofwel omdat wij ertegen zullen zijn, ofwel omdat ze de portemonnee moeten trekken en de tekorten van Frankrijk en Italië in zekere zin moeten financieren. Dus waarom laten we ze niet eens dit voorstel uitproberen?

    De Europese Commissie is waarschijnlijk verdeeld over dit onderwerp. Als ze maar genoeg onder druk komen te staan, dan komen die verschillen vanzelf boven drijven.

    Kissinger: Dus wat is onze aanpak?

    Enders: De aanpak die wij suggereren is om niet mee te werken met dit voorstel…

    Kissinger: Ik ben bijzonder allergisch voor een unilateraal Europees besluit dat de belangen van de Verenigde Staten fundamenteel aantast, zonder dat ze ons daarbij betrokken hebben. En ik ben geneigd om al hun pogingen neer te slaan, totdat ze leren dat ze niets kunnen doen zonder eerst met ons te praten. Dat zegt mijn instinct, los van de inhoud van het voorstel.

    Enders: Hier spelen naar mijn beleving twee dingen mee. Het eerste is dat we ze niet kunnen laten gaan met dit voorstel, vanwege de reden die je genoemd hebt. Ook is het slecht economisch beleid dat fundamenteel tegen onze belangen indruist.

    Kissinger: Er is ook een fundamentele verandering in het beleid dat wij de afgelopen jaren gevoerd hebben, nietwaar?

    Enders: Ja.

    Ten tweede biedt het de mogelijkheid om – maar daarvoor moeten we onderhandelen – richting een demonetarisering van goud te gaan. Dat wil zeggen om goud uit het systeem te halen.

    Kissinger: Maar hoe doe je dat?

    Enders: Nou, er zijn verschillende manieren. Een manier is om tegen Duitsland te zeggen dat ze dit voorstel mogen aanvaarden, mits het goud via een internationale instantie – het IMF of een speciale entiteit – op de markt wordt gebracht, zodat er een geleidelijke stijging plaatsvindt.

    Kissinger: Maar daar zullen de Fransen nooit mee instemmen.

    Enders: We kunnen een tegenvoorstel doen. Er is een ander voorstel, namelijk dat het IMF haar goudvoorraad van 7 miljard begint te verkopen op de wereldwijde markt. Dat moeten we proberen uit te onderhandelen. Dat zou het begin kunnen zijn van een demonetisering van goud.

    Kissinger: Waarom willen we zo graag goud uit het systeem halen?

    Enders: We willen het graag uit het systeem halen – luister goed – omdat het balancerend werkt in beide richtingen. Als dit voorstel erdoor komt, dan komt goud terug in het centrum van het systeem.

    Kissinger: Maar waarom is het tegen onze belangen? Ik begrijp het argument dat het tegen onze belangen is dat de Europeanen een unilateraal besluit nemen dat haaks staat op ons besluit. Maar waarom is het tegen ons belang om goud in het systeem te hebben?

    Enders: Het is tegen ons belang om goud in het systeem te hebben, omdat het zou betekenen dat goud periodiek opnieuw gewaardeerd moet worden. En hoewel we nog steeds een substantiële goudvoorraad hebben – ongeveer $11 miljard – is een groter gedeelte van het goud geconcentreerd in West-Europa. Dit geeft Europa een dominante positie in de wereldreserves en het dominante instrument om reserves te creëren. We hebben geprobeerd om van dit systeem los te komen en over te stappen naar een systeem waar wij de controle over hebben….

    (Sinds de komst van de Euro worden de goudreserves van het Eurosysteem ieder kwartaal opnieuw gewaardeerd naar marktwaarde. Dat is het eindproduct van de gesprekken die al een paar decennia daarvoor gevoerd werden in Europa en die steeds niet tot een gezamenlijke strategie kwamen. Sinds 1999 is de verhouding tussen valutareserves en goud binnen het Eurosysteem geleidelijk omgeslagen van ongeveer 70/30 naar 40/60. Dit geleidelijke proces brengt goud terug in het systeem. Zie ook dit artikel voor een verdere toelichting over de herwaardering van goud)

    Kissinger: Maar dat is een probleem voor de betalingsbalans.

    Enders: Ja, maar het is de vraag wie er dan op internationaal niveau de meeste zeggenschap heeft. Als zij het instrument hebben om reserves te creëren – door het meeste goud te bezitten en door in staat te zijn om de prijs van het goud periodiek aan te passen – dan hebben ze ten opzichte van ons een aanzienlijke machtspositie. Een lange tijd hadden wij een sterke machtspositie ten opzichte van Europa, omdat wij de goudprijs naar wens konden aanpassen. Dit is niet langer mogelijk, het zal niet langer geaccepteerd worden. Daarom zijn we naar Special Drawing Rights (SDR’s) gegaan, die ook onpartijdig en neutraal zijn, die de belangen van de minder ontwikkelde economieën behartigen en die de macht weg houden bij Europa. En het is meer rationeel in de zin….

    Kissinger: “Meer rationeel” in de zin van meer in onze belangen, of wat?

    Enders: Meer rationeel in de zin dat het gehoor geeft aan de behoefte van de wereld, maar ook dat het meer in ons belang is door…

    Kissinger: Zou het je verbazen als ik zegt dat ik vergeten ben hoe SDR’s gecreëerd worden. Via een overeenkomst?

    Enders: Via een overeenkomst.

    Kissinger: Er is geen automatische manier?

    Enders: Er is geen automatische manier.

    Lord: Misschien sommige Europeanen, maar de minder ontwikkelde economieën staan aan onze zijde en zullen hen niet steunen.

    (De Verenigde Staten wisten heel goed dat het Europese voorstel weinig draagvlak zou krijgen buiten Europa, omdat de minder ontwikkelde landen een relatief kleine goudvoorraad hadden. Deze landen zouden weinig opschieten met een herwaardering van de goudreserve en zouden dus even makkelijk voor een Amerikaans alternatief als de SDR kiezen. Het is niet uit te sluiten dat Europese centrale banken tot en met 2009 een substantieel gedeelte van hun goudvoorraad verkochten om ook buiten Europa draagvlak te creëren voor een herwaardering van goud! Bedenk dat alle BRICS-landen zich inmiddels hebben aangesloten bij het Europese model om de goudvoorraad periodiek naar marktwaarde te waarderen!! (marked to market). Opkomende economieën als China, Rusland, Brazilië, India en Zuid-Afrika steunen in monetair opzicht de koers van Europa).

    Enders: Ik denk dat niemand ze zal steunen.

    Kissinger: Maar kunnen ze het überhaupt doen?

    Enders: Ja, maar om dat te doen moeten ze belangrijke artikelen van het IMF schenden. Dus dit is geen totale departure (gelach). Maar dit zal bij bepaalde Europeanen weerstand oproepen. We kunnen het ook minder interessant voor ze maken door alvast te beginnen met de verkoop van ons eigen goud. Dat zal ze onder druk zetten.

    Maw: Waarom zou het ze niet goed uitkomen als wij alvast ons goud verkopen tegen een prijs?

    Kissinger: Maar hoe heeft dit in vredesnaam kunnen gebeuren zonder dat wij hier van tevoren iets van wisten?

    Hartman: We hebben hier van tevoren al consultaties over gehad. Verschillende landen zijn bij ons geweest om ons standpunt over dit onderwerp te krijgen. De reden waarom ze nu pas bij ons komen met dit voorstel heeft denk ik te maken met het feit dat ze nu weten dat wij er negatief tegenover staan.

    Enders: Ik denk dat onze eerste positie moet zijn om het voorstel te breken, tenzij ze bereid zijn tot een vorm van demonetisering [van goud].

    Kissinger: Maar dat is onmogelijk voor de Fransen!

    Enders: Nou, het is onmogelijk voor de Fransen onder de regering van Pompidou. Maar is dat ook een breekpunt voor een toekomstige Franse regering? Dat moeten we uittesten.

    Kissinger: Als zij goud hebben om de betalingsbalans in evenwicht te brengen, dan komen we vroeg of laat voor hetzelfde scenario te staan. Dan zullen anderen gevraagd worden op hieraan mee te doen.

    Dat is toch wat ze van plan zijn?

    Enders: Ik heb het gevoel dat we een scenario van de demonetisering van goud niet op voorhand moeten uitsluiten, omdat we er beide van kunnen profiteren. Daarmee bevrijden we goud op een hogere prijs. Wij hebben een goudvoorraad en sommige Europese landen hebben een goudvoorraad. Onze belangen zijn in lijn met hun belangen. Dit kan zinvol zijn. Ook kan het aan de andere kant geleidelijk de dominante positie die Europa in economisch zin heeft, wegnemen.

    Kissinger: Wie staat er aan onze zijde inzake het demonetiseren van goud?

    Enders: Ik denk dat we de Duitsers mee kunnen krijgen. En de Nederlanders en de Britten, over een langere periode.

    Kissinger: En de Japanners?

    Enders: Ja. De Arabieren hebben overigens geen grote belangstelling getoond voor goud.

    Kissinger: We kunnen ze met veel goud opzadelen.

    Sisco: Ja. (gelach)

    Sonnenfeldt: Tegen een hoge prijs in dollars. Ik zou niet weten waarom ze dat goud zouden willen hebben.

    Kissinger: Voor de badkamers in het gastenhuis in Rio. (gelach)

    [….]

    Kissinger: OK. Mijn instinct is om tegen het Europese voorstel te stemmen. Wat is jouw mening, Art?

    Hartman: Ja. Ik denk dat het moeilijk te verdedigen is in het systeem dat wij voor ogen hebben.

    Kissinger: Ken?

    Rush: Nou, ik denk dat ze het gewoon gaan doen. De vraag is: Stel dat ze het voorstel doorvoeren zonder ons erin te betrekken. Wat dan?

    Kissinger: Dan pakken we ze!

    Enders: Ik denk dat we in dat geval heel serieus moeten overwegen om een substantieel gedeelte van onze goudvoorraad te verkopen, met als doel de goudmarkt voor eens en voor altijd te overvallen.

    Rush: Ik ben er niet zeker van of we dat kunnen doen.

    Kissinger: Als ze op eigen houtje verder gaan en een positie innemen die recht tegenover onze belangen staat, dan moeten we laten zien dat ze daar niet mee weg kunnen komen. Hopelijk hebben we dan de juiste positie. We kunnen ze echter niet steeds laten met deze unilaterale stappen weg laten komen.

    Lord: Is het Ministerie van Financiën het met ons eens op dit onderwerp? Ik bedoel, als die man komt op het moment dat de minister in het buitenland is…

    Kissinger: Wie komt?

    Enders: De Nederlandse minister van Financiën (Duisenberg) en de president van de Nederlandsche Bank (Zijlstra). Ik denk dat we ongeveer twee weken nodig hebben om een krachtig standpunt op dit onderwerp in te nemen. Het Ministerie van Financiën zal ons leiderschap op dit onderwerp accepteren. Het zal wel wat tijd vereisen om dit door te spreken met Arthur Burns. We zullen zien wat zijn reactie is.

    Rush: We hebben ongeveer $45 miljard tegen de huidige prijs.

    Enders: Dat klopt.

    Rush: En er is ongeveer $100 miljard aan goud.

    Enders: Dat klopt. En de jaarlijkse omzet in de goudmarkt is ongeveer 120 miljard.

    Kissinger: De goudmarkt is iets waar Arthur Burns wel verstand van heeft.

    Enders: Ja, dat is ook mijn ervaring. Dus ik denk dat we Arthur moeten ompraten.

    Kissinger: Arthur is een redelijke man. Laat mij met hem praten. Hij heeft belachelijk veel tijd nodig om een punt te maken, maar het is een redelijke man.

    Enders: Hij heeft nog geen kans gehad om naar het voorstel te kijken.

    Kissinger: Ik praat nog wel even met hem voordat ik weg ga.

    Enders: Goed.

    Boeker: Ik denk dat het verkopen van goud pas de tweede fase is in een strategie die het Europese voorstel kan breken. De eerste stap moet zijn om een Amerikaans tegenvoorstel te formuleren om diegene die er het meest tegen zijn te isoleren; de Fransen en de Italianen. Dat zal aanzienlijke steun ontvangen. Het zal ook in de smaak vallen bij de Japanners en bij anderen. Ik denk dat dit vrij makkelijk gedaan kan worden. Een tegenvoorstel zal op zich al aanzienlijke druk geven op de EEC om tot een voorlopige consensus te komen.

    Hartman: Het is geen confrontatie. We kunnen de verschillende aspecten van dit voorstel bespreken.

    Kissinger: Inderdaad. We moeten hier uiteraard over discussiëren. Maar ik houd niet van het idee dat zij iets organiseren en dat ze vervolgens andere landen uitnodigen om zich daarbij aan te sluiten.

    Hartman: Daar ben ik het mee eens, maar het is niet wat ze nu gedaan hebben.

    Sonnenfeldt: Kunnen we ze laten komen na de Franse verkiezingen, zodat we niet achter de feiten aan lopen?

    Rush: Ik denk het wel.

    Kissinger: Ik denk ook dat het beter is om dit voorstel te bespreken na de Franse verkiezingen.

    Enders: Goed. Ik ben dan terug. Ik zal ook praten met Simon. Schultz zal tegen die tijd uit functie zijn.

    Sonnenfeldt: Hij is vanaf 4 mei uit functie.

    Enders: Ja. In de tussentijd gaan wij onze positie bepalen op basis van deze discussie.

    Kissinger: Ja.

    Enders: Goed.

    Kissinger: Ik ben het ermee eens dat we nog geen consultatie moeten plegen, zo lang we nog over dit onderwerp in gesprek zijn met het Ministerie van Financiën.

    Kissinger

    ——————————————

    Bron: History.state.gov h/t: @darenpa72, @boefkeNL, Goudstudieforum.com