Tag: milieu

  • China is blij met de Parijse beslissing van Trump

    China is blij met de Parijse beslissing van Trump

    De beslissing van president Trump om het Verdrag van Parijs vaarwel te zeggen, kan grote gevolgen hebben. Een ervan zou kunnen zijn dat beleggers nu met meer dan gemiddelde belangstelling gaan kijken naar de grote Chinese inspanningen om hun milieu weer enigszins op orde te krijgen. Door de beslissing niet langer mee te doen heeft de VS greep op de groene agenda helemaal uit handen gegeven. Die wordt vanaf nu gedomineerd door China en Europa.

    China is daarbij voor de belegger interessanter, omdat de milieuproblemen daar immens zijn. Daardoor is de druk op de overheid de laatste jaren alleen maar toegenomen om er eindelijk iets aan te doen. Het is deze druk, die ervoor zorgt dat China nimmer het voorbeeld van de Verenigde Staten zal volgen. Druk vanuit de bevolking, maar ook druk vanuit het milieu heeft de afgelopen jaren een waterval van groene investeringen in beweging gebracht. Het zijn vooral investeringen in clean technologies, groen transport en renewable energy.

    Groene revolutie

    De resultaten mogen er ook zijn en de getallen zijn meer dan indrukwekkend. Het land is leidend als het gaat om de opbouw van capaciteit voor zonne- en windenergie. Het is ook leidend als het gaat om de productie van zonnepanelen en windturbines. In 2016 werden er in China meer elektrische auto’s verkocht dan in de rest van de wereld samen. De omvang van de Chinese milieu-investeringen hebben nu de omvang van het bruto binnenlands product van een land als Denemarken. De ongeveer 350 beursgenoteerde groene bedrijven hebben een gezamenlijke marktkapitalisatie van $600 miljard.

    Hoe indrukwekkend deze cijfers ook mogen klinken, ze zijn vooralsnog onvoldoende. De investeringen zullen naar een nog hoger plan getild moeten worden om herstel van het milieu mogelijk te maken. Het zijn juist deze vooruitzichten die steeds meer beleggers aantrekken. Kleine, vervuilende bedrijfjes zullen het veld moeten ruimen. Dat geeft grotere, milieuvriendelijkere bedrijven de kans hun marges te verbeteren. Het gaat dan om bedrijven als Nine Dragons Paper en Shadong Chenmin Paper in de papierindustrie. Maar er schuilen ook grote kansen in waste management en luchtvervuiling. Lokale overheden staan onder steeds grotere druk van Peking om eindelijk hun steden op te schonen en aandacht te besteden aan de vieze lucht. Natuurlijk biedt de staalindustrie en de Chemie ook veel kansen.

    Chinese aandelenmarkt

    Veel van de bedrijven met een groene agenda staan genoteerd aan de A-share market. Die markt is echter ontoegankelijk voor buitenlandse fondsen. Daar kan mogelijk op zeer korte termijn verandering in komen. Het hangt af van de beslissing van de MSCI om deze A-shares toe te laten tot de emerging markets Index. Gebeurt dat, dan moeten passieve fondsen automatisch een positie in deze aandelen innemen. Actieve fondsen zullen op zoek gaan naar de beste aandelen.

    Toestemming van de MSCI zal de stoot geven tot de grootste rebalancing sinds jaren van wereldwijde portfolio’s. Of het zover komt, is onzeker. De MSCI heeft al driemaal op rij ervan afgezien de A-shares in zijn Index op te nemen. Dit jaar lijken de kansen op succes groter, maar er kunnen zomaar technische gronden zijn om toegang alsnog te weigeren. Dat zou jammer zijn, maar deze Chinese megatrend gaat voorlopig niet weg. Daar verandert ook de MSCI niets aan!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Column: Groei of krimp?

    Lou Keune

    Natuurlijk, Rutte, Dijsselbloem en Kamp deden hun best om niet triomfantelijk over te komen. Dat lukte niet helemaal. Zij toonden duidelijke voldaanheid bij de meest recente rapportage van het Centraal Plan Bureau (CPB) over de economische groei in Nederland. Deze rapportage was als steeds vervat in de jaarlijkse Macro Economische Verkenning (MEV) van het CPB. Dat is een van de belangrijkste documenten voor de regering omdat het kaderstellend is voor de vaststelling van het regeringsbeleid.

    Uit dit rapport komen de veel gebruikte gegevens over economische groei (2 % in 2015), de belastingopbrengsten (“toenemend”), en de verhouding tussen de overheidstekort en het Bruto Binnenlands Product (BBP) (daalt naar 2,1 % in 2015). Die gegevens scheppen een rooskleurig beeld, zeker in vergelijking met die van de afgelopen jaren, en zeker ook voor de korte termijn. Nu is er geen sprake meer van strenge geluiden uit Brussel toen Nederland de grens van 3 % schuld had overschreden, integendeel. Ook kunnen weer wat leuke dingen voor de mens gedaan worden, in de vorm van het 5-miljard pakket. Sommigen spraken van een feestbegroting, maar nee, aldus Rutte en politieke vrienden, wij moeten nuchter blijven. Toch, tevredenheid alom, zeker binnen de coalitie. “Zie je wel, het beleid werkt”. Hoogstens een kniesoor begon te zeuren over de wereldmarkt en dat daaraan de BBP groei was te danken. Natuurlijk, die omstandigheid heeft voor Nederland positief gewerkt. Maar het beleid van de afgelopen jaren heeft, aldus de regering, ook daaraan bijgedragen. Nu nog het vraagstuk van de werkeloosheid aanpakken, die blijft onaanvaardbaar hoog, daar is iedereen het over eens.

    Groei van het BBP in Nederland (bron: MEV 2016)

    Gaat het beter?

    Gaan wij economisch gezien de goede kant op? Als je die vraag in een breder perspectief zet, wordt het beeld heel anders. De berichten over toenemende ongelijkheid in inkomens en vermogens, nationaal en mondiaal blijven zeer verontrustend. Zie bijvoorbeeld onderstaande ‘champagne glas’ grafiek over de mondiale verdeling van inkomens. Die grafiek illustreert de enorme concentratie van inkomens bij een klein deel van de wereldbevolking. Alle inwoners van Nederland, op ongedocumenteerden na, behoren tot de 20% rijksten van de wereld.

    Het aantal mensen dat het moet doen met een inkomen onder het ‘absolute bestaansminimum’ ($ 1,25 per persoon per dag) blijft rond de 1 miljard hangen. En dan te weten dat deze norm eigenlijk achterhaald is. De moderne tijd stelt extra bestaanseisen in vergelijking met dertig jaar geleden, wie kan nog meedoen in de samenleving zonder, bijvoorbeeld, deelname aan het digitale verkeer? Hoe dan ook, als het om economische armoede en ongelijkheid gaat is er geen reden om juichend te doen.

    Mondiale inkomensverdeling (Bron: Oxfam International 2014)

    Milieu

    Datzelfde geldt voor het milieu. De berichten over het klimaat worden steeds verontrustender. Als gevolg van de hoge uitstoot van CO2 wordt het onmogelijk geacht de gemiddelde temperatuurstijging te beperken tot 2⁰C. Nu al doen zich veel klimaat gerelateerde verstoringen voor als langdurige droogtes, extreme regenbuien en stijgingen van de zeespiegel, die leiden tot verregaande gevolgen voor grote aantallen mensen.

    Zeer verontrustend zijn ook de berichten over het overgebruik van de natuurlijke hulpbronnen. Uitgaande van de maatstaf van duurzaamheid van die hulpbronnen blijkt dat er een overgebruik (‘overshoot’) is van zo’n 50 %. De gemiddelde ecologische voetafdruk in Nederland is nu ruim 6 global hectares (GH) per inwoner. Als je de norm van duurzaamheid zou hanteren, zou dat gemiddelde niet hoger dan 1,8 GH mogen zijn. Eigenlijk zouden wij, Nederlanders, ons materieel verbruik met meer dan 2/3 moeten terugdringen. Vergelijkbare indicaties zijn er over de afname van de biodiversiteit. Niet voor niets wordt de term ecocide gehanteerd.

    Mondiale ecologische voetafdruk (Bron: LPR 2014)

    Het gaat dus, sociaal en ecologisch gezien, om verontrustende ontwikkelingen die het dagelijkse leven van mensen verregaand beïnvloeden. Dat heeft ongetwijfeld gevolgen voor de stabiliteit van samenlevingen. Armoede, ongelijkheid en ecologische degradatie zijn belangrijke voedingsbodems voor het ontstaan van conflicten tussen mensen en mensengroepen. Mensen zijn steeds weer gedwongen om omstandigheden als geweld, armoede en ecologische uitputting te ontvluchten. Met als gevolg omvangrijke migratoire bewegingen.

    Anders rekenen

    Allemaal interessant natuurlijk, zou je kunnen zeggen. Maar wat heeft dat met economische groei te maken? Wij hebben, aldus velen, juist economische groei nodig om armoede en milieu aan te pakken en om vluchtelingen op te vangen. Hier komen wij op de definitie en de berekening van economische groei. De door het CPB gehanteerde maatstaf BBP is de som van alle ‘toegevoegde waardes’. Hoeveel input wordt er verbruikt in producties van goederen en diensten, wat leveren die producten op bij verkoop, en wat is het verschil daartussen, dat is toegevoegde waarde. Dit is een zeer globale formulering waar veel aan te nuanceren is. Waar het mij om gaat is dat de berekening van het bbp berust op het totaal van gemonetariseerde transacties, transacties dus waarbij met geld wordt betaald.

    Die verenging tot gemonetariseerde transacties heeft verregaande gevolgen. Zo wordt een groot deel van de productie niet meegenomen. Dat betreft die transacties die zijn gebaseerd op onbetaalde arbeid. Als ik voor mijn buurman zorg en daarvoor ‘wit’ betaald wordt, dan wordt die productie meegenomen in de berekening van het bbp. Maar als ik die zorg ‘om niet’ verleen, of in ruil lekkere maaltijden krijg, dan telt het niet mee. Terwijl er toch sprake is van productie. Dit betreft een belangrijke kwestie omdat de onbetaalde arbeid in Nederland, in uren gemeten, omvangrijker is dan de betaalde arbeid.

    Een ander voorbeeld betreft de omvang van de milieudegradaties. Die ontstaan door menselijk handelen, in het bijzonder door het verbruik van de natuurlijke hulpbronnen. Die schades zijn omvangrijk en behoren tot de input. Nemen wij weer de maatstaf van de ecologische voetafdruk. Dat meetinstrument geeft een betrekkelijk nauwkeurig beeld van de omvang van die schades. Want alle overgebruik is schadelijk voor de Aarde en voor toekomstige generaties. Het zou interessant kunnen zijn om aan die overshoot een geldswaarde te koppelen. Met enkele collega’s heb ik mij enkele jaren geleden daaraan gewaagd. Gewaagd, want het kan alleen maar door het hanteren van schaduwprijzen en die zijn uiteraard discutabel. Wij kwamen voor één jaar (2008) voor Nederland tot een overshoot met een geschatte waarde van € 334 miljard. Een enorm bedrag. Zo was het BBP van dat jaar zo’n € 640 miljard. Nogmaals, er is op deze berekening veel aan te merken. Maar for the sake of the argument kan het nuttig zijn.

    Er zijn inmiddels indicatoren ontwikkeld die laten zien dat wanneer je wel rekening houdt met zaken als onbetaalde arbeid en milieuschades, je op aanzienlijke verschillen met het BBP uitkomt. Een voorbeeld is de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW). Berekeningen van Brent Bleys laten grote verschillen zien, zie hieronder. En dan te bedenken dat in  niet alle milieuschades zijn meegenomen.

    Een breed begrip van economie

    Kortom, waarop is de tevredenheid van de regering nu feitelijk gebaseerd? Kennelijk op een indicator die belangrijke sociale en ecologische aspecten buiten beschouwing laat. Zo leidt BBP groei en het idealiseren daarvan nog altijd tot groei van de CO2 uitstoot en dus tot verdere milieudegradatie. Die en andere veranderingen gaan ons leven drastisch veranderen, en hoe dan ook veel geld kosten. Dat illustreert het belang van deze kwestie. Onder deze discussie ligt een groot verschil van opvatting over wat economie is. Onder praktisch alle beschrijvingen en analyses van concrete economieën ligt het ideologische vertrekpunt dat waarde gekoppeld is aan geld. Onder economie wordt, op de keper beschouwd, alleen maar geldeconomie verstaan. De rest als milieu, ondervoeding, geweld, huishoudelijke arbeid, heeft misschien met economie te maken maar behoort niet tot de economie. Dat is een zeer beperkte opvatting van economie. Ik pleit ervoor een begrip van economie te hanteren dat alle transacties omvat, alle handelen dat leidt tot productie van goederen en diensten.

    Voor meer columns van Lou Keune kunt u kijken op: www.loukeune.nl of www.PlatformDSE.org

  • Documentaire: Gasland

    De volgende documentaire kregen wij als tip doorgestuurd van een lezer. Schaliegas (en olie) wordt gezien als een oplossing om de schaarste te overbruggen die er zal ontstaan nadat de makkelijk te winnen olie- en gasvoorraden zijn uitgeput en voordat duurzame energie op wereldschaal geïmplementeerd is. Vooral in de Verenigde Staten zijn ze de afgelopen jaren voortvarend aan de slag gegaan met de nieuwe manieren van boren naar de fossiele brandstoffen. Fracking zoals dit genoemd wordt is een boormethode waarbij met behulp van veel chemicaliën het aardgas aan de diepe aardlagen wordt onttrokken. Deze nieuwe methoden blijven echter niet zonder gevolgen.

    In Gasland (2010) neemt de Amerikaanse filmmaker Josh Fox ons aan de hand door de Amerikaanse schaliegas industrie. Fox, woonachtig in een waterwingebied van New York krijgt het aanbod om zijn land te leasen aan een gaswinning bedrijf. Voordat hij hierop wil ingaan zoekt hij uit nieuwsgierigheid mensen op die gezwicht zijn voor het geld van de schaliegas industrie. Het brengt hem tot een tocht die het Amerikaanse streven naar energie onafhankelijkheid in een bijzonder kwaad daglicht zet. Zijn de negatieve externaliteiten wederom groter dan de opbrengsten? De documentaire is inmiddels al vier jaar oud maar zoals de mensen in Boxtel zullen beamen heeft hij niet aan urgentie ingeboet.

  • Teveel milieumisbaar is misplaatst

    De mensenwereld is sinds het begin der tijden grofweg in twee groepen in de delen. Aan de ene zijde staan de pessimisten. Zij zien overal het gevaar loeren. Voor hen is het einde van de wereld eigenlijk constant nabij. De huidige generatie is vooral somber over het milieu, de opwarming van de aarde en alles wat ermee samenhangt.

    Aan de andere kant stellen zich de optimisten op. Voor hen is de geschiedenis van de mensheid er een van een voortdurende verbetering van zijn dagelijkse leefomstandigheden. Voor hen is vooral de markt de sleutel voor het oplossen van alle problemen, die de vooruitgang in de weg staan.

    Onderzoek

    De bekende Deen Björn Lomborg behoort tot de 2de groep en hij heeft een breedvoerig en diepgravend onderzoek geëntameerd om te bezien welke groep het gelijk het meest aan de eigen kant heeft. Maar liefst 21 economen hebben 10 belangrijke problemen voor het menselijk bestaan, zoals onderwijs, geslacht en milieuvervuiling over een periode van 150 jaar aan een kritisch onderzoek onderworpen. Elk te onderzoeken segment kreeg dezelfde vraag van de economen: wat zijn de relatieve kosten van dit probleem gedurende elk jaar in de periode 1900 – 2013 en wat kunnen we vervolgens op basis van de uitkomsten voorspellen tot het jaar 2050. Om een beetje greep te krijgen werd de omvang van het probleem gerelateerd aan het totaal van de beschikbare middelen om het probleem op te lossen. Op die manier kon het onderzoeksteam de relatieve kosten relateren aan het bruto nationaal product.

    Klimaatverandering

    De uitkomsten van het onderzoek zijn vaak verrassend. Zo kost klimaatverandering ons weinig tot niets, maar levert het juist op. In de periode 1900 tot 2025 kan de bijdrage oplopen tot 1,5% van het bnp. Dat komt, omdat klimaatverandering meerdere consequenties heeft. Bij een gematigde opwarming zijn er meer voor- dan nadelen. Zo is meer CO2 een zegen voor de landbouw. Dat alleen al levert 0,8% aan het bruto nationaal product. Een warmer klimaat eist bovendien minder doden dan een kil klimaat. Dankzij een aangenamer klimaat gaan de stookkosten omlaag en dat levert 0,4%. Daarentegen knabbelen waterstress en getroffen ecosystemen 0,3% van de groei af.

    Op den duur gaan de nadelen overheersen. Dat zal tegen 2070 het geval zijn. Dat gegeven is belangrijk genoeg om nu al in oplossingen te gaan investeren.

    Gezondheid

    De werkgroep geeft en passant ook antwoord op de vraag wat de belangrijkste verbetering was voor de leefomstandigheden van de mens sinds 1900. Dat is de daling van de kindersterfte. Nog in de jaren 70 van de vorige eeuw werd ongeveer 5% van de baby’s gevaccineerd tegen een reeks van ziektes als de mazelen en kinkhoest. Sinds 2000 is dat 85%. Dat scheelt jaarlijks 3 miljoen mensenlevens.

    De kosten van de magere gezondheidszorg aan het begin van de 20ste eeuw waren trouwens enorm. Het bedroeg 32% van het wereldwijde bnp. Nu is dat nog 11% en tegen 2050 zal het nog 5% à 6% zijn.

    Met andere woorden, de wereld doet het veel beter dan pessimisten voorspiegelen. Dat neemt niet weg – dat erkent de werkgroep ook – dat er nog reeksen grotere en kleinere problemen om een oplossing vragen. Zaken als ondervoeding en luchtvervuiling zijn beslist geen gelopen race. Maar dat is iets heel anders dan met veel misbaar het einde der tijden aan te kondigen.

    Bron:
    Björn Lomborg, A better world is here. Project-syndicate, October 16, 2013