Tag: nibud

  • Nibud: We denken te laat aan later

    Nibud: We denken te laat aan later

    Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat we pas vanaf ons 55e levensjaar na over wat we tijdens ons pensioen te besteden hebben, dit is natuurlijk veel te laat. Bij het opbouwen van een vermogen voor later, je pensioen, is het belangrijk om daar op tijd aan te beginnen. Hoe eerder je begint met denken aan je pensioen, hoe makkelijker het is om een bepaald bedrag te bereiken om tijdens je pensioen van te genieten. De meeste Nederlanders beginnen dus veel te laat aan.

    In april 2019 presenteerde het Nibud zijn onderzoek ‘Geldzaken in de praktijk’ 2018-2019. Hoe regelen Nederlanders hun geldzaken? Door dit onderzoek weten we meer over hoe gedrag onze financiële planning beïnvloedt en wat de grootste valkuilen zijn. Kunnen we het slimmer doen?

    Ja, dat kan. Het helpt bijvoorbeeld om goed te weten wat je hebt, zo blijkt. De mensen die een jaarlijks financieel overzicht maken controleren ook vaker hun banksaldo, werken wekelijks de administratie bij en weten beter wat ze aan verschillende uitgavenposten besteden. Ook je opvoeding telt mee: kreeg je thuis het goede voorbeeld en leerde je van je ouders om met geld om te gaan? Dan vertoon je in de regel meer verantwoord bestedingsgedrag.

    Omslag na 55e jaar

    Denken aan later is voor veel mensen iets van de tweede helft. In de leeftijdsgroep 35 tot 55 jaar heeft circa 40% geen enkel beeld van hun financiële situatie tijdens hun pensioen. De omslag komt bij 55 jaar (zie ook de tabel).

    Uit eerder onderzoek van het Nibud bleek ook dat de meeste personen zich na hun 55e gaan voorbereiden op hun financiële situatie na hun pensioendatum. Van de 55-tot 65-jarigen heeft nog maar 23% niets uitgezocht of geen globaal beeld. Van de nog niet-gepensioneerde 65- tot 67-jarigen heeft 50% uitgezocht of ze na pensionering voldoende inkomsten hebben om rond te komen en 46% heeft een globaal idee.

    Percentage dat op de hoogte is of men na pensionering kan rondkomen

    (exclusief gepensioneerden en ouder dan 67 jaar, n=1.006)*

    Percentage dat op de hoogte is of men na pensionering kan rondkomen (Bron: ‘Geldzaken in de Praktijk’ 2018-2019, pagina 51, Nibud)

    Vrouwen doen het minder

    Van de ondervraagden anticipeert in totaal 53% op ‘later’ (zie pagina 48 in het onderzoek). Het begrip ‘later’ is hierbij vrij te interpreteren. Kijkend naar leeftijd dan willen vooral 45-plussers wel geld apart zetten, maar zeggen ze dat ze er geen financiële ruimte voor hebben. Opvallend is dat vrouwen (4%) vergeleken met mannen (5%) minder vaak geld opzij zetten voor later. Voor alleenstaanden is dit verschil nog groter: 34% van de alleenstaande vrouwen tegen 49% van de alleenstaande mannen.

    Best opmerkelijk als je bedenkt dat vrouwen volgens dit onderzoek bewuster met geld omgaan dan mannen. Ze checken vaker of afschrijvingen kloppen (82% versus 74% van de mannen), vergelijken vaker prijzen (61% versus 53%) en controleren vaker voor ze een aankoop doen of ze het kunnen betalen (86% versus 77%).

    De oplossing van Nibud

    Het Nibud wil dat het makkelijker en overzichtelijker wordt voor mensen om inkomsten en uitgaven in balans te houden. Zij roepen maatschappelijke, zakelijke en financiële dienstverleners en de overheid op om zich hiervoor in te spannen. Het regelen van geldzaken zou zo min mogelijk moeite moeten kosten en zo min mogelijk financiële risico’s met zich mee moeten brengen. Zo worden huishoudens financieel redzaam zonder allemaal financieel zelfredzaam te zijn.

    Met welke oplossingen kunnen we in actie komen?

    Door goed na te denken over een doel waar je heen wilt gaat is het belangrijk om concreet inzicht te krijgen in het doel. En of dit doel uiteindelijk haalbaar is. Pensioen draait namelijk meer om een bedrag dan om een bepaalde leeftijd. Zeker als het gaat over het deel wat je zelf bij elkaar spaart en belegt. Evi van Lanschot heeft een handige haalbaarheidstool om te checken of het doelvermogen en het doeljaar ook daadwerkelijk realistisch is.

  • Huishoudens zijn steeds meer kwijt aan vaste lasten

    Huishoudens zijn in 2019 gemiddeld meer dan de helft van hun inkomen kwijt aan vaste lasten, zo meldt het Nibud. Voor huishoudens met een modaal inkomen en een gemiddelde huur bedragen de vaste lasten ongeveer 55% van het netto inkomen. Huishoudens die op het bijstandsniveau zitten zijn ongeveer de helft van hun inkomen kwijt aan vaste lasten. Een zorgwekkende uitkomst, want tien jaar geleden lagen deze percentages nog gemiddeld nog vijf procentpunt lager.

    Voor het Nibud bestaan de vaste laste uit huur of hypotheek, gas, elektriciteit, water, lokale lasten, telefoon, televisie, internet, verzekeringen, onderwijs, kinderopvang en vervoer. Deze kosten zijn de laatste jaren veel harder gestegen dan het gemiddelde inkomen, waardoor steeds meer huishoudens moeite hebben om rond te komen. Uit het persbericht van het Nibud:

    “Het Nibud ziet dat er de afgelopen tien jaar niet eerder zo’n groot deel van het budget is opgegaan aan de vaste lasten. Dit dwingt huishoudens zeer kritisch te zijn en goed op hun uitgaven te letten. En het verklaart volgens het Nibud ook waarom zoveel huishoudens achterlopen met het betalen van de rekeningen van de zorgverzekeraar, energie en huur of hypotheek.

    In het Nibud onderzoek Financiële Problemen 2018 werd duidelijk dat het percentage huishoudens dat de huur of hypotheek niet altijd op tijd kan betalen is gestegen met zeven procent, van 12 procent in 2012 naar 19 procent in 2018.”

    Vaste lasten stijgen sneller dan inkomen

    Volgens het Nibud zouden huishoudens idealiter niet meer dan de helft van hun netto inkomen kwijt moeten zijn aan de vaste lasten. Huishoudens die 1,5 keer modaal verdienen zitten nog wel onder deze grens, maar ook hun maandlasten zijn de laatste jaren toegenomen. Met een gemiddeld koophuis is deze groep tegenwoordig iets minder dan 45% van het netto inkomen kwijt aan vaste lasten. Tien jaar geleden was dat nog minder dan 40%.

    Het Nibud schrijft de stijging van de vaste lasten toe aan een aantal factoren. De belangrijkste zijn de hogere woonlasten, een stijgende energierekening en een duurdere zorgverzekering. De cijfers laten zien dat vooral de financiële positie van huurders verslechterde. Voor deze groep werden de vaste lasten als percentage van het netto inkomen de afgelopen vijf jaar hoger. Huishoudens met een vergelijkbaar inkomen en een koopwoning waren beter af. Hun vaste lasten namen naar verhouding zelfs iets af.

    Druk op portemonnee neemt toe

    Volgens Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud, neemt de druk op de portemonnee van veel huishoudens toe. Hij zegt daar het volgende over.

    “Iemand met een modaal inkomen met een huurhuis (gemiddelde huur) houdt gemiddeld 875 euro per maand over voor voeding, kleding en onderhoud en inventaris. Dit is iedere maand behoorlijk plannen. Het verklaart voor ons, waarom zoveel mensen (bijna 40 procent) moeite hebben met rondkomen en het niet lukt om te sparen. De druk op de portemonnee is ontzettend groot. Zodra er in dit huishouden extra kosten komen, door bijvoorbeeld hogere zorgkosten betekent dit financiële stress.”

    Huishoudens zijn steeds meer kwijt aan vaste lasten (Bron: Nibud)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Nederlanders steeds vaker en dieper in de schulden

    Het aantal Nederlanders in de schuldhulpverlening groeit nog steeds, zo blijkt uit de nieuwste cijfers. Het afgelopen jaar kwam het aantal uit op 89.000, een toename van 5% ten opzichte van 2012. Niet alleen het aantal mensen dat hulp nodig heeft met het aflossen van schulden neemt toe, ook de hoogte van de schuld stijgt. De mensen die vorig jaar bij de schuldhulpverlening aanklopten hadden gemiddeld €37.700 aan schulden open staan, een stijging van 12,5% ten opzichte van het niveau van 2012.

    Aan de oppervlakte merken heel veel mensen dat hun besteedbare inkomen stagneert of zelfs daalt. De vaste lasten stijgen, terwijl het inkomen door de crisis steeds vaker wordt bevroren. De meest zorgelijke gevallen zijn huishoudens waar het inkomen wegvalt door werkloosheid. Wanneer men tegelijkertijd grote schuldverplichtingen heeft komt de bodem van de spaarrekening snel in zicht.

    Andere problemen

    "Van de mensen die bij de schuldhulpverlening komen heeft één op de drie ook andere problemen, die veelal van psychische of sociale aard zijn. Die mensen zijn vaak ook bekend bij andere hulpverlenende instanties. "De combinatie van sociale, financiële en psychische problematiek maakt dat het concreet oplossen van schulden soms onmogelijk is", aldus NVVK-voorzitter Joke de Kock. Vorig jaar waren dat ongeveer 17.000 mensen.

    Meer vragen over schulden

    Ook het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) ziet dat steeds meer mensen vragen hebben of zich zorgen maken over schulden. Hun website werd vorig jaar 20% vaker geraadpleegd dan in 2012. Ten opzichte van 2011 zijn de bezoekersaantallen zelfs verdubbeld. Meer mensen maken zich zorgen over hun financiën en raadplegen het Nibud voor advies. Ook bedrijven benaderen steeds vaker het Nibud, omdat ze willen weten hoe ze betalingsproblemen bij hun medewerkers en klanten kunnen voorkomen. In 2013 kwamen er 40% meer vragen binnen over schulden en het oplossen ervan dan in 2012. Er werden vorig jaar 8.500 vragen per mail of per telefoon behandeld, een stijging van 10% ten opzichte van 2012.

    Meer mensen vast in schulden door de financiële crisis

    Meer mensen vast in schulden door de financiële crisis

  • Maximale lening voor hypotheek gaat volgend jaar omlaag

    Het maximale bedrag dat men kan lenen voor een huis gaat volgend jaar fors naar beneden. Voor lagere inkomens is dat een paar duizend euro, maar voor hogere inkomens kan het verschil oplopen tot enkele tienduizenden euro’s. De leencapaciteit wordt verlaagd als gevolg van nieuwe normen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), waar banken zich verplicht aan moeten houden. Het Financieel Dagblad bracht dit nieuws vandaag naar buiten.

    Volgens het Nibud is de beperking nodig omdat de koopkracht van huishoudens maar blijft dalen. Omdat de kosten van levensonderhoud stijgen blijft er minder geld over voor de financiering van de woning. Blijkbaar moet het Nibud de huizenkoper in bescherming nemen tegen een te hoge hypotheek van de bank. Het is slecht nieuws voor de woningmarkt, want die heeft meer krediet nodig om de prijzen op peil te houden. Wordt de rem op de kredietverlening gezet, dan zijn dalende huizenprijzen op den duur het logische gevolg.

    Hoge inkomens worden het meeste afgeknepen op hypotheek

    RTL-Z schrijft dat er bij een bruto inkomen van €45.000 vanaf volgend jaar €11.000 minder geleend kan worden voor een huis. De kleine groep Nederlanders die zo gelukkig is om ieder jaar bruto €100.000 te ontvangen wordt naar verhouding nog het meeste beperkt in de kredietverlening. Kon men in 2009 op dit inkomen nog €653.000 hypotheek krijgen, vanaf 2014 is dat nog ‘maar’ €554.000. Bij een hypotheekrente van 4,2% daalt het maximale leenbedrag voor deze doelgroep in één jaar met €25.000.

    Met al dit soort maatregelen vragen we ons oprecht af waar de stijgende huizenprijzen vandaan moeten komen. De koopkracht van de burger wordt elk jaar slechter, de rente is al bijzonder laag en de werkloosheid loopt steeds verder op. En dan hebben we het nog niet eens over het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek. De dalende huizenprijzen zijn het herstel van de huizenmarkt. De markt is pas hersteld als starters zonder starterslening weer de woningmarkt op kunnen en een betaalbaar huis kunnen kopen.

    Huizenprijzen zijn gestegen door teveel hypotheken

    Huizenprijzen zijn gestegen door teveel hypotheken