Tag: pensioen

  • Traditioneel beleggen werkt niet meer

    De wereld van vermogensbeheer staat de grootste uitdaging in decennia, want met een traditionele beleggingsportefeuille van aandelen en obligaties valt amper nog rendement te behalen. De rente op staatsobligaties is historisch laag en veel gevallen zelfs negatief, terwijl aandelen de afgelopen tien tot vijftien jaar per saldo ook niet veel in waarde zijn toegenomen. Beleggers die zich op de lange termijn richten komen niet meer weg met de oude beleggingsmodellen die jarenlang goede resultaten opleverden.

    Analist Andrew Lapthorne van de Franse bank Société Générale denkt dat de traditionele beleggingsportefeuille van obligaties en aandelen zijn beste tijd heeft gehad. Hij pakte een traditionele beleggingsportefeuille, bestaande uit 50% aandelen van de MSCI World index, 40% staatsobligaties, 5% cash en 5% in bedrijfsobligaties en berekende vervolgens het rendement van een belegging van €100.000 over de afgelopen twintig jaar. Daarbij bracht hij jaarlijks een procent aan kosten in rekening voor het management van de portefeuille en voor transactiekosten.

    Steeds minder rendement op beleggen

    De resultaten van zijn onderzoek waren niet bepaald geruststellend. Wie vandaag de dag €100.000 investeert volgens deze modelportefeuille en deze belegging 20 jaar laat doorlopen heeft aan het einde van de looptijd in totaal slechts €21.800 aan rendement gemaakt. Om dat in perspectief te zetten: Tien jaar geleden haalde je met dezelfde beleggingsstrategie over dezelfde lange looptijd een rendement van ongeveer €60.000. Dertig jaar geleden waren het nog gouden tijden voor vermogensbeheerders, want toen leverde deze modelportefeuille over een looptijd van 20 jaar in totaal €150.000 aan rendement op. Wie geld opzij zet voor later hoeft daar vandaag de dag niet veel meer van te verwachten, tenminste als je vasthoudt aan een 'traditioneel' beleggingsbeleid van overwegend aandelen en staatsobligaties. En als je de trend van de afgelopen dertig jaar ziet wordt je ook niet vrolijk, want de daling is nog niet gestopt.

    langetermijn-beleggen

    Beleggingsbeleid uit het verleden biedt geen zekerheid voor rendement in de toekomst (Grafiek via Business Insider)

    Wat is uw pensioen nog waard?

    Als we het hebben over beleggen voor de lange termijn, dan denkt u waarschijnlijk aan uw pensioen. Pensioenfondsen zijn aan allerlei regels gebonden en hebben een beperkte vrijheid in hun beleggingsbeleid. Ze moeten zich conformeren aan een achterhaald beleggingsbeleid dat steeds minder rendement oplevert. Willen ze afwijken van de gebaande paden, dan worden ze door de Nederlandsche Bank als toezichthouder op de vingers getikt. We vragen ons hardop af hoe pensioenfondsen hun toekomstige verplichtingen gaan betalen, als het rendement op hun beleggingen net zo hard daalt als bovenstaande grafiek suggereert. De rendementen worden dus steeds lager, terwijl de pensioenverplichtingen door de toenemende vergrijzing en de steeds hogere levensverwachting steeds groter worden. Dat kan alleen maar opgevangen worden door de premies te verhogen, langer door te werken of door een meer risicovol beleggingsbeleid te accepteren. Lees ook:

  • Lex Hoogduin: “Beleid ECB volledig in strijd met filosofie”

    Kees de Lange sprak voor Café Weltschmerz met hoogleraar monetaire economie Lex Hoogduin over de toekomst van ons pensioenstelsel en het monetaire beleid van de ECB. Een uitvoerig gesprek over de complexiteit van ons financiële systeem en de roekeloze koers die de ECB is gaan varen om de economie aan te jagen. De video duurt bijna een uur, een aanrader!

    Over de pensioenen

    Als je een beleid voert waarin alle instellingen dezelfde portefeuille hebben die maximaal gespreid is, dan ben je als toezichthouder zeer tevreden. Alle instellingen worden langs dezelfde meetlat gelegd, dat creëert een levensgevaarlijk financieel systeem. Een eenvormig systeem. De toezichthouder vraagt wel om diversificatie, maar op macro-niveau wordt het systeem daardoor alleen maar kwetsbaarder, zo merkt Hoogduin op.

    “Als er in de buitenwereld dan iets verandert, willen alle institutionele beleggers op hetzelfde moment allemaal dezelfde kant op. En dan is er geen tegenpartij meer die groot genoeg is om mee te handelen. We creëren een heel kwetsbaar financieel systeem door eenvormige regels van de toezichthouders.”

    Banken en pensioenfondsen worden vanuit het oogpunt van risicospreiding vereist meer richting het gemiddelde te bewegen, maar dat is voor de stabiliteit van een complex systeem niet beter. Lex Hoogduin benadrukt dat diversiteit in het beleggingsbeleid veel belangrijker is dan diversificatie.

    “We verminderen nu de diversiteit. De enige partij die als tegenpartij kan fungeren is de centrale bank. Je creëert op deze manier crises, want iedereen wil er op hetzelfde moment uit en dan is er alleen de centrale bank als tegenpartij.

    Pensioenfondsen kunnen zich een lange termijn horizon permitteren met hun beleggingen, maar we zijn deze institutionele beleggers gaan behandelen alsof het banken zijn. Ze moeten meer op de korte termijn handelen, waardoor de diversiteit verder is afgenomen. Ieder pensioenfonds heeft op zichzelf een goede risicospreiding, maar op systeemniveau worden de risico’s hierdoor alleen maar groter.”

    Lex Hoogduin kritisch over ECB-beleid

    lexhoogduin-weltschmerzDe Nederlandsche Bank heeft met de introductie van de ECB eigenlijk geen enkele bevoegdheid meer, zo merkt monetair econoom Hoogduin op. De presidenten van de nationale centrale banken zitten daar niet als vertegenwoordiger van hun eigen centrale bank, maar als uitvoerder van een beleid dat gezamenlijk wordt uitgezet via de ECB. De uitvoering van het Europese monetaire beleid gebeurt decentraal, maar het beleid zelf wordt bepaald vanuit de ECB in Frankfurt. Deze verhoudingen zijn allemaal bij wet vastgelegd. Dat systeem is volgens Lex Hoogduin de laatste jaren volledig uit de hand gelopen:
    "Ik weet dat de dingen die nu gebeuren bij de ECB volledig in strijd zijn met de monetaire filosofie waarop het verdrag gebaseerd is. Of het nou juridisch allemaal wel of niet kan, daar houd ik me even verre van. Maar het is in strijd met hoe men het verdrag destijds voor ogen had. Er is op geen enkele manier rekening gehouden met de mogelijkheid dat het aanvaardbaar monetair beleid zou zijn om rentes negatief te maken, en al helemaal niet dat je staatsobligaties gaat opkopen van landen. En het gaat nu van kwaad tot erger!"
    De kritiek op het ECB beleid is sterk in Duitsland en in Nederland, maar in de landen daar omheen is dat niet het geval. Als je kijkt naar de academisch economen wereldwijd, dan is er een meerderheid die vindt dat je dit een verstandig beleid is dat je dit wel moet doen.
    "Economen als Bas Jacobs en Coen Teulings onderschrijven het beleid van de ECB en vinden dat het beleid nog niet ver genoeg gaat en die ook serieus nadenken over helikoptergeld. Het is voor mij onvoorstelbaar. Als je in 1998 - vlak voordat de euro werd ingevoerd - tegen mij had gezegd, dat er in 2016 de grootste financiële crisis sinds de jaren dertig was geweest... En dat de euro er nog steeds was, maar dat men overweegt helikoptergeld in te voeren... Die discussie had ik me in 1998 zeker niet kunnen voorstellen! Als de geschiedenis ons een ding leert is dat experimenten met geld, denken dat je een oplossing kunt vinden voor economische problemen door meer geld te drukken, nog nooit goed is afgelopen. Er is ook niet goed voorstelbaar dat er mechanismes zijn die dit goed kunnen laten verlopen. Dat is heel zorgwekkend."
    Wil je meer van dit soort gesprekken? Klik dan hier

  • “Pensioenfondsen moeten helft in goud beleggen”

    Pensioenfondsen zouden tot 70% van hun vermogen in goud of goudgerelateerde beleggingen moeten investeren. Dat zegt vermogensbeheerder Christopher Wood van het toonaangevende Aziatische beleggingsfonds CLSA. De uitbreiding van het stimuleringsprogramma van de ECB en de invoering van een negatieve rente door de Bank of Japan laten volgens de vermogensbeheerder zien dat centrale banken verslaafd zijn geraakt aan ‘onconventioneel monetaire beleid’.

    “Uiteindelijk zorgt dit monetaire beleid voor de ineenstorting van het ongedekte fiat geldsysteem”, zo waarschuwt de vermogensbeheerder van CLSA. In zijn modelportefeuille zouden pensioenfondsen de helft van hun vermogen in fysiek goud, twintig procent in goudmijnaandelen en de resterende dertig procent in Aziatische aandelen (met uitzondering van Japanse aandelen) moeten beleggen.

    Lees verder bij Hollandgold

    hollandgold-logo

  • Column: Waarom negatieve rente zo gevaarlijk is

    Donderdag neemt de ECB een rentebesluit en de consensus is dat de centrale bank de depositorente verder zal verlagen om de kredietverlening van banken aan consumenten en bedrijven te stimuleren. Sinds december vorig jaar staat deze ‘boeterente’ op -0,3%, wat betekent dat banken op jaarbasis miljarden euro’s aan de ECB moeten betalen om hun reserves dar veilig te kunnen stallen.

    Volgens de centrale bank is het verhogen van deze ‘boeterente’ een prikkel voor banken om meer krediet te verlenen aan huishoudens en bedrijven, maar dat blijkt in de praktijk maar mondjesmaat te gebeuren. De negatieve rente maakt lenen goedkoper, maar dat haalt niets uit als er simpelweg geen vraag is naar krediet. De meeste mensen zitten al vrij diep in de schulden en hebben niet de behoefte om nog meer geld te lenen. Sterker nog, velen zien de lage rente juist als reden om juist schulden af te lossen. Dat werkt alleen maar meer deflatie in de hand!

    Is het beleid van negatieve rente dan nog wel te rechtvaardigen? Ik zal een aantal ongewenste effecten van dit monetaire (wan)beleid op een rij zetten…

    1. Banken kunnen negatieve rente doorberekenen

    Als gevolg van het monetaire beleid van de ECB is de rente op staatsobligaties spectaculair gedaald, tot zelfs ver onder de nul procent. Dat betekent dat banken ook steeds minder geld verdienen aan staatsobligaties die ze op de balans houden. Banken rekenen de kosten van de negatieve rente door aan spaarders in de vorm van een lagere spaarrente. Zo is er in Nederland op dit moment geen enkele bank meer te vinden die een hogere rente biedt dan 1%.

    Spaarders betalen dus de rekening voor het monetaire beleid van de centrale bank. En dat gaat om grote bedragen, want volgens de laatste cijfers van het CBS hebben Nederlanders in totaal €336 miljard aan spaartegoeden uitstaan. Bij een procentpunt minder rente lopen spaarders dus meer dan €3 miljard mis!

    Banken kunnen een negatieve rente kan ook op andere wijze doorberekenen aan de klant. In Zwitserland is de hypotheekrente sinds vorig jaar bijvoorbeeld gestegen, terwijl die in de rest van Europa juist daalde. Door middel van een hogere winstmarge op hypotheken proberen de banken in Zwitserland het verlies op de negatieve depositorente goed te maken. Het is denkbaar dat banken elders in Europa de hypotheekrente gaan verhogen bij een toename van negatieve rente!

    2. Spaarders halen geld weg?

    Voor banken zijn spaartegoeden van essentieel belang, omdat het spaargeld als de kapitaalreserve beschouwd mag worden. Daalt de spaarrente tot -0,5%, dan worden spaarders minder loyaal aan de bank en zullen ze eerder overwegen geld weg te halen bij de bank. Uit een onderzoek van ING blijkt dat bijna vier op de vijf spaarders een negatieve rente niet zal accepteren en zal besluiten (een deel van) het spaargeld van de rekening te halen. Daarmee wordt het complete fundament onder het fractioneel bankieren wankel. Er zal meer financiële repressie nodig zijn om spaartegoeden binnen de bank te houden, zoals kapitaalcontroles en het afschaffen van grote bankbiljetten.

    3. Rendement pensioenfondsen daalt

    Als gevolg van het monetaire beleid van centrale banken bestaat er niet meer zoiets als een risicovrij rendement. Kon je in het verleden nog makkelijker vier of vijf procent rendement halen op staatsobligaties, nu is dat vrijwel onmogelijk geworden. Wereldwijd is er al meer dan $6 biljoen aan schuldpapier met een negatieve rendement, wat wil zeggen dat de kosten over de hele looptijd hoger zijn dan de opbrengsten.

    Als pensioenfondsen geen rendement meer kunnen maken op de relatief ‘veilige’ staatsobligaties, dan moet zij de premie verhogen of een meer risicovolle beleggingsstrategie volgen om aan alle toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Door de negatieve rente wordt ook de zekerheid van een goed pensioen aangetast. Zit ook de aandelenmarkt tegen, dan zakt de dekkingsgraad snel onder de kritieke grens van 90%.

    4. Nieuwe huizenmarktbubbel?

    Door de negatieve rente kunnen mensen meer geld lenen tegen dezelfde maandlasten. Dat werkt risicovol gedrag in de hand, zoals ook te zien is op de Nederlandse huizenmarkt. De markt trekt weer aan, omdat starters zich door de lage hypotheekrente veel dieper in de schulden kunnen steken. Of dat een positieve ontwikkeling is, dat hangt maar net van je persoonlijke situatie af. Voor huishoudens die ‘onder water’ staan is de stijging van de huizenprijzen gunstig, maar voor huurders en mensen die nog een huis moeten kopen worden de woonlasten steeds hoger. Een te lage rente kan opnieuw oververhitting in de huizenmarkt veroorzaken, met een pijnlijke correctie tot gevolg.

    negative-rates

    Negatieve rente heeft veel ongewenste effecten

  • ‘Pensioen van miljoenen Nederlanders gaat omlaag’

    Pensioenfondsen verwachten dat er de komende tien jaar gekort moet worden op het pensioen van miljoenen Nederlanders, zo bericht RTL-Z. Door de extreem lage rente en de recente daling van de aandelenkoersen is de dekkingsgraad van verschillende grote fondsen onder de kritieke ondergrens van 90% gezakt. Begin dit jaar stonden ze er ook al niet sterk voor, maar was hun dekkingsgraad van iets meer dan 100% genoeg om uit de gevarenzone te blijven.

    Ambtenarenpensioenfonds ABP en mediapensioenfonds PNO zagen hun dekkingsgraad dalen tot 87%, terwijl het fonds voor Zorg en Welzijn het met 86% nog iets slechter doet. Ook metaalfonds PME heeft volgens RTL-Z met 88% onvoldoende dekkingsgraad om alle toekomstige verplichtingen waar te kunnen maken. De verwachting is dat veel pensioenfondsen daarom met ingang van 2017 de uitkering zullen verlagen.

    Lage rente

    In het verleden konden pensioenfondsen rekenen op een hoog rendement op hun beleggingen, maar die tijd is voorbij. Door de extreem lage rente zijn de hoge rendementen uit het verleden verdampt. Pensioenfondsen moeten rekenen met het zogeheten risicovrije rendement, dat is de rente op langlopende staatsobligaties van landen met een hoge kredietstatus. Die rente is op het moment uitzonderlijk laag, want een Nederlandse 10-jaars lening levert vandaag de dag nog maar 0,44% op. Een Duitse staatsobligatie met dezelfde looptijd geeft een nog lager rendement van 0,29%.

    Minder pensioen

    In het verleden mochten pensioenfondsen rekenen met een rente van tenminste 1,75% voor hun beleggingen, maar die grens is nu verlaagd naar 1,35%. Dat is nog steeds hoger dan het werkelijke rendement dat pensioenfondsen maken op hun beleggingen in langlopende staatsobligaties. Vanwege de dalende opbrengsten en de zeer volatiele aandelenmarkt wordt er al jaren geen correctie meer toegepast voor de inflatie. Als de rente op dit lage niveau blijft is het onvermijdelijk dat er een verdere versobering voor de pensioenen zal volgen. Dat betekent een lagere uitkering en een hogere pensioenpremie.

  • Pensioenen hoeven niet gekort te worden

    Ouderen met een pensioen kunnen zullen blij zijn. Ondanks de matige financiële situatie van de pensioenfondsen is het niet nodig om de pensioenen te verlagen. Door dit besluit lopen de jongeren wel een groter risico om hier later voor op te draaien.

    De Nederlandsche Bank heeft besloten dat de pensioenfondsen met een zwakke financiële situatie langer de tijd zullen krijgen om dit te verbeteren. Dit besluit nam De Nederlandsche Bank na de beoordeling van de herstelplannen van de 155 pensioenfondsen die financieel als ongezond zijn beoordeeld.

    Het belangrijkste besluit voor de pensioenfondsen is dat ze twaalf jaar krijgen om te herstellen. Door dit besluit hebben ze nu meer tijd om aan de normen te voldoen. Opvallend is dat de meeste pensioenfondsen verwachten binnen 6,5 jaar weer gezond te zijn. Het herstel zal niet moeten komen uit een premieverhogingen of een uitkeringsverlaging. Het herstel zal moeten komen van een overrendement, dit betekent dat alles op de beurs moet worden verdiend. Dat betekent dat de pensioenfondsen ook meer risico’s moeten nemen. Deze risico’s liggen bij de jongeren die op dit moment premie betalen voor hun toekomstige pensioen, aldus Hans de Geus van RTL Z.

    voor artikel pensioenen marketupdate

     

  • “Pensioenfondsen Zwitserland binnen tien jaar bankroet”

    Zwitserse pensioenfondsen zijn binnen tien jaar bankroet, tenzij er op korte termijn radicale hervormingen aan het pensioenstelsel doorgevoerd worden. De druk op het Zwitserse pensioenstelsel – dat ongeveer 800 miljard francs aan vermogen beheert – is de afgelopen jaren sterk toegenomen door de negatieve rente op grote vermogens en de dalende rente op Zwitserse staatsleningen. Daar komt nog eens bij dat de bevolking steeds ouder wordt, wat betekent dat er meer premie uitgekeerd moet worden.

    Volgens Martin Eling, professor economie aan de universiteit van St. Gallen, komen pensioenfondsen in 2030 ongeveer 55 miljard Zwitserse franc tekort als er niets aan het huidige pensioenstelsel veranderd wordt. De uitbetaling van de pensioenen werd voor het laatst herzien in 2003, toen de gemiddelde levensverwachting lager lag dan nu. Dat een een probleem dat op de lange termijn extra druk op de pensioenfondsen legt om meer rendement te maken. “Dit is geen houdbare situatie. Als we nog tien jaar op deze manier doorgaan zijn de pensioenfondsen bankroet en moeten de bedrijven die er aan meebetalen opdraaien voor de verliezen”, zo verklaarde Eling tegenover de Financial Times.

    Rente

    De renteverlaging die de Zwitserse centrale bank in januari doorvoerde drijft de pensioenfondsen tot wanhoop. Banken begonnen kosten in rekening te brengen voor de tegoeden van pensioenfondsen, kosten die de fondsen proberen te ontwijken door fysieke stapels bankbiljetten in kluizen op te slaan. Een ander Zwitsers fonds is naar verluid al begonnen met het verstrekken van hypotheken aan gepensioneerden, omdat dat meer rendement oplevert dan het aanhouden van cash. Een ander pensioenfonds probeert rendement te maken door leningen te verstrekken aan ziekenhuispatiënten. Door de extreem lage rente op staatsobligaties zoeken veel pensioenfondsen alternatieven voor staatsobligaties. Zo lenen ze bijvoorbeeld geld uit voor de ontwikkeling van vastgoed en infrastructuur. De CFO van Credit Suisse David Mathers zei in februari dat de bank eind 2015 een tegenvaller van 500 miljoen franc kan verwachten als gevolg van de ongunstige renteontwikkeling voor het bedrijfspensioenfonds. Volgens Jerome Cosandey, econoom van de Zwitserse denktank Avenir Suisse, halen pensioenfondsen bij de huidige lage rente niet genoeg rendement om de uitkeringen te betalen. Daardoor teren ze in op reserves die ze nodig hebben om rendement te maken. Er zijn al voorstellen om de pensioenpremies te verhogen, maar die ingreep gaat volgens kenners nog niet ver genoeg. Dat terwijl de Zwitsers zich nu al verzet tegen het idee dat ze meer moeten gaan betalen voor hun pensioen. De Zwitserse centrale bank verlaagde begin dit jaar de rente om een kapitaalvlucht richting de Zwitserse franc en een snelle waardestijging van de munt af te remmen. Tegelijkertijd besloot de centrale bank het valutaplafond van de franc tegenover de euro op te heffen, waardoor de Zwitserse franc sterk in waarde steeg.

    swiss-gov-bond-yield-interest

    Rood: Rentetarief Swiss National Bank / Blauw: Rente op Zwitserse 10-jaars staatsobligaties (Bron: SNB)

  • Documentaire: The Retirement Gamble

    Niet alleen in Nederland, maar ook in de Verenigde Staten speelt de discussie over pensioenen. Door de beurscrash van 2008, het omvallen van verschillende banken en het omstreden monetaire beleid van centrale banken wereldwijd maken mensen zich meer zorgen over hun oudedagvoorziening. De volgende documentaire over het pensioenstelsel in de Verenigde Staten kregen we onlangs via twitter doorgestuurd. Helaas kunnen we de video niet embedden. Klik dus op onderstaande afbeelding om de documentaire van 52 minuten te bekijken op de website van PBS.

    Documentaire: The Retirement Gamble

  • Dekkingsgraad pensioenfondsen met een kwart hersteld

    Sinds het begin van 2009 is de gemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen per saldo met 15% gestegen, zo maakte de Nederlandsche Bank vandaag bekend. Daarmee is een kwart van het totale verlies aan dekkingsgraad als gevolg van de financiële crisis weer goedgemaakt. Vooral de pensioenfondsen die volop belegden in aandelen en die zich indekten tegen het risico van een rentedaling zagen hun dekkingsgraad sterk verbeteren.

    Dekkingsgraad

    Door de Amerikaanse sub-prime crisis en de daarop volgende beurscrash zagen veel pensioenfondsen hun dekkingsgraad naar kritieke niveaus dalen. Daarom moest driekwart van alle fondsen begin 2009 een herstelplan presenteren om de dekkingsgraad binnen vijf jaar weer op peil te krijgen. Vijf jaar later zijn de pensioenfondsen nog niet volledig hersteld, maar is de gemiddelde dekkingsgraad wel sterk verbeterd.

    Het positieve effect van stijgende aandelenkoersen werd deels teniet gedaan door een daling van de rente en een stijging van de gemiddelde levensverwachting. Een hogere levensverwachting betekent dat pensioenfondsen langer geld moeten uitkeren, zonder dat daar extra inkomsten tegenover staan. Pensioenfondsen moeten hun dekkingsgraad minimaal op 105 procent houden. Wanneer ze onder die grens zakken worden ze gedwongen de premies te verhogen en/of te korten op de uitkering.

    Aandelen en obligaties

    Het rendement van pensioenfondsen is sterk afhankelijk van de waarde-ontwikkeling van aandelen en obligaties. Gemiddeld beleggen de fondsen 40% van hun vermogen in de aandelenmarkt en 50% in de obligatiemarkt. Daardoor beweegt de dekkingsgraad met deze twee markten mee, zoals de volgende grafiek van de Nederlandsche Bank laat zien.

    Stijgende aandelenkoersen leverden de grootste bijdrage aan hogere dekkingsgraad

    Stijgende aandelenkoersen leverden de grootste bijdrage aan hogere dekkingsgraad

  • Pensioenfondsen moeten voldoen aan nieuwe eisen

    Het kabinet gaat nieuwe eisen stellen aan de pensioenfondsen. De overheid wil de sector daar schokbestendiger mee maken. Pensioenfondsen moeten eerder ingrijpen bij financiële tegenvallers zoals schokken op de beurs of een stijgende levensverwachting. Dit maakte het kabinet afgelopen vrijdag bekend.
    Staatssecretaris van Sociale Zaken, Jetta Klijnsma, kondigde deze maatregelen al in oktober aan en heeft deze nu uitgewerkt in een wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is naar de Raad van State voor advies. In het wetsvoorstel staat onder andere dat pensioenfondsen eerder moeten ingrijpen bij tegenvallers en niet meer mogen wachten met het korten van pensioenen. Wel mogen ze maatregelen uitsmeren over 10 jaar. De nieuwe pensioenregels moeten ervoor zorgen dat de pensioenrisico’s evenwichtiger over  de generaties worden verdeeld. Pensioenfondsen mogen financiële meevallers onder de nieuwe regels bijvoorbeeld niet meer vroegtijdig uitdelen.

    Hervorming

    De nieuwe regels moeten ervoor zorgen dat de fondsen niet opnieuw in de problemen komen. Afgelopen jaren moesten veel fondsen hun uitkeringen verlagen omdat ze onvoldoende buffers hadden voor de langere termijn. Dit jaar zullen 29 fondsen hun pensioenen verlagen. Hier worden alleen dit jaar al 200.00 gepensioneerden door geraakt. Vorige maand ging de Tweede Kamer al akkoord met een andere hervorming binnen het pensioenstelsel. Het maximum aan belastingvrije pensioenopbouw werd flink verlaagd. Deze maatregel gaat per 1 januari 2015 in.

    Pensioenfondsen zijn kritisch

    De pensioenfondsen zijn kritisch over de herziening van staatssecretaris Klijnsma. Zij stellen dat de nieuwe regels het moeilijk maakt voor sommige fondsen om de pensioenen te indexeren aan de stijgende lonen en prijzen. Volgens  Gerard Riemen, voorzitter van de Pensioenfederatie, zorgt dit er juist voor dat het evenwicht tussen generaties zal worden verstoord. ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, vind het belangrijk dat de pensioenen meelopen met gemiddelde loonontwikkeling. Het ABP wil daarom overleg met het kabinet over de nieuwe regels. Vakcentrales FNV, CNV en VCP gaan het wetsvoorstel kritisch bekijken maar benadrukken dat er nog geen akkoord is over de nieuwe pensioenwetgeving. De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verwelkomen de stappen van de regering. De toezichthouders delen de opinie van het kabinet dat het pensioenstelsel schokbestendiger moet worden. pensioenfondsen

  • Bedrijven kopen risico’s pensioen af

    Nederlandse bedrijven hebben de afgelopen tien jaar miljarden uitgegeven om het risico op tegenvallers bij hun pensioenfonds af te dekken. Bedrijven als Philips, ING en AkzoNobel hebben het risico van stijgende pensioenlasten reeds afgekocht, terwijl veel andere bedrijven soortgelijke plannen hebben. Dat schrijft het Financieel Dagblad naar aanleiding van eigen berekeningen.

    In totaal hebben bedrijven €3 miljard opzij gezet om van de risico’s in hun bedrijfsfonds af te komen. Het FD bestudeerde de cijfers van vijftig bedrijven met een eigen fonds, waarvan twintig het gevaar op eventuele tegenvallers hebben afgekocht. Dat waren er tien jaar geleden bij een vergelijkbaar onderzoek slechts drie. Grote bedrijven maken vaak afspraken met hun werknemers over een vaste pensioenpremie, die voor een langere periode wordt vastgesteld. Als blijkt dat die premie niet genoeg is, dan kan de uitkering verlaagd worden zonder dat het bedrijf kosten moet maken om het pensioen aan te vullen.

    Bedrijven dekken risico pensioen af

    Door de economische crisis daalde ook het vermogen van pensioenfondsen. Door de dalende aandelenkoersen verslechterde hun dekkingsgraad aanzienlijk en realiseerden bedrijven zich opeens hoe snel de kosten kunnen oplopen als de pensioenpotten weer aangevuld moeten worden. Ook proberen bedrijven meer risico op het bordje van de werknemer te schuiven. Het FD schrijft dat inmiddels 40% van de vijftig grootste bedrijven een pensioenregeling heeft waarbij werknemer en gepensioneerden eventuele tegenslagen opvangen. In sommige gevallen dwingen werknemers af dat hun werkgever extra geld in het pensioenfonds inbrengt, zodat er in ieder geval genoeg liquide middelen voorhanden zijn om de reeds opgebouwde pensioenen uit te keren. Zo stortte ING bijna €1 miljard in het pensioenfonds en leverde Philips een bijdrage van €600 miljoen aan het pensioen van de werknemers.

    Bedrijven dekken risico's pensioen af

    Bedrijven dekken risico's pensioen af