Tag: productiviteit

  • Column: Waar komt inkomensongelijkheid vandaan?

    Deze week overleed Stephen Hawking, een man die door velen geroemd wordt voor zijn inzichten op het gebied van natuurkunde, wiskunde en kosmologie. Maar daar bleef het niet bij, want hij deelde ook interessante inzichten over allerlei maatschappelijke en economische ontwikkelingen.

    Een van die vraagstukken is waarom we allemaal nog steeds zo druk zijn met ons werk en dus weinig vrije tijd hebben, terwijl alle technologische innovaties van de afgelopen decennia het leven juist veel makkelijker hebben gemaakt. Hoe kan het dat we ondanks de robotisering en automatisering nog steeds zo weinig vrije tijd hebben?

    Volgens Stephen Hawking is daar wel een verklaring voor te vinden, namelijk dat de productiviteitsgroei door automatisering en robotisering niet gelijkmatig verdeeld wordt onder de hele bevolking. Zou dat wel gebeuren, dan zou iedereen daar in theorie van moeten profiteren in de vorm van een stijgend inkomen of meer vrije tijd.

    Productiviteit versus inkomen

    Er wordt dus wel meer welvaart gecreëerd, maar een groot deel daarvan komt bij een hele kleine groep mensen terecht. Dat zien we ook als we de cijfers van de afgelopen decennia erbij pakken.

    De eerste grafiek laat zien dat de productiviteit van werknemers in de Verenigde Staten de afgelopen decennia gestaag is toegenomen en vandaag de dag ongeveer 2,5 keer zo hoog ligt als in 1948. Leggen we daar de loonontwikkeling naast, dan zien we dat die twee tot begin jaren zeventig redelijk gelijk op liepen.

    Daarna begon het gemiddelde inkomen – gecorrigeerd voor de inflatie – te stagneren. Het verschil tussen die twee lijnen wordt door economen ook wel aangeduid als de ‘Productivity Gap’. De productiviteitswinst werd daarna niet meer gelijkmatig verdeeld.

    Productiviteit stijgt, maar inkomen stagneert… (Bron: Economic Policy Institute)

    Kijken we dan waar die welvaart gebleven is, dan krijgen we een bevestiging te zien van wat we al vermoedden. De hoogste inkomens hebben de laatste decennia met afstand het meest geprofiteerd van de productiviteitsstijging van de economie. Onderstaande grafiek laat dat goed zien.

    Vooral de hoogste inkomens profiteren (Bron: cbpp.org)

    Hoe wordt de welvaart verdeeld?

    Natuurlijk heeft ook de gewone man geprofiteerd van de toegenomen arbeidsproductiviteit. Mobiliteit wordt steeds comfortabeler en elektronische apparaten worden steeds beter én goedkoper. Maar door het achterwege blijven van de loonontwikkeling houden veel mensen toch nog steeds weinig geld over. Tegenover alle producten die goedkoper zijn worden staan ook uitgaven die ieder jaar weer duurder worden, zoals onderwijs, gezondheidszorg, woonlasten en niet te vergeten de belastingen…

    Nu kunnen we proberen de inkomensongelijkheid te verkleinen door ons belastingstelsel aan te passen, maar we zouden ook kunnen kijken naar de oorzaken van de groeiende ongelijkheid. Hoe komt het dat de inkomensstijging in de Verenigde Staten eerst nog gelijk liepen met de productiviteitsgroei, maar dat die relatie ergens in de jaren zeventig plotseling wegviel?

    Het antwoord van Stephen Hawking roept dus ook weer nieuwe vragen op. Zijn er andere factoren die verklaren waarom er een groeiende ‘productivity gap’ is? Heeft het misschien niet ook te maken met een fundamentele verandering in ons geldsysteem na het loslaten van de koppeling met goud in 1971? Of met de globalisering, waardoor werknemers in het rijke Westen moeten concurreren met goedkope arbeid in de rest van de wereld? Of heeft het te maken met een belastingsysteem, waarin de belasting op arbeid hoger is dan die op kapitaal?

    Het probleem van de ‘productivity gap’ is dus veel complexer dan deze op het eerste gezicht lijkt (en daarmee ook lastiger op te lossen)…

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Inflatie? We zijn terug in pre-industriële tijden

    Centrale bankiers breken zich er het hoofd over, maar ook beleidsmakers, politici en natuurlijk beleggers. Wat is er toch met de inflatie aan de hand? Ondanks een behoorlijke economische groei in grote delen van de wereld en een zeer ruim monetair beleid is er van inflatie geen sprake. Ondank een behoorlijke aantrekkende werkgelegenheid in landen als Duitsland, de Verenigde Staten en Japan lijkt de zogeheten Phillips curve zijn werkingskracht verloren te hebben. De Phillips curve geeft de samenhang weer tussen een opleven van de inflatie en een verkrapping op de arbeidsmarkten. Zelfs in de opkomende markten, waar de economische groei op een gemiddeld hoger niveau ligt dan in Westerse landen, lijkt inflatie dood en begraven.

    Er wordt al langer gespeculeerd over het waarom van het afwezig zijn van inflatie en het schijnbaar obsoleet worden van de Phillips curve. Vingers wijzen naar de technologie en naar de globalisering die de positie van de werknemer ondergraven. Die wordt ook minder door de krimpende invloed van vakbonden door afnemende ledenaantallen. En dan is er natuurlijk de afnemende groei van de productiviteit, een verschijnsel waar ook al geen verklaring voor is.

    Oligopolistische markt

    Aan de lijst van verklaringen zijn er recent nog twee aan toegevoegd. De eerste is het verschijnsel dat veel markten steeds meer oligopolistische trekjes krijgen. In steeds meer sectoren trekt een handjevol bedrijven een steeds groter marktaandeel naar zich toe. Dat blijkt uit een gecombineerd onderzoek van MIT en the National Bureau of Economic Research in de Verenigde Staten.

    De auteurs stellen vast dat het aandeel van de factor arbeid in de toegevoegde waarde van bedrijven al sinds de jaren ‘70/’80 van de vorige eeuw in de meeste Westerse landen aan het dalen is. In een poging dit verschijnsel te verklaren onderzochten ze de zes grootste sectoren van de Amerikaanse industrie, die samen goed zijn voor 80% van de particuliere werkgelegenheid in de VS. Het blijkt dat het aandeel van de factor arbeid sinds het begin van deze eeuw gedaald is. Tegelijkertijd neemt sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw de concentratie in elke sector toe. In steeds meer sectoren en segmenten doet zich het verschijnsel voor van ‘the winner takes most’. Het zijn de Google’s, Facebook’s en Amazons van deze wereld.

    De studie stelde tevens vast dat naarmate de concentratie verder voortschreed in segmenten en industrieën, het aandeel van de factor arbeid sterker en sneller daalde. Dankzij de snelle productiviteitsgroei wordt arbeid onbelangrijker. Aan deze trend komt voorlopig geen einde, zo waarschuwen de onderzoekers.

    Flexibele arbeidsmarkt

    De tweede aanvullende verklaring voor de dood van de Phillips curve komt van de Bank van Engeland. Daar wijzen ze erop dat niet alleen de flexibele arbeid toeneemt, maar dat ook de aard van het werk verandert. Werk is flexibel, parttime en er zijn nul urencontracten. Een baan of een taak wordt steeds deelbaarder. Steeds meer werknemers worden per taak of per uur betaald.

    De Bank van Engeland stelt vast dat dit patroon teruggrijpt op de situatie zoals die gebruikelijk was in pré-industriële tijden. De vlakke Phillips curve zoals we die sinds 2008 kennen draagt zeer grote gelijkenis met die van voor de industriële revolutie. Gebruikelijk was toen een inflatie ergens tussen 0% en 1%. Vaak was er sprake van deflatie.

    Het ziet er naar uit dat de veranderingen in de structuur van bedrijven en in de aard van banen en werk blijvend en structureel is. De Phillips curve is dood of zal in ieder geval nooit in zijn oude glorie hersteld worden. Dat betekent op een aantal terreinen lower for longer: lage inflatie, lage rente en een laag rendement op obligaties. Daar staat tegenover dat de huidige ontwikkelingen niet onvermijdelijk zijn. Met de antitrustwetten in de hand kunnen overheden en maatschappij besluiten de oligopolies op te breken. Dat is aan het einde van de 19de eeuw ook gebeurd. Toen moesten de schijnbaar oppermachtige ‘roverbaronnen’ het veld ruimen.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Waarom stijgt de productiviteit niet?

    De groei van onze productiviteit is een absolute voorwaarde voor het scheppen van meer welvaart. Het laten toenemen van de productiviteit kan op verschillende manieren. Mensen kunnen meer uren gaan werken of er kunnen meer mensen in het arbeidsproces ingeschakeld worden. We kunnen ook de pensioengerechtigde leeftijd verhogen. Het zijn allemaal maatregelen die zeker op de korte termijn effect sorteren. Om op de langere termijn de bestaande welvaart vast te houden en te verhogen moeten we echter vooral slimmer werken en slimmer omgaan met voorhanden middelen.

    Dat laatste lijkt echter steeds minder te lukken. De ontwikkeling van de productiviteit staat al jaren stevig onder druk, niet alleen in de westerse wereld, maar eigenlijk wereldwijd. Het kan zomaar zijn dat de komende jaren de groei omslaat in een krimp. Die constatering staat haaks op wat we om ons heen zien. Alles gaat steeds sneller en de vooruitgang in de technologie oogt spectaculair. De iPhone van vandaag heeft oneindig meer capaciteit dan de mainframes van enkele decennia terug. Volgens sommige economen is er dan ook niets mis met de productiviteit, maar zijn de huidige statistieken niet in staat de huidige gig economy effectief te meten. Kunnen de statistieken van vandaag de dag de waarde meten van het gratis downloaden van informatie uit Wikipedia?

    productivity

    Productiviteit economie stijgt amper, maar kunnen we deze wel goed meten?

    Kunnen we de productiviteit wel goed meten?

    Die vraag is terecht en het zou zomaar kunnen dat de werkelijke productiviteit hoger ligt dan we nu meten. Of misschien nog lager! Het is een kwestie van definitie. Productiviteit is kortweg gezegd de waarde van een product of dienst gedeeld door het aantal gewerkte uren. Welnu, het is een veelgehoorde klacht dat we dankzij de iPhone nooit meer helemaal loskomen van ons werk. We werken dus eigenlijk veel meer uren dan we in kaart brengen! Is dit reden voor grote ongerustheid. Ja, natuurlijk. Een dalende of in ieder geval het stagneren van de productiviteitsontwikkeling kan als gevolg hebben dat onze kinderen en kleinkinderen het met minder moeten doen dan waar we de afgelopen jaren aan gewend geraakt waren.

    Zijn we reddeloos? Dat gaat ook te ver. In de jaren tachtig van de vorige eeuw stelde de econoom Robert Solow vast, dat de computer allesbehalve zijn belofte had ingelost. Hij bleek echter te voorbarig. Enkele jaren later maakte de computer zijn productiviteitsverhogende faam daadwerkelijk waar. Misschien zal dit nu ook het geval blijken. Misschien gaan zaken als artificial intelligence of social media hun belofte over enkele jaren inlossen.

    Dat kan en is eigenlijk wel erg hard nodig. De huidige stagnatie begint nare effecten te sorteren. Er groeit in het westen steeds meer verzet tegen de huidige economische gang van zaken. Dat verzet krijgt vorm op een manier waarvan je denkt dat het middel erger is dan de kwaal. Presidentskandidaat Donald Trump maakt zich sterk om door protectionisme de belangen van de Amerikaanse middenklasse veilig te stellen en te verbeteren. De wat onbeholpen voorstellen van Trump nemen echter niet weg dat er wel werk aan de winkel is voor de beleidsmakers. Het valt niet te ontkennen dat het vigerende economische systeem de enkeling begunstigt ten koste van het algemeen belang.

    productivity2

    Productiviteitsgroei komt vooral ten goede aan een kleine groep

    US_productivity_and_real_wages

    De lonen blijven al decennia achter bij de productiviteitsgroei

    De schijnbaar onstuitbare opkomst van politici als juist Donald Trump in de VS en Wilders of Le Pen in Europa zijn het Mene Tekel van de 21ste eeuw. Ze zijn een waarschuwing voor beleidsmakers en ondernemers om serieus inspanningen te verrichten om de stagnatie in de productiviteitsontwikkeling te doorbreken om zo de welvaart voor de hele maatschappij veilig te stellen. Gebeurt dat niet, dan lijkt dat een recept voor toekomstige sociale onrust en wellicht voor een ernstige bedreiging van ons democratisch bestel.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Grafiek: Productiviteit versus inkomen

    De volgende grafiek laat zien dat het minimale inkomen (na correctie voor inflatie) al sinds 1980 sterker is achtergebleven bij de productiviteit van de Amerikaanse beroepsbevolking. De gemiddelde productiviteit ligt vandaag de dag ongeveer drie keer zo hoog als in 1970, terwijl het minimuminkomen aanvankelijk alleen maar verder omlaag is gegaan. De grafiek suggereert dat de lagere inkomens de afgelopen decennia relatief weinig geprofiteerd hebben van deze ontwikkeling. Ligt in deze grafiek de verklaring besloten voor massale gebruik van voedselbonnen in de Verenigde Staten? En waren de hogere looneisen door werknemers van de Amerikaanse fastfood restaurants ook het gevolg van de dalende reële minimuminkomens?

    De grafiek is afkomstig uit het rapport ‘The Next Social Contract‘ van de New America Foundation. We kwamen de grafiek tegen op de twitter van Arne Verbeke (@sjoofer) en kwamen zodoende bij dit rapport uit.

    Productiviteit versus minimuminkomen in de VS

    Productiviteit versus minimuminkomen in de VS (Bron: New America Foundation)