Tag: rente

  • Deflatoire schok bedreigt wereldeconomie

    Ariel Bezalel, hoofdstrateeg fixed income bij Jupiter Asset Management, gaat in op de factoren die achter de de rally’s op de aandelen- en obligatiemarkten van dit jaar zitten. Hij gelooft dat de wereldeconomie kwetsbaar is voor een deflatoire schok.

    Discrepantie markten en indicatoren

    Er is een opvallend verschil in de signalen die dit jaar door zowel de aandelen- als obligatiemarkten gegeven worden. Beide hebben zich hersteld – aandelenmarkten hebben de verliezen van eind 2018 ingelopen, terwijl de markten voor staatsobligaties hebben geprofiteerd van lagere rendementen. Maar economische indicatoren schetsen een gematigde kijk op de wereldeconomie. De Chinese economie vertraagt en in landen rond China, zoals Taiwan, Zuid-Korea en Singapore daalt de export. Daarnaast blijft de economische activiteit in Europa achter.

    Het is de moeite waard om wat dieper in te gaan op de aandelenrally. De prestaties van cyclische sectoren zoals energie, industrie, materialen en financials blijven achter, en zijn dus eigenlijk een weerspiegeling van de macro-economische zorgen in de obligatiemarkten. De olie- en ijzerertsprijzen stijgen dit jaar sterk, maar dat lijkt meer gedreven te worden door aanbod dan door vraag.

    Zwakkere inflatiecijfers, een vertraging in de groei van de geldhoeveelheid en het afvlakken of omkeren van de rentecurves vormen nu wereldwijd de uitdaging voor centrale banken. Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Duitsland kondigen nu – net als de VS – pauzes aan bij rentestijgingen, of gaan over tot renteverlagingen. In maart gaf Duitsland zelfs voor het eerst een negatief renderende 10-jarige Bund uit.

    Omgekeerde wereld met omgekeerde rentecurve

    De vraag komt weer op hoe betrouwbaar de rentecurve is om een recessie te voorspellen (of zelfs te veroorzaken). Historisch gezien heeft een omgekeerde rentecurve in 85% van de keren dat het is voorgekomen een recessie voorspeld. Bezalel denkt dat het op zijn minst een afspiegeling is van hoe vergevorderd de cyclus van vele ontwikkelde markteconomieën is. We bevinden ons in wat in juli de langste bullmarkt in de naoorlogse geschiedenis kan worden. Dat op zichzelf rechtvaardigt al voorzichtigheid en is een sterk signaal om risico’s in de portefeuille af te bouwen.

    Bezalel denkt dat de wereld kwetsbaar is voor een deflatoire schok. Daarom positioneert hij de portefeuille defensief en rekent op een verdere vertraging van de groei, met het vooruitzicht dat de wereldeconomie zucht onder het gewicht van te veel schulden en een verslechterende demografische situatie, vooral in de ontwikkelde landen. Hij is er al lang van overtuigd dat toenemende bezorgdheid over een wereldwijde vertraging onvermijdelijk een einde zal maken aan kwantitatieve verkrapping in de VS en dat renteverlagingen wellicht op de agenda staan ​​in de tweede helft van 2019.

    Lees meer in het meegestuurde artikel “Why is the Global economy vulnerable to a deflationary shock?“, van Ariel Bezalel, hoofdstrateeg fixed income bij Jupiter Asset Management.




  • ‘Uitblijven renteverhoging gunstig voor goudprijs’

    Het uitblijven van een renteverhoging door de Federal Reserve zal gunstig uitpakken voor goud. De World Gold Council schrijft in een nieuw rapport dat een verandering van verkrappend naar neutraal monetair beleid historisch gezien meestal een positieve impact heeft gehad op de goudprijs, ook al was dat effect niet altijd direct zichtbaar. Gecombineerd met de verwachting dat de dollar niet veel verder in waarde zal stijgen concludeert de World Gold Council dat goud nog steeds aantrekkelijk blijft voor beleggers.

    De afgelopen jaren heeft de Amerikaanse centrale bank de rente gestaag verhoogd. Daardoor steeg de waarde van de dollar en kwam de goudprijs onder druk te staan. Als de Federal Reserve dit jaar inderdaad afziet van een verdere renteverhoging, dan zal dat volgens de belangenorganisatie van de goudsector een positieve invloed hebben op de prijs van het edelmetaal. De World Gold Council zegt daar het volgende over in haar rapport:

    “Als de Federal Reserve inderdaad een meer voorzichtige houding aanneemt en de dollar binnen haar bandbreedte blijft, dan zal dit waarschijnlijk een deel van de tegenwind wegnemen waar goud in 2018 mee te maken had. Daarnaast zijn er een aantal potentiële risico’s voor de wereldwijde financiële markten, waaronder het langzame economische herstel, het afvlakken van de rentecurve, de hoge waardering van de aandelenmarkt, verslechterde kredietvoorwaarden en de onzekerheid omtrent de Brexit.”

    Verschillende factoren beïnvloeden goudprijs (Bron: World Gold Council)

    Federal Reserve doet stapje terug

    Nu de onzekerheid over de economische groei toeneemt en de Amerikaanse centrale bank een stap terug doet komt het edelmetaal opnieuw in de belangstelling te staan. De World Gold Council maakt een vergelijking met de periode van 1999 tot 2001 en die van 2004 tot 2007, waarin de Amerikaanse centrale bank ook stopte met het verhogen van de rente. In het eerste geval duurde het een jaar voordat goud een positief resultaat liet zien, terwijl het edelmetaal in het tweede geval direct rendement opleverde.

    Vergelijken we het rendement van goud met dat van aandelen, obligaties en grondstoffen, dan zien we dat het edelmetaal met name in de periode van 2004 tot 2007 profiteerde van een verandering in het rentebeleid. In de periode van 1999 tot 2001 was het rendement van goud minder indrukwekkend. Amerikaanse staatsobligaties en bedrijfsobligaties deden het toen beter dan het edelmetaal, zoals onderstaand overzicht laat zien.

    Rendement van verschillende beleggingen na rentepauze Fed (Bron: World Gold Council)

    Wat betekent dit voor de goudprijs?

    Wanneer de centrale bank stopt met het verhogen van de rente is dat meestal gunstig voor goud, aldus de World Gold Council. Zeker wanneer de markt ziet dat de ‘rentepauze’ langer duurt en dat zelfs een renteverlaging niet meer wordt uitgesloten. Daarvan zien we nu al de eerste aanwijzingen. Volgens Stephen Moore, kandidaat voor de raad van bestuur van de Federal Reserve, zou de centrale bank de rente zelfs direct met een half procentpunt moeten verlagen. Ook Janet Yellen, oud-voorzitter van de centrale bank, sluit een renteverlaging niet uit.

    Markt houdt zelfs rekening met een renteverlaging (Bron: World Gold Council)

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig worden beschouwd. Resultaten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst.




  • Spaargedrag in een laag renteklimaat, wat kunnen we leren van Japan?

    Aangezien de rentetarieven ook na normalisatie van het monetaire beleid laag blijven, onderzochten Piya Sachdeva en Keith Wade, economen bij Schroders, of het lage rendement op cash ertoe kan leiden dat huishoudens meer risico’s nemen om een hoger rendement te behalen. Hiervoor keken zij naar het gedrag van Japanse spaarders die al jaren achtereen te maken hebben met uitzonderlijk lage rentetarieven. In hoeverre zou het gedrag van Japanse huishoudens zich kunnen herhalen in andere ontwikkelde markten, zoals de VS, de eurozone en het Verenigd Koninkrijk?

    Wijziging in allocatie portefeuille particuliere belegger

    Het belang van een verschuiving in de allocatie van de portefeuille van huishoudens is drieledig. Ten eerste geeft dit inzicht in de toekomstige beleggingstrends van particulieren en in het bijzonder in de toekomstige vraag naar risicovolle en conservatieve beleggingsproducten. Ten tweede is de bereidheid van huishoudens om meer risico’s te nemen van belang voor de reële economie als belangrijk kanaal voor het transmissiemechanisme van het monetaire beleid. Ten derde draagt het onderzoek bij tot een beter begrip van de geldstromen van particuliere beleggers, die een rol kunnen spelen bij het bepalen van de marktprijzen.

    Het is te verwachten dat in de komende tien jaar de rente hoger zal zijn dan de uitzonderlijk lage niveaus van vandaag, maar waarschijnlijk nog steeds relatief laag zal zijn in vergelijking met de rente van voor de wereldwijde financiële crisis. Het lijkt daarom logisch om aan te nemen dat een laag rendement op spaargeld particuliere beleggers ertoe zou aanzetten om af te stappen van cash en over te stappen op activa met een hoger risico die mogelijk een hoger rendement bieden.

    Er zijn aanwijzingen dat Japanse huishoudens die al 20 jaar te maken hebben met een laag renteklimaat geneigd zijn meer risico’s te nemen – met name door meer exposure op buitenlandse valuta, aandelen en obligaties. Het nemen van extra risico’s echter blijkt marginaal van invloed te zijn in de bredere context van een zeer conservatieve asset allocatie. Japanse particuliere beleggers houden veel meer cash aan dan beleggers in andere ontwikkelde markten.

    Wat veroorzaakt spaargedrag Japanse belegger?

    De sombere aandelenrendementen, de risico-aversie en het aanhoudende deflatoire klimaat kunnen helpen verklaren waarom de Japanse belegger zijn koers nauwelijks wijzigt. Deze factoren zijn enigszins uniek voor Japan bij het maken van vergelijkingen met andere ontwikkelde markten zoals de VS, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone. Van deze markten lijkt de eurozone qua rendement en demografie het meest op Japan.

    Het ‘demografische effect’ – waarbij beleggers conservatiever worden, naarmate ze ouder worden – blijkt geen kenmerk van de Japanse retail belegger te zijn. Huishoudens van zestig jaar en ouder hebben immers het grootste deel van de risicodragende activa in handen. Dit is misschien minder verrassend gezien de enorme stijging van de levensverwachting van de Japanner.

    Lees meer in het uitgebreide artikel “Savings behaviour in a low interest rate environment: What can we learn from Japanese households?” van Piya Sachdeva, econoom, en Keith Wade, hoofdeconoom, bij Schroders.




  • Moore: ‘Federal Reserve moet rente verlagen’

    Moore: ‘Federal Reserve moet rente verlagen’

    De Federal Reserve zou de rente direct met een half procentpunt moeten verlagen. Dat zei Stephen Moore, kandidaat voor de raad van bestuur van de centrale bank, in een interview met de New York Times. Moore heeft als economisch adviseur van Trump vooral naam gemaakt met fiscale stimuleringsplannen, maar hij wil nu ook meer invloed uitoefenen op het monetaire beleid.

    Moore was uitgesproken tegenstander van de laatste twee renteverhogingen van de Federal Reserve, die in september en december vorig jaar. Die laatste renteverhoging maakte hem en president Trump zelfs woest, zo zei hij in het interview. Hij was het niet eens met de renteverhoging, omdat de grondstofprijzen in een dalende trend zaten. Daardoor was er helemaal geen noodzaak om nog een renteverhoging door te drukken.

    Rente afstemmen op grondstoffen

    Volgens Moore zou de Federal Reserve haar rentebeleid meer moeten afstemmen op de prijsontwikkeling van grondstoffen, zoals olie, metalen en landbouwproducten. Volgens de voormalig adviseur van Trump geven grondstoffenprijzen namelijk een goede indicatie van de inflatie. De centrale bank zou daarom voor haar rentebeleid meer aandacht moeten besteden aan de prijs van grondstoffen.

    Momenteel stemt de Federal Reserve haar rentebeleid af op de kerninflatie, waar de kosten voor voedsel en energie juist geen onderdeel van uitmaken. Dit inflatiecijfer is minder volatiel, maar is door het weglaten van twee belangrijke kostenposten minder representatief voor de werkelijke inflatie. Hogere prijzen voor energie en voedsel hebben direct impact op de koopkracht van Amerikanen, maar worden niet meteen zichtbaar in het inflatiecijfer waar de centrale bank naar kijkt.

    Renteverlaging noodzakelijk?

    Toch betwijfelen veel economen of de aanpak van Moore een beter monetair beleid oplevert. In 2008 gingen de grondstofprijzen door het dak, terwijl er al een recessie onderweg was. Had de Federal Reserve haar rente toen afgestemd op de grondstofprijzen, dan had ze de rente op dat moment moeten verhogen. In dat geval was de crisis misschien nog wel harder aangekomen. Hetzelfde kan gezegd worden van de periode 2010-2011. De grondstofprijzen klommen weer op uit het dieptepunt van de crisis. Dat zou betekenen dat de centrale bank toen al de rente had moeten verhogen, terwijl de economie toen net uit de crisis kwam.

    Moore pleit voor een directe verlaging van de rente, maar hij is niet de enige die deze optie open houdt. Volgens Janet Yellen kan de omkering van de rentecurve een signaal zijn dat er misschien toch een renteverlaging nodig is. Dat zou gezichtsverlies betekenen voor Fed-voorzitter Jerome Powell. Hij heeft de rente structureel verhoogd sinds hij voorzitter is. Hieronder ziet u een interview met Stephen Moore bij Bloomberg.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • ECB wil negatieve rente voor banken versoepelen?

    De ECB onderzoekt mogelijkheden om de negatieve rente voor banken te verlagen, zo meldt persbureau Reuters. Op die manier wordt de druk op de banken verminderd die veel overtollige reserves aanhouden bij de centrale bank. Vooral Franse en Duitse banken hebben last van de boeterente, die in 2014 door de centrale bank werd ingevoerd. Er zouden plannen zijn voor een stapsgewijs systeem, waarbij het rentetarief van -0,4% niet meer over het volledige bedrag berekend wordt.

    De afgelopen jaren heeft de ECB met haar opkoopprogramma voor meer dan €2.600 miljard aan obligaties uit de markt gehaald. In ruil daarvoor kregen banken een tegoed bij de centrale bank, waarover ze rente moeten betalen. Jaarlijks gaat het om een bedrag van meer dan €7 miljard, dat direct ten koste gaat van de winst van de banken. Door het beleid van negatieve rente te versoepelen wordt de druk op de Europese bankensector verlicht.

    Minder negatieve rente

    De Europese centrale bank zou niet de eerste zijn om de negatieve rente te versoepelen. Reuters weet te melden dat onder andere Japan, Zweden en Zwitserland al een getrapt systeem voor negatieve rente hanteren. Ook binnen de ECB is het voorstel al eens ter sprake gekomen, namelijk bij de bijeenkomst van maart 2016. Men besloot toen om het plan niet door te voeren. Dat er drie jaar later nog steeds over gesproken wordt doet vermoeden dat de Europese bankensector er toch niet zo goed voor staat.

    Eerder dit jaar kondigde de ECB al een nieuwe ronde van liquiditeitssteun voor banken aan. Ook werd besloten om de eerste renteverhoging uit te stellen tot tenminste volgend jaar. Net als de Federal Reserve kiest dus ook de Europese Centrale Bank ervoor om nog wat langer vast te houden aan een ruim monetair beleid. Beleggers reageerden positief op het nieuws. De index van Europese bankaandelen, die een bijzonder slecht jaar achter de rug heeft, ging woensdag met meer dan 3% omhoog.

    Europese bankenaandelen in de lift na geruchten over versoepeling negatieve rente (Bron: Zero Hedge)

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Rente Duitse staatsleningen onder nul

    De rente op Duitse staatsleningen met een looptijd van tien jaar is voor het eerst sinds 2016 weer onder nul gezakt. De rente zat de laatste maanden al in een dalende trend, die werd aangewakkerd door sombere vooruitzichten over de wereldeconomie.

    Duitse staatsleningen profiteren van een vlucht naar veilige havens, nu de economische groei afzwakt en centrale banken hun beleid aanpassen. Een dalende rente betekent dat beleggers bereid zijn meer geld betalen om hun vermogen in staatsleningen te parkeren.

    Het schuldpapier van Duitsland is in tijden van crisis erg populair. Het land heeft door de sterke economie en het degelijk begrotingsbeleid namelijk een reputatie opgebouwd als kredietwaardige tegenpartij. Dat de rente opnieuw onder nul zakt is een teken dat beleggers minder vertrouwen hebben in de economie.

    Deze week maakte de Amerikaanse centrale bank bekend dat ze de rente dit jaar niet meer zal verhogen. Ook werd de snelheid waarmee de centrale bank schuldpapier van de balans haalt verlaagd. Deze beleidswijziging is een indicatie dat de wereldeconomie er toch minder goed voor staat dan eerder werd gedacht.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Federal Reserve maakt pas op de plaats

    Federal Reserve maakt pas op de plaats

    Een paar weken geleden schreef ik in mijn column dat centrale banken eigenlijk niet meer weten wat ze moeten doen. Het bewijs daarvan werd deze week geleverd, toen de Federal Reserve bekendmaakte dat er dit jaar helemaal geen renteverhogingen meer zullen volgen. Voor volgend jaar houdt de centrale bank rekening met slechts één renteverhoging. Het was een 180 graden draaien ten opzichte van vorig jaar, toen de rente nog gestaag werd opgeschroefd.

    We hadden dit eigenlijk al kunnen zien aankomen. Het herstel van de economie sinds de financiële crisis van 2008 kan namelijk voor een belangrijk gedeelte worden toegeschreven aan het ruime monetaire beleid van centrale banken. Door de lage rente hebben huishoudens, bedrijven en overheden op grote schaal geld geleend.

    Schuld gedreven economische groei

    De rente bleef langdurig laag, met als resultaat een periode van schuld gedreven economische groei. Aandelen, obligaties en vastgoed, alles leek wel in prijs te stijgen. Het creëerde een gevoel van welvaart, precies wat de voormalig voorzitter van de Federal Reserve Ben Bernanke het ‘wealth effect’ noemde.

    De Federal Reserve heeft de afgelopen jaren de rente gestaag verhoogd, dus het was slechts een kwestie van tijd voordat de negatieve effecten daarvan zichtbaar zouden worden. En dat moment kwam eind vorig jaar, toen de beurzen wereldwijd opeens hard onderuit gingen. Beleggers werden nerveus en de vrees was dat het over zou slaan op het economische sentiment.

    Federal Reserve draait geldkraan dicht

    Door het verkrappende beleid van de Federal Reserve kwamen ook opkomende economieën in de problemen, omdat deze ook erg afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van dollarliquiditeit. Neemt de beschikbaarheid van dollars af, dan komt dat in de rest van de wereld hard aan. Maar ook in eigen land stuitte de verhoging van de rente op veel weerstand, onder meer bij president Trump. Hij ziet een stijgende rente als een directe bedreiging voor de economie.

    Een economie die verslaafd is aan goedkoop krediet kan zich niet zo makkelijk aanpassen aan een hogere rente. En zeker als de rente langdurig laag is beginnen huishoudens en bedrijven daarop te anticiperen. Zij doen investeringen die nu nog rendabel zijn, maar die dat niet meer zijn bij een hogere rente. Daarmee wordt het op een gegeven moment zelfs onverantwoord om de geldkraan verder dicht te draaien.

    Centrale banken hebben hun hoop gevestigd op een geleidelijk aanpassingsproces, waarbij schulden langzaam door inflatie wegsmelten. Een risicovol beleid, omdat het op de lange termijn het vertrouwen in de waarde van het geld ondermijnt. We hoeven alleen maar naar de prijzen in de supermarkt te kijken om te zien dat de inflatie in werkelijkheid veel hoger is dan wat de officiële statistieken laten zien.

    Obligatiemarkt voorspelt nieuwe recessie?

    De onzekerheid over de economie kunnen we ook aflezen aan de ontwikkelingen op de obligatiemarkt. De laatste maanden zit de rente op langlopende staatsleningen in een sterk dalende trend. De Duitse 10-jaars rente dook voor het eerst sinds 2016 weer onder nul, terwijl de Amerikaanse rentecurve voor het eerst sinds 2007 weer is omgekeerd. Dat laatste wordt door velen gezien als voorbode voor een nieuwe crisis, zoals ik beschreef in mijn column van eind vorig jaar.

    Een dalende rente op langlopende staatsobligaties betekent dat beleggers weer vluchten naar veiligheid, omdat staatsleningen het meest liquide zijn in tijden van crisis. Maar hoe moeten we deze ontwikkeling duiden, als tegelijkertijd de aandelenmarkt omhoog gaat? Zo is de AEX-index is sinds het begin van dit jaar al met 10% gestegen. Op basis daarvan zou je zeggen dat er niets aan de hand is…

    Omgekeerde rentecurve voor Amerikaanse staatsleningen (Bron: Bloomberg)

    Een oude beurswijsheid leert dat wanneer de aandelenmarkt en de obligatiemarkt verschillende signalen afgeven, dat de obligatiemarkt in de meeste gevallen gelijk krijgt. Welke kant het nu op zal gaan, dat moeten we nog maar zien. Het lijkt erop dat de goudmarkt de kant van de obligatiemarkt heeft gekozen, want de goudprijs is de afgelopen maanden ook al behoorlijk gestegen. We gaan het zien!

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • ‘Goud zal uitblinken in 2019’

    De goudprijs steeg van $1.250 per troy ounce medio december 2018 tot bijna $1.350 per troy ounce halverwege februari 2019. Hoewel de goudprijs de afgelopen weken licht is gedaald tot $1.300 per troy ounce, lijkt het er volgens Nitesh Shah, grondstoffenhandelaar bij WisdomTree, op dat het negatieve sentiment waarmee goud in het laatste kwartaal van 2018 werd geconfronteerd, is afgenomen. Hij verwacht dat de goudprijs tegen het einde van dit jaar rond de $1.410 per troy ounce zal staan.

    Posities in goudfutures – een maatstaf voor het sentiment ten opzichte van het goud – is hersteld van een netto-negatieve positie in oktober 2018 tot bijna 100.000 contracten netto long posities. Dat ligt ongeveer op het langetermijngemiddelde. De katalysator achter het herstel was de herinnering dat er zowel financiële als geopolitieke risico’s aanwezig zijn. Eind 2018 en begin 2019 stagneerden de aandelenmarkten en andere cyclische activa. Dat was een steun in de rug voor goud, dat van oudsher wordt gezien als een defensief en veilig toevluchtsoord.

    Toen de leden van de Open Market Committee van de Federal Reserve in december 2018 bijeenkwamen, verwachtten ze dat de rentevoeten in 2019 minstens tweemaal zouden stijgen. Gezien hun recente dovish commentaar en zwakkere economische data, lijkt het erop dat hun plannen in de ijskast zijn gezet. Dat heeft de opwaartse druk op de Amerikaanse dollar- en staatsobligatierendementen enigszins weggenomen. Dat is uiteindelijk ook positief voor goud.

    Zwakte goud is tijdelijk

    Een opleving van de cyclische activa heeft de afgelopen weken het positieve sentiment bij goud weggehaald. Shah is echter van mening dat de zwakte waarschijnlijk van tijdelijke aard is. De markt is er het afgelopen jaar vaak genoeg aan herinnerd dat de volatiliteit op de financiële markten snel kan terugkeren. De financiële stabiliteitsverslagen van alle grote centrale banken vestigen de aandacht op de talrijke risico’s waarmee de markten worden geconfronteerd. Elke uitwerking van een risico kan een opwaarts potentieel voor goud opleveren.

    Op het moment van schrijven lijkt het erop dat een periode van langdurige onzekerheid rond Brexit voor de deur staat, ook al was de exit van het Verenigd Koninkrijk gepland voor het einde van de maand. Er is geen specifieke deadline voor de handelsbesprekingen tussen de VS en China. Hoewel Shah ervan uitgaat dat er in april een overeenkomst wordt gesloten, is het zinvol om toch ook rekening te houden met een ongunstig scenario. Ook als er wordt uitgegaan van een verder herstel van cyclische activa.

    ‘Goudprijs stijgt dit jaar naar $1.410’

    Shah denkt dat de goudprijs nog steeds ondergewaardeerd is en verwacht dat het edelmetaal tegen het einde van het jaar rond de $1.410 per troy ounce zal opleven. Aangezien de Fed aan het einde van zijn renteverkrappingscyclus is gekomen, kunnen de rendementen van de Amerikaanse dollar en de schatkist een hoogtepunt hebben bereikt.

    Als de posities in goudfutures rond het huidige niveau blijven, geven de modellen van WisdomTree aan dat het goud dit jaar zal stijgen tot boven de $1.400 voor een troy ounce.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Europese bankensector blijft door lage rente onder druk staan

    Op de financiële markten zijn de koersen na het sterke herstel in januari verder opgelopen in februari. Het was vooral de Federal Reserve die de markten geruststelde. Met nog meer renteverhogingen en balansafbouw zal het voorlopig zo’n vaart niet lopen. Ook de Europese Centrale Bank (ECB) gaf aan dat de rente in 2019 wellicht niet wordt verhoogd.

    Voor het bankwezen is dit echter minder goed nieuws. De lage rente leidt namelijk tot een uitholling van hun verdienmodel. Het maakt Ivan Moen, Ton Schoemaker en Jaap Westerling, vermogensbeheerders bij Optimix Vermogensbeheer, terughoudend ten aanzien van Europese bankaandelen, ondanks de lage waarderingen.

    Amerikaanse versus Europese banken

    Tot 2015 hielden de beursrendementen van Europese en Amerikaanse bankaandelen min of meer gelijke tred. Sinds de Fed de rente begon te verhogen, lopen hun beursrendementen uiteen. Door de lage rente in de eurozone staan de rente-inkomsten voor Europese banken onder druk. Dat is een van de redenen voor de verschillen in winstgevendheid tussen Amerikaanse en Europese banken.

    In de VS hebben de banken na de crisis snel schoon schip gemaakt en hun balansen opgeschoond. Dat geldt niet voor alle banken in Europa. Europese banken hebben nog regelmatig te maken met tegenvallers en probleemleningen. Die zorgen kunnen zich door de van oudsher onderlinge verwevenheid van de Europese banken snel over de hele sector uitspreiden.

    Daarnaast spelen banken in Europa een grotere rol in de financiering van het bedrijfsleven dan in de VS. Door de afschrijvingen op probleemleningen en de noodzaak hun kapitaalbuffers te verhogen, zijn de Europese banken terughoudender geworden in het verstrekken van leningen.

    De rol van de ECB

    Om de kredietverstrekking en de economische groei te stimuleren, verstrekte de ECB de banken goedkope (tijdelijke) financiering. Het laatste programma was €740 miljard groot en loopt tot juni 2020, dan moeten de banken deze leningen hebben terugbetaald. Echter, al vanaf juni 2019 worden banken door regelgeving beperkt in het uitlenen van deze specifieke gelden.

    Voor juni van dit jaar dienen de banken dus een nieuwe bron van financiering te vinden. Idealiter zouden banken meer deposito’s aantrekken, op de obligatiemarkt lenen of nieuwe aandelen uitgeven. Dat was ook de bedoeling van de ECB. Het zijn echter de Italiaanse en Spaanse banken die het grootste beroep doen op de ECB gelden.

    Met in het achterhoofd dat de Italiaanse banken een grote koper van Italiaanse staatsschuld zijn, kan de ECB niets anders doen dan het financieringsprogramma verlengen. Het tijdelijke infuus voor de banken, krijgt daarmee een permanent karakter voor de Zuid-Europese banken. Tegelijkertijd zal de bankensector hierdoor weer onder een vergrootglas komen te liggen, hetgeen de nodige volatiliteit in bankbeleggingen kan veroorzaken.

    Druk op banken op korte en lange termijn

    Op de korte termijn kunnen de aandacht voor het verlengen van de ECB-financiering en de naderende Brexit-deadline voor beweeglijkheid in bankaandelen en -obligaties zorgen. Ook de economische groeivertraging in de eurozone maakt banken kwetsbaar. Op de lange termijn zal de winstgevendheid van Europese banken onder druk blijven staan.

    De rente heeft beperkt opwaarts potentieel, terwijl de rol van banken in de financiering van het bedrijfsleven afneemt. Bovendien staat het ondernemingsmodel van banken onder druk, doordat steeds meer fintech bedrijven ook financiële diensten mogen verlenen.

    Lage blootstelling voelt comfortabel

    Het zal veel investeringen vergen van banken om mee te gaan in de technologische ontwikkelingen in een tijd waarin hun winstgevendheid onder druk staat. Alleen de banken met een gezonde balans en dito winstgevendheid zullen deze uitdagingen het hoofd kunnen bieden. Met het oog op de risico’s op korte termijn voelen de vermogensbeheerders van Optimix zich nu comfortabeler met een lagere blootstelling aan de Europese bankensector.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • BIS ziet risico in afwaardering bedrijfsobligaties

    De Bank for International Settlements waarschuwt in haar nieuwste rapport voor de gevolgen van een plotselinge afwaardering van bedrijfsobligaties. Mocht de economie in een neerwaartse spiraal komen, dan zal het voor veel bedrijven moeilijker worden om geld te lenen. Dat kan leiden tot meer afwaarderingen, waardoor de economie in een nieuwe recessie belandt.

    De bank der centrale banken merkt op dat bedrijven in de Verenigde Staten sinds de crisis van 2008 op grote schaal geld hebben geleend tegen zeer gunstige voorwaarden. De Federal Reserve hield de rente laag, waardoor het voor bedrijven goedkoper was om geld te lenen dan om nieuwe aandelen uit te geven.

    Risicovolle bedrijfsobligaties

    Deze vloedgolf aan krediet ging niet naar de meest kredietwaardige bedrijven, want cijfers van de BIS laten zien dat vooral de markt voor leningen met een ‘BBB’ kredietstatus de laatste jaren groeide. Dat zijn leningen met een middelmatige kredietscore, tussen het risicovolle high-yield schuldpapier en de meest veilige obligaties met een A-score.

    Dat de markt voor dit soort middelmatige leningen de afgelopen jaren sterk is toegenomen mag geen verrassing heten. Het meest veilige schuldpapier levert amper rendement op, waardoor veel beleggingsfondsen zijn uitgeweken naar beter renderende leningen met een BBB-kredietscore.

    Toename van minder kredietwaardige bedrijfsobligaties brengt risico’s met zich mee (Bron: BIS)

    Verkoopgolf mogelijk

    Zowel in de Verenigde Staten als in Europa is de markt voor het BBB-schuldpapier inmiddels groter dan de markt voor het obligaties met een kredietscore hoger dan ‘A’. Dat is een gevaarlijke situatie, omdat veel institutionele beleggers verplicht zijn een bepaald gedeelte van hun vermogen in veilige leningen te beleggen.

    In een situatie waarin bedrijfsleningen met een BBB-score een afwaardering krijgen zullen veel beleggingsfondsen deze leningen moeten verkopen. Volgens BIS-economen Sirio Aramonte en Egemen Eren kan dat ingrijpende gevolgen hebben op de obligatiemarkt. Daarover zeggen ze het volgende:

    “Een op kredietstatus gebaseerd beleggingsmandaat kan leiden tot een uitverkoop. Als, door toedoen van economische zwakte, genoeg verstrekkers van bedrijfsobligaties worden afgewaardeerd van BBB naar junk status, dan zullen beleggingsfondsen en andere marktparticipanten met een ‘investment grade’ beleggingsmandaat gedwongen worden in korte tijd grote hoeveelheden obligaties te verkopen.

    […]

    Het is een redelijke aanname dat de terugkeer naar een afwaardering als die van 2009 een herbalancering van de beleggingsportefeuilles kan veroorzaken die groter is dan het dagelijkse handelsvolume in de markt voor bedrijfsobligaties.”

    Schulden blijven een probleem

    Beleggingsfondsen in de Verenigde Staten en in Europa hebben volgens de BIS vandaag de dag een veel grotere blootstelling aan deze categorie van BBB-obligaties dan vlak na de kredietcrisis van 2008. Komt er weer een jaar als 2009, waarin het aantal faillissementen sterk toeneemt, dan zal dat een zeer negatieve impact hebben op het beheerd vermogen van beleggingsfondsen.

    De Federal Reserve besloot begin dit jaar de rente niet verder te verhogen. Mogelijk deed ze dat om de druk op de obligatiemarkt te verlichten. Een stijgende rente kan bedrijven in de problemen brengen die leningen met een lage rente moeten doorrollen. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in de rest van de wereld. Het is een wereldwijd probleem, omdat ook bedrijven in andere landen in dollars geleend hebben.

    We kunnen er bijna niet onderuit. Onze economie is verslaafd aan schulden en iedere poging om de geldkraan dicht te draaien lijkt acuut stress te veroorzaken op de financiële markten. Een verontrustende conclusie, zeker nu de grenzen van conventioneel monetaire beleid zijn bereikt. De ECB start een nieuwe ronde van liquiditeitssteun voor banken, de Federal Reserve durft de rente niet meer te verhogen en de Bank of Japan overweegt zelfs meer stimuleringen. We hebben de problemen van 2008 enkel voor ons uit geschoven…

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken hebben het er de laatste jaren maar druk mee. Zo is het aantal toespraken dat ze jaarlijks geven in de periode van 1998 tot 2014 verzesvoudigd. Sinds de financiële crisis communiceren ze niet alleen over hun monetaire beleid, maar proberen ze de markt ook met woorden in een bepaalde richting te sturen. Denk aan centraal bankiers die zeggen dat ze de rente nog lang laag zullen houden of dat ze zullen ingrijpen, mocht dat ooit weer nodig zijn. ‘Forward guidance’ noemen we dat.

    Forward guidance wordt door centrale banken uitgelegd als een nieuw beleidsinstrument, maar eigenlijk betekent het dat de bodem van de gereedschapskist van centrale banken in zicht is. Het is alsof je een centraal bankier vraagt om een hamer en hij een papiertje geeft met daarop een tekening van een hamer.

    Centrale banken geven steeds meer toespraken

    Centrale banken praten steeds meer, maar zeggen steeds minder

    In 2017 publiceerde de Zwitserse centrale bank nog een onderzoek over dit onderwerp. Daaruit bleek dat een toename van het aantal persconferenties van centrale banken helemaal niet zorgde voor meer duidelijkheid bij het publiek. Integendeel, de markt kreeg juist meer tegenstrijdige geluiden te horen, waardoor het moeilijker werd om het beleid van centrale banken te voorspellen. Uit de conclusie van het onderzoek van Thomas Lustenberger en Enzo Rossi:

    “Meer communicatie produceert voorspellingsfouten en vergroot de spreiding. Dit inzicht was voorzien door Simon (1971), die zei dat “een overvloed aan informatie een armoede van aandacht creëert.” Het sluit ook aan bij de conclusies getrokken door bijvoorbeeld Morris & Shin (2002), Sims (2003), Kahneman (2003) en Blinder (2004). Zij stellen dat ongecoördineerde communicatie de signaal-ruisverhouding juist kan verlagen in plaats van verhogen, en daarmee de effectiviteit van het monetaire beleid kan belemmeren.

    Anders gezegd, een centrale bank die spreekt met een kakofonie van stemmen heeft in feite misschien helemaal geen stem. Minder spreken kan dus gunstig zijn voor centrale banken die de voorspelbaarheid en homogeniteit tussen financiële en macro-economische voorspellingen willen vergroten. We leveren enig bewijs dat dit in het bijzonder waar voor kan zijn centrale banken waarvan het transparantieniveau al hoog is.

    Nog minder succesvol op het gebied van het voorspellen is het beleid van forward guidance, zoals nagestreefd na de financiële crisis. Het beïnvloedde noch de fouten noch de spreiding van de rente en opbrengstprognoses.”

    Terug bij af?

    De laatste jaren zit de wereldeconomie weer in een opwaartse trend. Dat herstel hebben we voor een belangrijk deel te danken gehad aan het ingrijpen van centrale banken. Met structurele opkoopprogramma’s en liquiditeitssteun voor banken werd het vertrouwen in schuldpapier hersteld. Daardoor kwam ook de kredietverlening aan consumenten en bedrijven weer op gang.

    We kunnen onszelf op de borst kloppen voor de economische groei van de laatste jaren, maar de vraag is of de economie ook zo goed blijft draaien zonder al die stimulering door centrale banken. De Federal Reserve zette haar geplande renteverhoging begin dit jaar niet door, omdat de vooruitzichten voor de economie te onzeker werden. De ECB is nog maar net gestopt met het opkopen van staatsobligaties en er wordt alweer gesproken over een nieuwe ronde van liquiditeitssteun aan banken. Ondertussen overweegt de Bank of Japan extra monetaire stimulering om een waardestijging van de munt te voorkomen.

    Om een lang verhaal kort te maken, het economische herstel van de afgelopen jaren is voor een belangrijk gedeelte te danken aan het ruime monetaire beleid van centrale banken. De gewenste ‘normalisering’ blijkt een moeizaam en pijnlijk proces, waarbij een nieuwe recessie gemakkelijk kan worden uitgelokt.

    Hoe nu verder?

    Centrale banken balanceren op een smal pad tussen deflatie en inflatie. Dat maakt dat ze heel weinig speelruimte hebben om effectief beleid te voeren. Een onvoorzichtige stap in de verkeerde richting – en die hoeft niet per se van centrale banken te komen – kan een keten van gebeurtenissen veroorzaken die leidt tot een nieuwe crisis.

    Mario Draghi zei laatst tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement dat groei de beste manier is om uit de schulden te komen. In dit scenario worden schulden door inflatie makkelijker te betalen, maar de keerzijde is dat ook de waarde van het geld verder wordt uitgehold. En dat betekent verlies van koopkracht, zeker voor de lagere inkomens. En dat voedt het wantrouwen van de bevolking ten aanzien van overheden en centrale banken.

    Centrale banken moeten in deze onzekere tijden rekening houden met verschillende scenario’s. Dat betekent dat ze ook moeten anticiperen op de negatieve effecten van meer protectionisme en economische oorlogsvoering in de wereld. Als centrale banken wereldwijd besluiten meer goud te kopen en in toenemende mate goudvoorraden terughalen naar eigen land, dan is dat wat mij betreft zeker een teken aan de wand. We zouden wat meer moeten kijken naar wat centrale banken doen en minder moeten luisteren naar wat ze zeggen.

    Deze column verscheen eerder bij Goudstandaard