Tag: schaarste

  • Bank of England leent goud aan GLD

    De Bank of England heeft in het eerste kwartaal van dit jaar goud uitgeleend aan GLD, het grootste goud-ETF ter wereld. Dit is opmerkelijk, omdat het nog nooit eerder is voorgekomen dat de centrale bank moest bijspringen om het fonds van goud te voorzien.

    Normaal gesproken is dit de verantwoordelijkheid van de bullion banks, die het edelmetaal aanbieden als onderpand voor de uitgifte van nieuwe aandelen van het ETF. Dat de centrale bank zich nu ook in de fysieke goudmarkt moet opwerpen als ‘lender of last resort’ doet vermoeden dat er sprake is van een extreme schaarste in de goudmarkt.

    In de kwartaalrapportage naar de toezichthouder SEC schrijft GLD het volgende:

    “Subcustodians held no gold on behalf of the Trust as of March 31, 2016. During the quarter ended March 31, 2016, the greatest amount of gold held by subcustodians was approximately 29 tonnes or approximately 3.8% of the Trust’s gold at such date. The Bank of England held that gold as subcustodian.

    29 ton van de Bank of England

    Uit de rapportage over het eerste kwartaal blijkt dat de Bank of England gedurende dit kwartaal 29 ton goud heeft uitgeleend aan GLD, op dat moment goed voor 3,8% van de totale goudvoorraad van het fonds. Blogger FOFOA analyseerde de voorraadcijfers en concludeerde dat de ingreep van de centrale bank heeft plaatsgevonden tussen 19 en 26 februari.

    Zowel op vrijdag 19 februari als op maandag 22 februari werd er 19,33 ton goud aan het ETF toegevoegd, waarvan de tweede tranche naar alle waarschijnlijk een noodinjectie was van de Bank of England. Voeg je daar de 8,03 ton goud van woensdag 24 februari en de 2,08 ton van vrijdag 26 februari aan toe, dan kom je uit op het totaal van ruim 29 februari zoals vermeld in de kwartaalrapportage van het goud-ETF.

    Het onderstaande overzicht laat de goudvoorraad van het ETF zien. Uiterst links zie je de betreffende datum en helemaal rechts staan de dagelijkse mutaties van de voorraad. Rood omcirkeld is de periode waarin de Bank of England goud verstrekte aan het ETF. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

    bank-of-england-gld-goud

    De Bank of England verstrekte eind februari goud aan GLD (Bron: SPDR Gold Trust)




    Waar haalt GLD haar goud vandaan?

    In het kader van transparantie publiceert GLD periodiek een lijst van alle goudstaven uit de goudvoorraad. Blogger Warren James heeft de afgelopen jaren alle mutaties in deze lijsten bijgehouden en concludeerde op basis van de laatste ontwikkelingen dat er sinds dit jaar ook goudbaren met compleet andere en willekeurige serienummers aan de lijst zijn toegevoegd. Dit zijn volgens Warren James waarschijnlijk goudstaven die afkomstig zijn van een zeer oude voorraad. Dit zou dus het goud van de Bank of England kunnen zijn. FOFOA deed navraag bij Warren James en die gaf de volgende verklaring:
    "Er zijn grofweg drie bronnen waar GLD haar goudstaven vandaan haalt. Ongeveer 30% is goud dat in het verleden al in het ETF heeft gezeten, nog eens 30% bestaat uit gloednieuwe goudbaren van smelterij Johnson Matthey en de resterende 40% is een mix van willekeurige goudbaren. De gebeurtenissen van begin dit jaar waren opzienbarend, omdat de verhouding van deze drie bronnen op een gegeven moment veranderde van 30:30:40 naar 0:0:100. Dat suggereert dat de eerstgenoemde twee bronnen van goud tijdelijk niet beschikbaar waren. Het is de vraag of die trend zal doorzetten of niet."
    De 'willekeurige goudbaren' vertegenwoordigen onder normale omstandigheden slechts 40% van de totale instroom van goud in het ETF, maar eind februari was al het goud afkomstig uit deze voorraad. Volgens Warren James zijn dit goudstaven die al heel lang in de kluis liggen en die waarschijnlijk slechts uitgeleend zijn aan het ETF.

    Bank of England als 'lender of last resort'

    Het is zeer opvallend dat de Bank of England begin dit jaar goud heeft uitgeleend aan het ETF, omdat dat normaal gesproken niet de taak van de centrale bank is. Mogelijk konden de bullion banks de plotselinge instroom van speculatief geld richting de goudmarkt niet aan en moest de centrale bank tijdelijk garant staan om dit gat op te vangen. We benadrukken nog maar eens dat dit nog nooit eerder is voorgekomen sinds de oprichting van het goud-ETF in 2004. Dit versterkt ons vermoeden dat de beschikbaarheid van fysiek goud tegen de huidige goudprijs wel eens veel kleiner kan zijn dan over het algemeen wordt aangenomen. Als het grootste goudfonds ter wereld nu al moeite heeft om voldoende goud te verzamelen, wat gebeurt er dan als de run op fysiek goud echt losbarst? Zorg dat je fysiek goud in bezit hebt, want een claim op goud via een ETF blijkt al lang geen harde garantie meer te zijn...

    400-oz-Gold-Bars-teaser

    Bank of England leende goud uit aan GLD

  • Zilveren munten nog steeds slecht leverbaar

    Een maand geleden schreven we al over de lange levertijd op zilveren munten, zoals de Amerikaanse Silver Eagle, de Canadese Maple Leaf en de Oostenrijkse Philharmoniker munten van één troy ounce. De verschillende munthuizen hebben sindsdien hun uiterste best gedaan om de productie op te schroeven, maar daarmee zijn de problemen nog niet verholpen.

    “De vraag naar de zilveren munten is zelfs zo groot dat onze leverancier geen indicatie meer kan geven van de levertijd. We kunnen op dit moment zelfs geen zilveren Maple Leaf munten meer bestellen. Andere munten zijn ook slecht leverbaar”, zo verklaarde Sander Noordhof van Goudstandaard. Mede daardoor is de premie op de munten de afgelopen weken sterk toegenomen. “Anders dan beleggingsgoud is zilver belast met btw, omdat de overheid het aanmerkt als een industrieel metaal. Over zilverbaren betaal je dus 21% btw, terwijl zilveren munten onder de gunstige btw margeregeling vallen. Daarom komen beleggers die zilver kopen al snel uit bij deze munten.”

    Zoals we eerder al schreven hebben de munthuizen een beperkte productiecapaciteit. De vraag naar beleggingsmunten is moeilijk te voorspellen en de munthuizen willen voorkomen dat ze teveel productiecapaciteit hebben. Het uitbreiden van de productiecapaciteit is een investering die zich op de lange termijn terug moet verdienen. De munthuizen moeten een inschatting maken van de toekomstige vraag en zijn daarom terughoudend met het doen van investeringen.

    silver-coins

    Zilveren Maple Leaf is op dit moment zelfs niet meer te bestellen

    Spreiding van het vermogen

    “Sinds het uitbreken van de crisis is de vraag naar zilveren munten enorm gestegen”, zo merkt Sander Noordhof op. “Spaarders en beleggers willen spreiding aanbrengen in hun vermogen en besluiten daarom zilveren munten te kopen. Ze willen fysiek bezit hebben en geven daarom vaker de voorkeur aan munten boven papieren afgeleiden als zilver-ETF’s.” Door de daling van de zilverprijs van de afgelopen jaren is de vraag naar de munten eigenlijk alleen maar verder toegenomen. Het jaar 2013 was voor verschillende munthuizen al een recordjaar en in 2014 wisten sommige munthuizen opnieuw een record neer te zetten. Bij de US Mint, het grootste munthuis ter wereld, rolden er het afgelopen jaar bijna 44 miljoen zilveren munten van de band. Ter vergelijking, voor het uitbreken van de financiële crisis produceerde dit munthuis jaarlijks hooguit 10 miljoen zilveren munten.

    Tekort houdt aan

    Het tekort aan zilveren munten duurt nu al langer dan een maand en het zal nog wel even duren voordat de achterstanden zijn weggewerkt. Volgens Sander Noordhof is het heel moeilijk om te zeggen wanneer de beleggingsmunten weer goed verkrijgbaar zijn. Tot die tijd kunnen beleggers alternatieven overwegen. “De zilveren kilomunten vallen onder dezelfde btw margeregeling en zijn dus een interessant alternatief voor de beleggingsmunten van 1 troy ounce. Wie voor de scherpste prijs zilver wil kopen kan ook kiezen voor zilverbaren in combinatie met opslag in Zwitserland. Deze zilverbaren (100 en 1.000 troy ounce) zijn vrijgesteld van btw en zijn direct leverbaar. Dit is de goedkoopste manier om fysiek zilver aan te kopen.” Deze bijdrage is afkomstig van Goudstandaard Goudstandaard heeft de volgende kilomunten nog ruim op voorraad:

  • Centrale banken verstoren obligatiemarkt

    Sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 hebben centrale banken als de Federal Reserve, de Bank of England en de Bank of Japan een ongekende hoeveelheid staatsobligaties uit de markt gehaald. Als gevolg daarvan dreigt een groot tekort aan het schuldpapieren begint de liquiditeit ervan op te drogen.

    De gevolgen daarvan zijn nu al zichtbaar in de vorm van negatieve rentes en een toegenomen volatiliteit van het schuldpapier dat nog steeds als zeer veilig te boek staat. Doordat de centrale banken zoveel schuldpapier uit de markt halen is de rente over $3,6 biljoen aan staatsobligaties wereldwijd nu al negatief geworden, dat is 16% van het totale aanbod van het schuldpapier.

    Tekort aan obligaties

    Nu de ECB maandelijks voor €60 miljard aan staatsobligaties gaat opkopen zal het tekort aan schuldpapier alleen maar groter worden. De volgende grafieken van Citi en Morgan Stanley laten zien dat de netto uitgifte van schuldpapier dit jaar negatief zal worden. Simpel gezegd betekent het dat centrale banken voor een groter bedrag aan schuldpapier zullen kopen dan wat overheden aan obligatieleningen uitschrijven.

    central-bank-interventions

    Centrale banken kopen meer staatsobligaties dan wat overheden uitschrijven

    net-debt-issuance

    Centrale banken kopen meer staatsobligaties dan wat overheden uitschrijven

    (deze grafiek kwam vorige week ook voorbij in een Market Update)

  • Ondergrondse goudreserve raakt niet zo snel op!

    Veel ‘experts’ in de goudmarkt beweren dat de ondergrondse goudreserves binnen afzienbare tijd op zullen raken. Goudmijnen halen jaarlijks ongeveer 2.500 ton goud uit de grond en moeten steeds meer moeite doen om het gele edelmetaal boven te krijgen. Al jaren daalt de gemiddelde opbrengst van een goudmijn (uitgedrukt in aantal grammen goud per ton), waardoor de productiekosten steeds hoger worden. Maar hoeveel goud kunnen goudmijnen nog uit de aardkorst halen? Hierover bestaat een onjuiste theorie die nog te vaak wordt aangehaald…

    US Geological Survey

    Om die vraag te beantwoorden pakt men doorgaans de cijfers van de US Geological Survey (USGS). Die houden jaarlijks bij hoe groot de goudreserves zijn die goudmijnen over de hele wereld geïdentificeerd hebben, maar nog niet hebben opgegraven. Dit is zeg maar de goudvoorraad waar de goudmijnen uit putten. In het laatste rapport van de USGS wordt de wereldwijd beschikbare ondergrondse goudvoorraad geschat op 52.000 metrische ton goud. Sommige analisten in de goudmarkt pakken de calculator erbij en rekenen vervolgens uit dat die 52.000 ton gelijk staat aan minder dan 20 jaar productie, omdat de goudmijnen de afgelopen jaren iets meer dan 2.500 ton goud per jaar uit de grond hebben gehaald. Daaruit volgt een foutieve conclusie dat de economisch rendabele goudvoorraden onder de grond binnen afzienbare tijd op zullen raken. We zullen uitleggen waarom deze simpele rekensom misleidend is...

    Wat zijn reserves?

    Zoals gezegd komt het getal van 52.000 ton goud uit het laatste rapport van de USGS. Dit cijfer is opgebouwd uit alle goudreserves die goudmijnen over de hele wereld geïdentificeerd hebben en die ze in de komende jaren op zullen graven. Ieder jaar wordt deze schatting aangepast, enerzijds omdat deze goudreserves aangeboord worden door de goudmijnen en anderzijds omdat er steeds nieuwe ontdekkingen worden gedaan. Dat betekent dat de 52.000 ton aan ondergrondse reserves slechts een momentopname is die van tijd tot tijd kan veranderen. We baseren ons op dit document van de USGS, waarin de werkelijke definitie van reserves wordt gegeven. We citeren uit het document en hebben enkele belangrijke passages dikgedrukt gemaakt:

    "Reserves data are dynamic. They may be reduced as ore is mined and/or the extraction feasibility diminishes, or more commonly, they may continue to increase as additional deposits (known or recently discovered) are developed, or currently exploited deposits are more thoroughly explored and/or new technology or economic variables improve their economic feasibility. Reserves may be considered a working inventory of mining companies’ supply of an economically extractable mineral commodity. As such, magnitude of that inventory is necessarily limited by many considerations, including cost of drilling, taxes, price of the mineral commodity being mined, and the demand for it. Reserves will be developed to the point of business needs and geologic limitations of economic ore grade and tonnage. For example, in 1970, identified and undiscovered world copper resources were estimated to contain 1.6 billion metric tons of copper, with reserves of about 280 million metric tons of copper. Since then, about 400 million metric tons of copper have been produced worldwide, but world copper reserves in 2011 were estimated to be 690 million metric tons of copper, more than double those in 1970, despite the depletion by mining of more than the original estimated reserves."

    De USGS geeft in deze passage het voorbeeld van koper. Met de technieken van 1970 werd er wereldwijd een ondergrondse reserves van 280 miljoen ton koper geïdentificeerd, maar sindsdien is er meer dan 400 miljoen ton koper uit de grond gehaald. Dat is meer dan de reserves die toen bekend waren! In 2011 werd de ondergrondse reserve van koper geschat op 690 miljoen ton, meer dan een verdubbeling van de reserves zoals die in 1970 gerapporteerd werden!

    Hoeveel goudreserves zitten er onder de grond?

    De manier waarop de USGS de ondergrondse reserve van koper rapporteert is niet anders dan de manier waarop die voor goud wordt vastgesteld. Zo lang er meer nieuwe ontdekkingen zijn dan er goud uit de grond wordt gehaald kan ook de opgegeven goudreserve toenemen. We pakken de cijfers van de USGS erbij en komen tot de volgende grafiek.

    Ondergrondse goudreserves raken niet op

    Ondergrondse goudreserves raken niet op

    Zoals u ziet zijn de ondergrondse goudreserves de laatste jaren niet op geraakt. Blijkbaar worden er nog steeds voldoende nieuwe ontdekkingen gedaan om te compenseren voor het volume dat de goudmijnen jaarlijks uit de grond halen. Alleen op basis van deze cijfers van de USGS kunnen we al de conclusie trekken dat de rekensom van 52.000 ton goud gedeeld door de jaarlijkse goudmijnproductie onjuist is. Zou dit rekensommetje wel kloppen, dan zouden de goudmijnen nu al geen goud meer kunnen vinden.

    We illustreren de denkfout aan de hand van een denkbeeldige grafiek. We beginnen in 1996 met een ondergrondse goudreserve van 44.000 ton en trekken daar ieder jaar de productie van goudmijnen van af. Zoals u ziet is het goud volgens deze foutieve redenering al in 2013 volledig gemijnd. Niets is minder waar...

    Deze grafiek toont de denkfout aan ten aanzien van ondergrondse goudreserves

    Deze grafiek toont de denkfout aan ten aanzien van ondergrondse goudreserves

    Goud raakt niet op

    Door nieuwe technieken kunnen goudmijnen steeds meer goud uit de grond halen, ondanks dat de ertskwaliteit ieder jaar slechter wordt. De volgende grafiek is gebaseerd op de jaarlijkse productie van goudmijnen vanaf het jaar 1900, zoals die bij de USGS bekend is. Zoals u ziet is de goudproductie door de decennia heen sterk toegenomen. Volgens het GFMS hebben goudmijnen nog nooit zoveel goud uit de grond gehaald als in 2013, namelijk 2.917 ton. Van een schaarste aan ondergrondse goudreserves lijkt voorlopig nog geen sprake, ondanks het feit dat grote goudontdekkingen steeds schaarser worden.

    Jaarlijkse goudproductie vanaf 1900

    Jaarlijkse goudproductie vanaf 1900

    Goud wordt steeds minder schaars

    Omdat goud niet vergaat neemt de totale hoeveelheid bovengronds goud alleen maar toe. Goud verandert van vorm (sieraden, elektronica, munten, baren) en wisselt wel eens van eigenaar, maar het metaal blijft altijd aanwezig. Vergelijk het met een pokertafel, waarbij alle fiches op tafel blijven en er ieder jaar een paar nieuwe fiches in circulatie worden gebracht. Bovengronds goud wordt iedere jaar dus een beetje minder schaars.

    Het is niet de schaarste die goud waardevol maakt, want de totale goudvoorraad is vele malen groter dan de jaarlijkse vraag naar goud (hoge stock to flow ratio). Zou goud alleen maar een grondstof zijn voor de industrie, dan zou de prijs volgens de wet van vraag en aanbod compleet in elkaar moeten storten. De volgende grafiek geeft een schatting van de totale bovengrondse goudvoorraad sinds 1900 en is gebaseerd op de jaarlijkse goudmijnproductie volgens de USGS. Het beginpunt in het jaar 1900 is gebaseerd op de aanname dat er vandaag de dag 170.000 ton bovengronds goud bestaat.

    Goud raakt niet op, het wordt ieder jaar minder schaars

    Goud raakt niet op, het wordt ieder jaar minder schaars

    Conclusie

    Met dit artikel hebben we de denkfout in een veelgebruikte analyse proberen bloot te leggen. De reserves die de USGS rapporteert voor goud en voor tal van andere grondstoffen is geen absoluut totaal, maar een relatief cijfer dat van jaar tot jaar kan veranderen op basis van mijnbouwproductie en nieuwe ontdekkingen. De geïdentificeerde ondergrondse goudreserve is op dit moment 52.000 ton, maar dat cijfer schommelt al bijna twee decennia tussen de 40.000 en 52.000 ton...

    Laten we dus terughoudend zijn met uitspraken over wanneer bepaalde grondstoffen op raken, want dat valt in elk geval niet af te leiden uit de cijfers van de USGS. Het voorbeeld van koper spreekt nog meer tot de verbeelding. In 2011 waren de bekende ondergrondse reserves twee keer zo groot als in 1970, terwijl er in de tussentijd volop koper gemijnd werd. Waarschijnlijk is er ook veel meer goud onder de grond dan die 52.000 ton die nu bij ons bekend zijn. Maar zolang dat goud mondjesmaat wordt opgegraven heeft die 'verwatering' van bovengronds goud geen negatief effect op de waarde. Goud ontleent haar waarde blijkbaar niet aan schaarste...

  • Jongeren en kleine spaarders ontdekken goud

    Deutsche Wirtschafts Nachrichten schrijft dat steeds meer kleine spaarders en jonge mensen goud kopen. In Duitsland lijkt men niet onder de indruk te zijn van de daling van de goudprijs van dit jaar. Integendeel, uit een enquête blijkt dat steeds meer mensen de prijsdaling juist aangrijpen om fysiek goud te kopen. De afgelopen twaalf maanden werd er bij de verschillende Duitse goudhandelaren veel meer goud gekocht dan verkocht, zo blijkt uit een rondvraag van Deutsche Wirtschafts Nachrichten. De verhouding tussen verkoop en inkoop ligt op 10:1. Er wordt dus tien keer zoveel edelmetaal verkocht aan particulieren als wat handelaren van particulieren terugkopen.

    Volgens Tim Schieferstein, oprichter en directeur van SOLIT Edelmetall Handelsgesellschaft mbH, voeren de bezitters van edelmetalen geen pro-cyclisch aankoopbeleid. “Ondanks de prijsdaling van goud en zilver hebben ze vrijwel geen posities van de hand gedaan, integendeel. De zwakke prijsontwikkeling van beide edelmetalen werden juist aangegrepen om posities uit te breiden. Dit is een duidelijk teken dat de fundamenten van goud begrepen worden, en dan met name de recessie-bestendige eigenschappen van het metaal.”

    Wordt er meer goud gekocht?

    Wordt er meer goud gekocht? (Bron: Deutsche Wirtschafts Nachrichten)

    Groter publiek voor goud

    Sinds 2008 spreekt het gele metaal een steeds grotere doelgroep aan. Jongere mensen van 25 tot 40 jaar tonen steeds meer belangstelling voor het sparen in edelmetaal. Ook zijn er steeds meer kleine spaarders die kopen. Volgens munthandelaar René Lehmann is die verandering goed zichtbaar, want sinds een jaar krijgt hij steeds meer klanten die zeer kleine volumes afnemen.

    Volgens handelaar Hans-Bernhard Muller heeft er de afgelopen vijf jaar een verschuiving plaatsgevonden in het klantenbestand. “Het zijn niet langer de 60-plussers die munten kopen en verzamelen. Vooral producten als de gouden en zilveren Lunar munten trekken meer en meer jong publiek aan”.

    Ook Jaap Raijmans, oprichter en directeur van Goudstandaard, herkent zich in deze trend: “We krijgen ook steeds vaker klanten die kleine bestellingen plaatsen, bijvoorbeeld voor één gouden munt of een klein aantal zilveren munten. Dit zijn vaak ook de klanten die op terugkerende basis edelmetalen kopen als vermogensbescherming”.

    Is er verandering in het publiek dat goud koopt?

    Is er verandering in het publiek dat goud koopt? (Bron: Deutsche Wirtschafts Nachrichten)

    Prijs blijft onder druk staan

    De toenemende vraag naar fysiek goud uit zich nog niet in een hogere prijs. Dat komt omdat de prijs tot stand komt op de termijnmarkt, waar handelaren papieren claims kunnen verhandelen. Dat gebeurt in volumes die vele malen groter zijn dan de volumes in de markt voor fysiek edelmetaal, omdat slechts een fractie van de handel in dit soort contracten met fysiek goud of zilver wordt afgewikkeld. Door alle afgeleide beleggingsobjecten is er veel fictief aanbod van goud, dat zet de prijs onder druk. Het is de vraag hoe lang de goudprijs op dit niveau kan blijven, aangezien het voor sommige goudmijnen al niet meer rendabel is om tegen de huidige marktprijs naar goud te zoeken.

    Is de goudprijs realistisch?

    Is de huidige prijs realistisch? (Bron: Deutsche Wirtschafts Nachrichten)

    Geen schaarste aan goud

    Ondanks de stijgende vraag naar fysiek goud is er nog geen sprake van tekorten in Duitsland. De standaardproducten zoals goudbaren zijn nog volop verkrijgbaar. De echte schaarste zit alleen in oude munten waar men van tijd tot tijd een hoge premie voor neertelt. Silke Stadler, directeur van Chiemgau Edelmetallhandels kan dat bevestigen: “Onze goud bestellingen bij alle leveranciers worden snel geleverd, er zijn dus geen tekorten.”

    Op de Nederlandse markt is er ook geen sprake van een tekort aan edelmetaal. Volgens Gorka Bemer, handelaar bij Goudstandaard, kunnen alle gangbare artikelen snel en in grote aantallen geleverd worden. “Sommige munten zijn wat beter verkrijgbaar dan andere, maar over het algemeen zijn de premies laag en is er voldoende voorraad”.

    Steeds meer jonge mensen kopen goud

    Steeds meer jonge mensen kopen edelmetaal

  • Analyse: Geen ontkoppeling tussen papier en fysiek edelmetaal

    De prijsdaling van goud en zilver halverwege april werd wereldwijd door beleggers aangegrepen om fysiek goud en zilver te kopen. Daar hebben we ook op Marketupdate het nodige over geschreven. Door de explosieve vraag kwamen leveranciers in de problemen en moesten verschillende munthuizen hun productie opschroeven. De US Mint verkocht in april uitzonderlijk veel gouden munten en stopte op een gegeven moment met de productie van de kleinste gouden munt om voorrang te geven aan het produceren van de grotere gouden Eagle muntstukken. Bij de Australische Perth Mint zag men de omzet in april ook sterk toenemen.

    Omdat de vraag naar veel beleggingsmunten veel groter was dan het aanbod liepen de premies én de levertijden op. Het was koren op de molen van de ‘goldbugs’, die dachten dat we een punt bereikten waarop de prijs van fysiek goud zich los zou maken van het ‘papiergoud’. We vinden de volgende uitspraken in de blogosphere:

    “Silver Doctors: How does Bart Chilton and the rest of the regulatory crew explain the 2013 instant replay of 2008? Price gets crashed from “sellers” yet what supposedly was sold can only be bought at a 30% premium…IF you can find it at all?” (Silver Doctors, 8 mei 2013)

    Silver Doctors: Jim Sinclair sent an email alert to subscribers Wednesday night, stating that the emancipation of physical gold from the paper futures market is at hand, (…)” (Silver Doctors, 9 mei 2013)

    ““Eric Sprott: So we see all of these paper (trading) volumes going through that bear absolutely no relationship to what’s going on in the physical markets. As you know I have always been a proponent of the fact that supply in the gold market was way less than demand, and by a very large factor. I think demand exceeds supply by at least 60%. The central banks are surreptitiously supplying that gold, and ultimately they will be running on fumes.” (King World News, 27 april 2013)

    “Ronald Stoeferle: We’re seeing this rush to physical gold not only in the retail market, but also for the institutional players…[it’s] just overwhelming…I [estimate] a 130-to-1 [ratio of paper to physical gold]…and I think in the last week we were really close to [triggering] a default of the paper market.” (Bullmarketthinking, 23 april 2013)

    “The Economic Collapse Blog: “We are also seeing a rapid decoupling between spot prices and physical prices. In fact, it is quickly getting to the point where the spot price of gold and the spot price of silver are becoming irrelevant.

    […]

    We are moving into uncharted territory. The paper gold scam is rapidly coming to an end. In the long-term, this will greatly benefit those that are holding significant amounts of physical gold and silver.” (The Economic Collapse Blog, 8 mei 2013)

    Als we dit lezen krijgen we de indruk dat we dansen op de vulkaan en dat er ieder moment een uitbarsting kan volgen. Maar gaat het allemaal echt zo snel? Is er inderdaad een fundamentele premie op fysiek goud en zilver in het algemeen? Of is er alleen een premie op die specifieke beleggingsmunten en goudbaren die momenteel niet voorradig zijn door de overweldigende vraag?

    Geen schaarste…

    Eerder deze week plaatsten we op Marketupdate een analyse van Bron Suchecki, analist van de Australische Perth Mint. Hij weet uit zijn eigen ervaring te melden dat er nog meer dan genoeg goudstaven van 400 troy ounce verkrijgbaar zijn, tegen premies die niet substantieel hoger liggen dan voorheen. Ook wordt er nog steeds nauwelijks premie betaald over de vele duizenden goudbaren van 1 kilogram die de Perth Mint wekelijks verkoopt op de Aziatische markt. De ontkoppeling is ver te zoeken.

    Onderzoek

    Ook wij zien al die berichten van schaarste, toenemende vraag en oplopende premies voorbij komen. Beleggers kopen inderdaad meer goud en zilver, het bewijs daarvan is bijvoorbeeld te vinden op de website van de US Mint, waar de verkoopaantallen van gouden en zilveren beleggingsmunten worden bijgehouden.

    Maar is er ook echt sprake van een ontkoppeling tussen de papieren prijs en de prijs van fysiek goud en zilver, zoals sommigen beweren. Om daar achter te komen heeft Marketupdate een onderzoek gedaan naar de premies op gouden munten, goudbaren, zilveren munten én zilverbaren.

    Data

    Ons uitgangspunt voor dit onderzoek is de website www.gold.de, een Duitse prijsvergelijker die al jaren de scherpste prijzen voor alle gangbare munten en baren bijhoudt. Met behulp van de Wayback Machine hebben we dit prijsoverzicht opgevraagd voor in totaal 141 verschillende dagen sinds begin 2010. We hebben dus voldoende metingen verzameld om eventuele onzorgvuldigheden en foutief weergegeven prijzen weg te filteren. Op het prijzenoverzicht van Gold.de staat ook de actuele goud- en zilverprijs van dat moment. Die spotprijzen hebben we gebruikt om de premies te berekenen op de volgende producten:

    • Gouden Krugerrand (1 troy ounce)
    • Gouden Maple Leaf (1 troy ounce)
    • Goudbaar 100 gram
    • Goudbaar 1 kg
    • Zilveren Maple Leaf (1 troy ounce)
    • Zilveren Eagle (1 troy ounce)
    • Zilverbaar 1 kg

    Deze selectie bevat de meest gangbare munten en baren, die doorgaans goed verkrijgbaar zijn tegen scherpe prijzen. Door ook goudbaren en zilverbaren toe te voegen kunnen we ook de premies van munten en baren onderling vergelijken. Als de premies op munten wel stijgt en die op baren niet, dan wijst dat erop dat er geen tekort is aan fysiek metaal. Er is dan slecht sprake van een tijdelijke schaarste, omdat beleggers meer kopen dan de leveranciers kunnen leveren en de munthuizen kunnen produceren.

    Goud en zilver

    Marketupdate heeft zowel de markt van fysiek goud als van fysiek zilver onderzocht. Na urenlang webpagina’s opvragen en data invoeren levert dat zes grafieken op, drie voor goud en drie voor zilver.

    • Grafiek 1 & 2: De prijs van de hierboven genoemde gouden en zilveren munten, afgezet tegen de ‘papieren’ spotprijs
    • Grafiek 3 & 4: De premies op alle gouden en zilveren munten en baren*, uitgedrukt als percentage van de spotprijs.
    • Grafiek 5 & 6: De premies op alle gouden en zilveren munten en baren*, uitgedrukt in euro’s

    *Voor de zilverbaren van 1 kilogram is een correctie toegepast voor de 19% BTW. Zodoende kunnen we de intrinsieke premie laten zien van de zilverbaar tegenover de spotprijs voor 1 kilogram zilver.

    Grafiek 1: Goudprijs versus prijs gouden munten

    Grafiek 2: Zilverprijs versus prijs zilveren munten

    Grafiek 3: Premies op gouden munten en goudbaren in %

    Grafiek 4: Premies op zilveren munten en zilverbaren in %

    Grafiek 5: Premies op gouden munten en goudbaren in €

    Grafiek 6: Premies op zilveren munten en zilverbaren in €

    Conclusie:

    Het onderzoek naar de premies op fysiek goud en zilver in Duitsland in de periode van 2010 t/m 2013 levert ons verschillende inzichten op. We kunnen de volgende conclusies trekken aan de hand van deze informatie:

    1. Geen ontkoppeling zichtbaar: De prijzen van zowel gouden munten als zilveren munten volgt gedurende de hele periode van begin 2010 tot en met begin mei 2013 de onderliggende spotprijs. Hier is zeker geen ontkoppeling zichtbaar.
    2. Premies in een dalende trend: De premies op zowel goud als zilver (in percentages) zijn sinds 2010 gemiddeld genomen juist wat kleiner geworden. Dat kan erop wijzen dat de goudmarkt in Duitsland efficienter geworden is en dat er minder winstmarge gemaakt wordt op de munten en baren die ze verkopen.
    3. Premie op munten stijgt na daling spotprijs: We zien dat de premies op gouden munten en zilveren munten telkens stijgt als de spotprijs van goud en zilver omlaag gaat. Dat kan verschillende oorzaken hebben: [1] winkels passen hun prijzen van hun assortiment langzamer aan op een daling van de spotprijs, zodat ze minder verlies lijden of meer marge kunnen pakken [2] na een prijsdaling neemt de vraag naar gouden en zilveren munten sterk toe, waardoor er tijdelijk een schaarste ontstaat in de keten en de premies oplopen. Dit zagen we bijvoorbeeld na de prijsdaling van goud en zilver in april.
    4. Premies op baren nauwelijks gestegen: De premies op goudbaren en zilverbaren reageren veel minder sterk op veranderingen in de spotprijzen. Dit suggereert dat de grote baren voldoende voorradig zijn en dat er geen sprake is van een schaarste aan fysiek metaal. Als goud en zilver echt schaars zouden zijn, dan zouden we dat ook terug moeten zien in oplopende prijzen voor de baren, waarvan het aanbod groter is dan van specifieke muntstukken.
    5. Premies niet historisch hoog: De premies zijn weliswaar gestegen, maar zijn niet ongekend hoog. In mei 2010, toen Europa in crisis verkeerde vanwege de situatie in Griekenland, waren de premies op gouden én zilveren munten procentueel nog een stuk hoger dan vandaag. In euro’s lag de premie op zilveren munten begin mei 2013 wel bijna even hoog als in 2011, toen de zilverprijs naar het oude record van $50 per troy ounce klom.
  • Bron Suchecki: “Er is geen tekort aan goud”

    Bron Suchecki verbaast zich erover dat er in de goudmarkt zoveel mensen zijn die niet weten wat een tekort aan productiecapaciteit betekent. De ‘echte’ goudprijs is niet de goudprijs die je op eBay betaalt voor een gouden munt van 1 troy ounce, maar de prijs waarvoor de grote goudstaven van 400 troy ounce verhandeld worden. Die baren zijn het meest liquide en daar zit ook het grootste volume aan verhandelbaar goud. Suchecki verwijst naar de woorden van Jim Sinclair:

    “Veel particuliere beleggers wereldwijd zijn actief op verschillende beurzen waar goud op papier verhandeld wordt. De tweede markt is een kleine, namelijk die van de handel in fysieke goudbaartjes en munten. Maar geen van deze twee is de ‘echte’ goudmarkt. Dat is de geldmarkt voor goud, waar 400 troy ounce LBMA goudstaven verhandeld worden. Daar wordt de prijs bepaald voor de fysieke goudmarkt.”

    Premie op goud?

    Bron Suchecki verwijst naar een anekdotische verhaal van Jim Willie. Hij zei dat klanten in de Aziatische markt inmiddels meer dan $2.000 per troy ounce moeten neertellen als ze een groot volume goud willen afnemen. Suchecki zei daar het volgende over:

    “Ik werk voor de Perth Mint en we verkopen wekelijks duizenden en duizenden goudbaren van 1 kilogram. We hebben geluk als we daar een paar dollar premie op kunnen krijgen bovenop de zogeheten ‘valse’ papieren goudprijs. Dit vertelt me dat er helemaal geen stress in de markt is en dat het onwaarschijnlijk is dat de COMEX en de LBMA spoedig in de problemen komen.”

    Bron Suchecki schrijft op zijn blog dat de stijging van de premies uitsluitend de gouden munten en de kleinere goudbaren treft, omdat de beschikbaarheid van kleinere coupures te klein is om aan de toenemende vraag te voldoen. Dat is slechts een tijdelijk probleem, dat opgelost kan worden door meer grote goudstaven om te smelten in kleinere goudbaartjes en munten. Beleggers doen er volgens Suchecki verstandig aan om gewoon te zoeken naar goudstukken met een lage premie en flexibeler te zijn met wat ze kopen. Men kan bijvoorbeeld kiezen voor goudbaren van een andere omvang of van een andere smelterij, die op dat moment goed verkrijgbaar zijn. Door beperkte productiecapaciteit zijn de premies en levertijden van bepaalde munten of baren opgelopen, waardoor je minder goud krijgt voor je geld.

    PHYS en GoldMoney

    Suchecki merkt op dat het goud-ETF van Eric Sprott (PHYS) tegen de spotprijs van goud genoteerd staat. Het feit dat de ‘Net Asset Value’ niet veel hoger is dan de spotprijs van goud geeft aan dat er geen sprake is van krapte in de markt van grote goudstaven. Als dat het geval was zou dat doorberekend worden in de waarde van het ETF, dat als één van de weinige een 1:1 dekking met fysiek goud belooft.

    James Turk van GoldMoney verklaarde onlangs tegenover Marketwatch dat de stijging van de premies op kleine goudbaren en munten gunstig was voor zijn bedrijf. Via GoldMoney kopen en verkopen mensen uitsluitend aandelen in een grote 400 oz goudbaar, een vorm van goud die nog steeds goed verkrijgbaar is tegen een zeer beperkte premie. De aan- en verkoopprijzen die GoldMoney haar klanten doorberekent zijn daar volgens de analist van de Perth Mint het bewijs van.

    In een artikel van de IB Times wordt gesteld wordt dat de premies op goud in Hong Kong en Singapore zijn gestegen naar $3 per troy ounce, het hoogste niveau in 18 maanden tijd. Ook in dat artikel spreekt men niet over de premies op de grote 400 troy ounce goudstaven. Suchecki spreekt uit zijn eigen ervaring dat men bij de Perth Mint geen hoge premies ziet op de grote LBMA goudstaven met een zuiverheid van 99,99% of 99,50%. De premies op de kleine goudbaren en munten zijn in een aantal gevallen wel opgelopen, net als de levertijden.

    Grote 400 troy ounce goudbaren volop verkrijgbaar