Tag: sparen

  • Nibud: We denken te laat aan later

    Nibud: We denken te laat aan later

    Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat we pas vanaf ons 55e levensjaar na over wat we tijdens ons pensioen te besteden hebben, dit is natuurlijk veel te laat. Bij het opbouwen van een vermogen voor later, je pensioen, is het belangrijk om daar op tijd aan te beginnen. Hoe eerder je begint met denken aan je pensioen, hoe makkelijker het is om een bepaald bedrag te bereiken om tijdens je pensioen van te genieten. De meeste Nederlanders beginnen dus veel te laat aan.

    In april 2019 presenteerde het Nibud zijn onderzoek ‘Geldzaken in de praktijk’ 2018-2019. Hoe regelen Nederlanders hun geldzaken? Door dit onderzoek weten we meer over hoe gedrag onze financiële planning beïnvloedt en wat de grootste valkuilen zijn. Kunnen we het slimmer doen?

    Ja, dat kan. Het helpt bijvoorbeeld om goed te weten wat je hebt, zo blijkt. De mensen die een jaarlijks financieel overzicht maken controleren ook vaker hun banksaldo, werken wekelijks de administratie bij en weten beter wat ze aan verschillende uitgavenposten besteden. Ook je opvoeding telt mee: kreeg je thuis het goede voorbeeld en leerde je van je ouders om met geld om te gaan? Dan vertoon je in de regel meer verantwoord bestedingsgedrag.

    Omslag na 55e jaar

    Denken aan later is voor veel mensen iets van de tweede helft. In de leeftijdsgroep 35 tot 55 jaar heeft circa 40% geen enkel beeld van hun financiële situatie tijdens hun pensioen. De omslag komt bij 55 jaar (zie ook de tabel).

    Uit eerder onderzoek van het Nibud bleek ook dat de meeste personen zich na hun 55e gaan voorbereiden op hun financiële situatie na hun pensioendatum. Van de 55-tot 65-jarigen heeft nog maar 23% niets uitgezocht of geen globaal beeld. Van de nog niet-gepensioneerde 65- tot 67-jarigen heeft 50% uitgezocht of ze na pensionering voldoende inkomsten hebben om rond te komen en 46% heeft een globaal idee.

    Percentage dat op de hoogte is of men na pensionering kan rondkomen

    (exclusief gepensioneerden en ouder dan 67 jaar, n=1.006)*

    Percentage dat op de hoogte is of men na pensionering kan rondkomen (Bron: ‘Geldzaken in de Praktijk’ 2018-2019, pagina 51, Nibud)

    Vrouwen doen het minder

    Van de ondervraagden anticipeert in totaal 53% op ‘later’ (zie pagina 48 in het onderzoek). Het begrip ‘later’ is hierbij vrij te interpreteren. Kijkend naar leeftijd dan willen vooral 45-plussers wel geld apart zetten, maar zeggen ze dat ze er geen financiële ruimte voor hebben. Opvallend is dat vrouwen (4%) vergeleken met mannen (5%) minder vaak geld opzij zetten voor later. Voor alleenstaanden is dit verschil nog groter: 34% van de alleenstaande vrouwen tegen 49% van de alleenstaande mannen.

    Best opmerkelijk als je bedenkt dat vrouwen volgens dit onderzoek bewuster met geld omgaan dan mannen. Ze checken vaker of afschrijvingen kloppen (82% versus 74% van de mannen), vergelijken vaker prijzen (61% versus 53%) en controleren vaker voor ze een aankoop doen of ze het kunnen betalen (86% versus 77%).

    De oplossing van Nibud

    Het Nibud wil dat het makkelijker en overzichtelijker wordt voor mensen om inkomsten en uitgaven in balans te houden. Zij roepen maatschappelijke, zakelijke en financiële dienstverleners en de overheid op om zich hiervoor in te spannen. Het regelen van geldzaken zou zo min mogelijk moeite moeten kosten en zo min mogelijk financiële risico’s met zich mee moeten brengen. Zo worden huishoudens financieel redzaam zonder allemaal financieel zelfredzaam te zijn.

    Met welke oplossingen kunnen we in actie komen?

    Door goed na te denken over een doel waar je heen wilt gaat is het belangrijk om concreet inzicht te krijgen in het doel. En of dit doel uiteindelijk haalbaar is. Pensioen draait namelijk meer om een bedrag dan om een bepaalde leeftijd. Zeker als het gaat over het deel wat je zelf bij elkaar spaart en belegt. Evi van Lanschot heeft een handige haalbaarheidstool om te checken of het doelvermogen en het doeljaar ook daadwerkelijk realistisch is.

  • Spaargedrag in een laag renteklimaat, wat kunnen we leren van Japan?

    Aangezien de rentetarieven ook na normalisatie van het monetaire beleid laag blijven, onderzochten Piya Sachdeva en Keith Wade, economen bij Schroders, of het lage rendement op cash ertoe kan leiden dat huishoudens meer risico’s nemen om een hoger rendement te behalen. Hiervoor keken zij naar het gedrag van Japanse spaarders die al jaren achtereen te maken hebben met uitzonderlijk lage rentetarieven. In hoeverre zou het gedrag van Japanse huishoudens zich kunnen herhalen in andere ontwikkelde markten, zoals de VS, de eurozone en het Verenigd Koninkrijk?

    Wijziging in allocatie portefeuille particuliere belegger

    Het belang van een verschuiving in de allocatie van de portefeuille van huishoudens is drieledig. Ten eerste geeft dit inzicht in de toekomstige beleggingstrends van particulieren en in het bijzonder in de toekomstige vraag naar risicovolle en conservatieve beleggingsproducten. Ten tweede is de bereidheid van huishoudens om meer risico’s te nemen van belang voor de reële economie als belangrijk kanaal voor het transmissiemechanisme van het monetaire beleid. Ten derde draagt het onderzoek bij tot een beter begrip van de geldstromen van particuliere beleggers, die een rol kunnen spelen bij het bepalen van de marktprijzen.

    Het is te verwachten dat in de komende tien jaar de rente hoger zal zijn dan de uitzonderlijk lage niveaus van vandaag, maar waarschijnlijk nog steeds relatief laag zal zijn in vergelijking met de rente van voor de wereldwijde financiële crisis. Het lijkt daarom logisch om aan te nemen dat een laag rendement op spaargeld particuliere beleggers ertoe zou aanzetten om af te stappen van cash en over te stappen op activa met een hoger risico die mogelijk een hoger rendement bieden.

    Er zijn aanwijzingen dat Japanse huishoudens die al 20 jaar te maken hebben met een laag renteklimaat geneigd zijn meer risico’s te nemen – met name door meer exposure op buitenlandse valuta, aandelen en obligaties. Het nemen van extra risico’s echter blijkt marginaal van invloed te zijn in de bredere context van een zeer conservatieve asset allocatie. Japanse particuliere beleggers houden veel meer cash aan dan beleggers in andere ontwikkelde markten.

    Wat veroorzaakt spaargedrag Japanse belegger?

    De sombere aandelenrendementen, de risico-aversie en het aanhoudende deflatoire klimaat kunnen helpen verklaren waarom de Japanse belegger zijn koers nauwelijks wijzigt. Deze factoren zijn enigszins uniek voor Japan bij het maken van vergelijkingen met andere ontwikkelde markten zoals de VS, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone. Van deze markten lijkt de eurozone qua rendement en demografie het meest op Japan.

    Het ‘demografische effect’ – waarbij beleggers conservatiever worden, naarmate ze ouder worden – blijkt geen kenmerk van de Japanse retail belegger te zijn. Huishoudens van zestig jaar en ouder hebben immers het grootste deel van de risicodragende activa in handen. Dit is misschien minder verrassend gezien de enorme stijging van de levensverwachting van de Japanner.

    Lees meer in het uitgebreide artikel “Savings behaviour in a low interest rate environment: What can we learn from Japanese households?” van Piya Sachdeva, econoom, en Keith Wade, hoofdeconoom, bij Schroders.




  • Wil je gaan sparen of beleggen? Straks kan je goed kiezen

    Het jaar 2018 was een mooi jaar. Als we echter inzoomen op het financiële plaatje van 2018 en kijken naar beleggen, dan was 2018 geen goed jaar. Vragen die dan direct opspelen zijn, is sparen dan niet een beter alternatief? Om een goede keuze te kunnen maken is het goed om het inzichtelijk te hebben wat de voor- en nadelen zijn van zowel sparen als beleggen.

    Sparen of toch beleggen?

    Eerst even kort inzoomen op het verschil tussen beide; de risico’s en het rendement. Als je gaat sparen loop je geen risico dat je geld minder waard gaat worden, maar het levert vaak wel minder rendement op.

    Let wel op dat je geld over een langere periode wel minder waard kan worden. Door de geldontwaarding koop je met je spaargeld in de toekomst minder. Ook betaal je jaarlijks boven een bepaald bedrag belasting over je vermogen, wat kan leiden tot een negatief rendement.

    Beleggen

    Als je beleggen afzet tegen sparen dan kan beleggen over een langere periode je een (veel) hoger rendement opleveren. Er zijn verschillende manieren om beleggen aan te pakken. Hoeveel risico je daarbij wilt nemen, bepaal je zelf aan de hand van je beleggingsprofiel.

    Successen van bedrijven

    Als je de keuze hebt gemaakt om via een gespreid beleggingsfonds te investeren in aandelen van diverse ondernemingen kun je als aandeelhouder meedelen in het succes van deze ondernemingen. Niet alleen kan de waarde van je aandeel stijgen op de beurs, ook delen ondernemingen vaak een deel van de winst, in de vorm van dividend. Met beleggen maak het mogelijk om op lange termijn vermogen op te bouwen. Aan beleggen zit ook een risico als het bijvoorbeeld slecht gaat met een bedrijf. Je belegging kan veel minder waard worden.

    Handel niet te snel

    Kies je ervoor om te gaan beleggen hou er dan rekening mee dat beleggen echt voor de lange termijn is. De reden hiervoor is dat op lange termijn wisselen goede en slechte beursjaren elkaar afwisselen. In 2018 was het rendement op veel aandelenbeurzen bijvoorbeeld laag.

    Door onzekerheid bij beleggers over politieke en economische ontwikkelingen. Echter is begin 2019 alweer een stuk zonniger en worden er mooie rendementen behaald. Bij beleggen is het belangrijk niet naar het rendement over één jaar te kijken. Hoe langer de periode waarover je belegt, hoe groter de kans op een gemiddeld aantrekkelijk rendement.

    De ideale combinatie tussen rendement en risico

    Maar wat is nou beter, sparen of beleggen? Je bent niet de enige die twijfelt tussen beleggen en sparen als het gaat om het opbouwen van vermogen. Sparen voelt vertrouwd en veiliger. Je spaargeld staat op een rekening binnen handbereik. Dat maakt een spaarrekening een ideale plek voor een financiële buffer voor voorziene en onvoorziene uitgaven op de korte termijn.

    Waarschijnlijk houd je naast je buffer nog geld over. Het is een goed idee om dit geld te laten groeien. Dat kun je doen door te beleggen. Zo bouw je vermogen op waarmee je je financiële wensen mogelijk maakt. Bijvoorbeeld een (ander) huis, de studie van je kinderen of meer inkomen voor later.

    Bij de keuze tussen beleggen en sparen draait alles om jouw ideale combinatie tussen rendement en risico. Vaak is dat een combinatie van sparen – de genoemde buffer – en beleggen. Hoeveel risico je met beleggen wilt nemen kies je vervolgens zelf. Zo vergroot je je kans op het opbouwen van een aantrekkelijk vermogen op lange termijn. Mocht je is willen kijken wat sparen of beleggen kan opleveren? Dat kan er zijn verschillende sparen of beleggen tools die kunnen ondersteunen om de keuze te maken.

  • Spaarder in de knel

    De aanhoudend lage rente en voortdurende inflatie doen spaarders omzien naar alternatieven. Van de bank naar de oude sok?

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 hebben centrale banken de rente drastisch verlaagd om de economie weer op gang te krijgen. Bijna tien jaar later staat de rente nog steeds op een dieptepunt, wat betekent dat er in een nieuwe crisis weinig speelruimte is om de rente verder te verlagen. Zou er op korte termijn een nieuwe crisis uitbreken, dan zullen we waarschijnlijk geconfronteerd worden met een negatieve rente.

    De meeste banken berekenen de negatieve rente nog niet door, omdat ze vrezen voor slechte publiciteit of een situatie waarbij spaarders geld van de bank gaan halen. Maar als centrale banken in een volgende crisis gecoördineerd de rente onder nul brengen, dan zullen veel banken geen andere optie meer hebben dan om deze tarieven door te berekenen aan spaarders.

    Eind 2015 introduceerde de Alternative Bank Schweiz al een negatieve rente op spaartegoeden boven de 100.000 Zwitserse frank. De kleine Beierse spaarbank Raiffeisenbank Gmund am Tegernsee rekende in 2016 als eerste Duitse bank een rente van -0,4% voor spaartegoeden boven de € 100.000. Dat is niet geheel toevallig precies de rente die banken moeten afdragen over de reserves die ze bij de Europese Centrale Bank (ECB) parkeren.

    Dit jaar is ook in Nederland de negatieve rente al een feit geworden. Sinds februari moeten rekeninghouders met een Triodos ‘Zaken Rekening’ en een Triodos ‘Rendement Rekening’ een rente van 0,5% betalen over het deel boven de € 500.000.

    Contant geld

    Contant geld Door de lage spaarrente en twijfels over de stabiliteit van het financiële systeem besluiten steeds meer spaarders om hun geld van de bank te halen en thuis in de vorm van bankbiljetten te bewaren. De totale hoeveelheid bankbiljetten in de Eurozone neemt nog ieder jaar toe, ondanks het feit dat we steeds vaker met elektronische middelen betalen.

    In Duitsland steeg de vraag naar bankbiljetten vorig jaar zelfs met 7%, twee keer zo snel als de groei van de economie daar. Eerder dit jaar maakte de Bundesbank in Duitsland bekend dat maar liefst negen van de tien bankbiljetten die ze in omloop brengt nooit in het dagelijkse betalingsverkeer gebruikt worden. Contant geld wordt dus al gezien als alternatief spaarmiddel.

    Inflatie

    Dat geld over de lange termijn waarde verliest is algemeen bekend, maar de snelheid waarmee dat gebeurt is moeilijk te onderschatten. Neem als voorbeeld het bankbiljet van honderd gulden met het portret van Michiel de Ruyter, dat tot 25 juli 2016 nog bij De Nederlandsche Bank kon worden omgewisseld voor euro’s. Circa honderd biljetten werden op het laatste moment nog ingewisseld voor het schamele bedrag van € 45,38 per stuk. Daarmee levert het briefje anno 2016 nog maar een fractie van de koopkracht die het een kleine vijftig jaar geleden leverde. Gaan we uit van de officiële inflatiecijfers in Nederland, dan blijkt dat je in 1970 met een briefje van honderd gulden evenveel kon kopen als met € 196,23 in 2015. Dat is meer dan vier keer zoveel als het bedrag dat je kreeg als je het bankbiljet zou omwisselen bij de Nederlandsche Bank. Tussen 1970 en 2015 is dus 75% van de waarde van dit bankbiljet verdampt.

    Geldcreatie

    Door de lage rente zijn huishoudens, bedrijven en overheden de laatste jaren meer geld gaan lenen, met als gevolg dat de geldhoeveelheid weer groeit. Dat extra geld gaat rond in de economie en drijft de prijzen van goederen en diensten op, waardoor de inflatie oploopt.

    Hoe zorgen leningen voor een groei van de geldhoeveelheid? Wanneer je naar de bank gaat voor een hypotheek wordt er een nieuwe schuld gecreëerd en mag de bank dat bedrag als ‘nieuw geld’ in omloop brengen. Die voortdurende geldgroei zorgt ervoor dat de koopkracht van de euro steeds verder wordt uitgehold, zeker als het nieuwe geld wordt gebruikt voor zaken die nauwelijks bijdragen aan de productiviteit van de economie. Zie de grafiek van de Rabobank en DNB, die laat zien dat de geldhoeveelheid in Nederland de laatste decennia sterk is toegenomen.

    Ontwikkeling geldhoeveelheid in Nederland (Bron: Rabobank, DNB)

    Vlucht uit valuta

    Door de combinatie van een lage spaarrente en aanhoudende inflatie wordt het steeds minder interessant om geld op een spaarrekening te laten staan. Wil je je vermogen daar tegen beschermen, dan is het verstandig om een deel daarvan om te zetten in aandelen en tastbare bezittingen als grond, vastgoed of edelmetalen. Dit soort tastbare bezittingen weten op de lange termijn hun waarde beter te behouden dan papiergeld.

    Door de geschiedenis heen zijn er al honderden valuta waardeloos geworden, terwijl goud nog steeds het vertrouwen geniet van spaarders en centrale banken over de hele wereld. Zoals de Franse filosoof Voltaire bijna drie eeuwen geleden al constateerde: ‘Papiergeld keert uiteindelijk terug naar haar intrinsieke waarde: nul.’

    Dit artikel van Geotrendlines verscheen in september in de tweede editie van De Andere Krant.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Negatieve rente bij Hamburger Sparkasse

    Met ingang van september introduceert ook de Hamburger Sparkasse een negatieve rente voor vermogende spaarders. Klanten die meer dan €500.000 op hun betaalrekening of spaarrekening hebben staan moeten over het bedrag boven deze grens binnenkort 0,4% rente per jaar betalen. Dat is dezelfde rente die de ECB in rekening brengt voor overtollige reserves van commerciële banken in de Eurozone.

    In 2016 kwam de Duitse spaarbank Raiffeisenbank Gmund am Tegernsee al met negatieve rente voor spaartegoeden boven de €100.000. Dat was een kleine lokale bank, terwijl de Hamburger Sparkasse met ruim €32 miljard aan spaartegoeden en 130 filialen de tweede grootste spaarbank van Duitsland is. Daarmee wordt een veel grotere groep spaarders geconfronteerd met de negatieve bijwerkingen van het rentebeleid van de ECB.

    Negatieve rente op spaargeld

    Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat andere banken dit voorbeeld zullen volgen. De ECB hanteert nog steeds een rente van -0,4% voor overtollige reserves van banken, waar met name traditionele spaarbanken door geraakt worden. In Zwitserland werken banken al langer met negatieve rente, omdat de centrale bank daar een veel hogere negatieve rente van -0,75% hanteert.

    “Als klanten grote hoeveelheden geld op spaarrekeningen of lopende rekeningen laten staan, dan kost dat de Hamburger Sparkasse elke dag veel geld”, zo verklaarde de Hamburger Sparkasse tegenover de Duitse krant Handelsblatt. Exacte bedragen worden niet genoemd, maar het zou gaan om vele tientallen miljoenen op jaarbasis. Deze kosten wil de spaarbank vanaf nu gaan doorberekenen aan de meest vermogende particulieren. Ook wil de bank een negatieve rente gaan invoeren voor tegoeden boven de €250.000 op zakelijke rekeningen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Investeringsstrategieën om Nederlanders weer te laten sparen

    De balans tussen sparen en spenderen is altijd moeilijk om te vinden. Voor financiële zekerheid en een rijkere toekomst is het sparen of investeren van geld altijd een goede keuze. Toch heeft het beleggen van geld niet altijd een goed imago. Veel mensen vinden de handelsmarkt te onrustig of onzeker. Toch zijn er manieren waarop Nederlanders gestimuleerd kunnen worden om meer geld opzij te zetten. Dankzij enkele moderne initiatieven wordt het sparen en beleggen van geld toegankelijker en misschien zelfs rendabeler voor de gemiddelde Nederlander. Deze moderne investeringsstrategieën zijn bijvoorbeeld:

    • Speculeren met cryptocurrency
    • Beleggen met kleine bedragen

    Speculeren met cryptocurrency

    Een van de beste manieren om geld te verdienen aan beleggingen, is door te beleggen in een bedrijf of product dat ontzettend in waarde gaat stijgen. Dat is de reden waarom veel Nederlanders in de wereld van de cryptocurrency zijn gestapt. Digitale munten zijn namelijk erg in trek. Ze worden steeds meer gebruikt en ook steeds gangbaarder in het dagelijks leven.

    Tegelijkertijd is er maar een beperkt aantal van deze munten in omloop, waardoor onder andere Bitcoin, Litecoin en Ethereum steeds meer waard worden. Dat is de reden waarom steeds meer mensen ervoor kiezen om een deel van hun spaargeld te beleggen in cryptovaluta. Theoretisch gezien zou de waarde alleen maar blijven stijgen. Via digitale handelsplaatsen is het mogelijk om deze munten op te kopen en vervolgens weer te verkopen.

    De koersen van cryptocurrency kunnen ontzettend snel stijgen en dalen, waardoor het beleggen en investeren op deze manier niet zonder risico is, maar wel veel rendement op kan leveren. Echte liefhebbers van deze digitale munten houden hun cryptocurrency vast, zelfs wanneer de koersen flink dalen. Zij geloven namelijk in de toekomst van digitale munten. In hun ogen gaan deze munten steeds vaker gebruikt worden in normale winkels en restaurants. Daarom zal de waarde van de munt uiteindelijk alleen maar groter worden volgens deze fanatiekelingen.

    Klein beleggen

    Voor veel Nederlanders ligt het idee van beleggen en investeren nog te ver van hun bed. Daarom is het zo belangrijk dat er nieuwe initiatieven komen, waarmee beleggen toegankelijk wordt voor de gemiddelde Nederlander. Deze initiatieven richten zich voornamelijk op kleine geldbedragen. Zo ontstaat er een veilige en vertrouwde manier waarop beginnelingen ervaring op kunnen doen met de beurs. Het risico is klein, waardoor het gemakkelijk is om in te spelen op de pieken en dalen van de handelswereld. Bovendien is het een gemakkelijke manier waarop Nederlanders een extra potje spaargeld aan kunnen maken.

    Vanwege de kleine bedragen gaat het niet om een groot rendement, maar kleine spaarpotjes voor vakanties zijn zeker haalbaar met deze strategie. Er zijn op dit moment verschillende spelers die deze vorm van klein beleggen aanbieden. Een voorbeeld hiervan is Peaks. Met deze app kunnen gebruikers hun wisselgeld beleggen of wekelijks een klein bedrag investeren. Vaak worden dit soort systemen wel pas de moeite waard wanneer de gebruiker veel geld inlegt.

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig gelezen worden. Beleggen brengt risico met zich mee en resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.

  • Nederlanders sparen te weinig

    Nederlanders hebben in vergelijking met huishoudens in andere Europese landen weinig spaargeld, maar daar staat tegenover dat we veel vermogen hebben in de vorm van overwaarde op een eigen huis en in besparingen via de pensioenfondsen. Dat concludeert de Rabobank in een nieuw onderzoek dat deze week werd gepubliceerd. Volgens de bank houden huishoudens in Nederland vanwege de relatief hoge woonlasten en de premies voor sociale voorzieningen en pensioenen minder geld over om zelf te sparen.

    Volgens de Rabobank is het goed dat huishoudens vermogen opbouwen, maar is het niet wenselijk dat er zoveel vermogen gevangen zit in een eigen woning en in pensioenpotten. Dat vermogen kan in noodgevallen immers niet aangesproken worden, terwijl dat met spaargeld wel kan. Nederlandse huishoudens zijn daarom onnodig kwetsbaar bij financiële tegenvallers. Valt hun inkomen weg, dan hebben ze bijna geen financiële buffer om op terug te vallen en kunnen ze snel in de problemen komen.

    Nederlanders hebben veel vermogen in pensioenen en vastgoed (Bron: Rabobank)

    Nederlanders sparen minder vanwege overwaarde

    In van de redenen waarom Nederlandse huishoudens minder spaargeld aanhouden is dat ze minder vrij besteedbare inkomen hebben, maar minstens zo belangrijk zijn de effecten van de woningmarkt. Door de hoge loan to value ratio kunnen starters op de woningmarkt het grootste deel van hun huis met een hypotheek financieren, waardoor er minder noodzaak is om te sparen. En hoewel deze norm de laatste jaren al iets versoberd is blijft de loan to value ratio in Nederland met 100% vrij hoog ten opzichte van andere Europese landen. In veel landen ligt het maximum op 80 tot 85 procent, wat betekent dat je als starter meer spaargeld moet meenemen om een huis te kunnen kopen.

    Nederlanders die al een huis hebben zijn waarschijnlijk ook minder gemotiveerd om extra te sparen, indien ze overwaarde hebben op hun eigen woning. Door de overwaarde voelen huizenbezitters zich rijker en voelen ze minder urgentie om een deel van het vrij besteedbare inkomen op een spaarrekening te zetten. Zo heeft één op de vijf huishoudens volgens het onderzoek van de Rabobank zelfs helemaal geen spaargeld achter de hand.

    Vrij besteedbare inkomen is in Nederland relatief laag (Bron: Rabobank)

    Woonlasten in Nederland zijn relatief hoog (Bron: Rabobank)

    Meer flexibiliteit en lagere belastingdruk

    Volgens de Rabobank zit het vermogen van Nederlandse huishoudens voor een te groot gedeelte vast in illiquide pensioenen en huizen. Daarom pleiten de onderzoekers voor een verlaging van de belastingdruk, zodat het vrij beschikbare inkomen van huishoudens toeneemt en er meer ruimte komt om zelf te sparen. Daarnaast zijn er hervormingen nodig met betrekking tot de woningmarkt en de pensioenen, zodat huishoudens meer flexibiliteit hebben in de manier waarop ze vermogen opbouwen. Onlangs nog publiceerde de bank een reeks van aanbevelingen voor noodzakelijke hervormingen op de Nederlandse woningmarkt.

    Huishoudens zouden ook meer ruimte moeten krijgen om bijvoorbeeld een deel van hun pensioen eerder op te nemen, terwijl diegene met veel vermogen in hun eigen woning de mogelijkheid zouden moeten krijgen om minder pensioen op te bouwen. De Rabobank merkt terecht op dat sparen in Nederland ook door fiscale regels minder aantrekkelijk is. Zo vallen spaartegoeden onder de vermogensrendementsheffing in box 3, terwijl vermogen in de eigen woning veel minder zwaar belast of zelfs gesubsidieerd wordt. Ook wordt de pensioenopbouw tot een zekere hoogte niet belast. Hervormingen op dit gebied kunnen het aantrekkelijker maken om meer spaargeld aan te houden.

    Belastingdruk in Nederland is relatief hoog (Bron: Rabobank)

  • ABN Amro verlaagt spaarrente naar 0,01%

    De ABN Amro verlaagt de basisrente op haar spaarrekening van 0,03 naar 0,01 procent, zo blijkt uit een email die onlangs naar klanten gestuurd werd. Ook gaan de bonusrente en de maximale rente verder omlaag, waardoor spaargeld nog minder geld oplevert. Was de maximale rente voor dit type rekening tot voor kort 0,1%, vanaf 31 juli 2018 is dat nog maar 0,07%. Ook de zeven andere spaarproducten van de bank zullen met ingang van deze datum minder rente opleveren.

    Door de renteverlaging krijg je voor iedere €1.000 op een Vermogens Spaarrekening nog maar €0,10 rente per jaar. Voor andere spaarproducten is dat een paar dubbeltjes meer, maar nog steeds zo goed als verwaarloosbaar. Voor bedragen boven de €1 miljoen geeft de bank geen rente meer, wat betekent dat je als spaarder naar alternatieven moet uitwijken om rendement te maken.

    Sparen kost geld

    Wie op zoek gaat naar de hoogste spaarrente komt vandaag de dag in Nederland niet veel verder dan 0,35%. Durf je het aan om je geld voor een langere termijn vast te zetten op een deposito, dan krijg je ongeveer een procentpunt meer uitbetaald voor het extra risico dat je loopt. Door de extreem lage rente kost sparen tegenwoordig geld, want de vermogensbelasting alleen is al hoger dan het rendement van een spaarrekening. En dan hebben we het nog niet eens over de inflatie. Volgens de officiële statistieken bedraagt de inflatie momenteel 1,7%.

    Natuurlijk is het altijd verstandig om wat spaargeld achter de hand te houden, maar voor het rendement hoef je het niet meer te doen. Dan zijn alternatieven als aandelen, obligaties, vastgoed en edelmetalen veel interessanter. Op de lange termijn beweegt de waarde van deze beleggingen over het algemeen mee met de geldhoeveelheid, al zijn er van tijd tot tijd wel grote prijsschommelingen mogelijk. Dat risico moeten spaarders vandaag de dag blijkbaar voor lief nemen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Column: Nederlandse economie blijft kwetsbaar

    De Nederlandse economie groeit weer en was vorig jaar zelfs even de snelst groeiende economie van de hele Eurozone. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is de groei breed gedragen, omdat zowel de investeringen als de export sterk toenemen en omdat ook het aantal banen en vacatures weer toeneemt. Daarmee hebben we de crisisjaren van 2009 en 2010 en de tweede dip van 2012 en 2013 weer achter ons gelaten.

    Door de groei van de economie kopen we meer auto’s, gaan we vaker op vakantie en durven we meer geld uit te geven aan andere luxegoederen. Maar is al dat consumeren wel zo verstandig? Eerder deze maand kwamen er cijfers uit van het CBS, waaruit bleek dat het doorsnee vermogen van huishoudens in 2016 met maar liefst 10% was toegenomen. Dat lijkt veel, ware het niet dat die stijging volledig voor rekening komt van de stijging van de huizenprijzen, een zeer bepalende factor waar huishoudens zelf geen enkele invloed op uit kunnen oefenen.

    Kijken we naar de zaken waar huishoudens meer controle op hebben, zoals de spaarrekening, aandelenportefeuille of hun belang in een onderneming, dan moeten we tot de conclusie komen dat we er in 2016 helemaal niet op vooruit zijn gegaan. Met een spaarrente van bijna nul procent is sparen niet meer zo aantrekkelijk als het ooit was, maar desondanks is het toch verstandig om wat geld achter de hand te hebben…

    Sparen in goede tijden

    Zeker nu de economie zo snel groeit zouden we maatregelen kunnen nemen die huishoudens stimuleren om meer reserves aan te leggen en schulden af te bouwen. Onze bezittingen mogen dan wel groter zijn dan onze schulden, de waarde van die bezittingen hebben we voor het grootste gedeelte niet zelf in de hand. De huizenprijzen kunnen in een volgende crisis sterk dalen, terwijl onze hypotheekschulden alleen kunnen dalen door versneld af te lossen.

    Het terugbrengen van de hypotheekschuld zou hoog op de agenda moeten staan bij de regering, omdat dit een van de grootste kwetsbaarheden is voor de Nederlandse economie. Ook economen van het IMF hebben Nederland al verschillende keren gewaarschuwd voor de impact die stijgende of dalende huizenprijzen hebben op onze economie.

    Huizenprijzen en hypotheekschuld

    Gaan de huizenprijzen omhoog, dan voelen we ons rijk en durven we meer geld uit te geven. Dalen de huizenprijzen, dan worden de spaartegoeden van huishoudens overschaduwd door veel grotere restschulden die kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s.

    Bijna tien jaar na het uitbreken van de financiële crisis staat volgens de NVM nog steeds 15 tot 30 procent van alle huizen in Nederland ‘onder water’, waaruit we kunnen concluderen dat we dit schuldenprobleem niet moeten onderschatten.

    Zo goed als het nu gaat met de Nederlandse economie, zo slecht zal het gaan op het moment dat de huizenprijzen weer gaan dalen. Het verschil met de vorige crisis is dat de rente nu veel lager is, waardoor huishoudens zich nog dieper in de schulden kunnen steken. De risico’s zijn daarmee mogelijk nog groter dan in 2008.

    Meer aflossen

    De regering zou nu stappen kunnen zetten om de Nederlandse economie minder kwetsbaar te maken, bijvoorbeeld door de hypotheekrenteaftrek om te zetten naar een soort subsidie voor aflossen en door banken aan te sporen afspraken te maken met klanten die een aflossingsvrije hypotheek hebben.

    Bij dit type hypotheek hoeven mensen helemaal niets af te lossen, wat betekent dat er over iets meer dan tien jaar grote problemen kunnen ontstaan als huishoudens hun oude hypotheeksom niet meer opnieuw gefinancierd krijgen.

    Door de extreem lage rente levert sparen vrijwel niets meer op, maar dat is geen reden om geen extra buffers aan te leggen voor minder goede tijden. Wil je geen spaarpotje bij de bank, maar heb je je vermogen liever in eigen beheer? Dat zijn edelmetalen als goud en zilver misschien een interessant alternatief.

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Nederlanders sparen steeds minder

    Nederlanders parkeren steeds minder geld op een spaarrekening, zo blijkt uit nieuwe cijfers die de Nederlandsche Bank afgelopen vrijdag publiceerde. In totaal werd er vorig jaar nog maar €300 miljoen aan ons spaarsaldo toegevoegd, dat is omgerekend minder dan €20 per persoon. Nederlanders sparen de laatste jaren steeds minder, wat voor een belangrijk deel te verklaren is door de extreem lage rente. Ter vergelijking, tijdens de Europese schuldencrisis van 2011 en 2012 werd er meer dan €10 miljard per jaar gespaard.

    Sparen levert bijna niets meer op, waardoor het voor huishoudens vaak interessanter is om bijvoorbeeld extra af te lossen op de hypotheekschuld. Ook zijn er steeds meer spaarders die vanwege de lage rente in aandelen beleggen of hun geld in tastbare zaken investeren. Volgens cijfers van ING is het aantal nieuwe beleggingsrekeningen vorig jaar met 68% toegenomen. Een andere mogelijke verklaring voor de verminderde spaarzin is dat consumenten met een koopwoning zich door de stijgende huizenprijzen rijker voelen en daarom minder geld opzij zetten voor later.

    Nederlanders spaarder vorig jaar slechts €300 miljoen (Bron: DNB)

    Spaargeld levert steeds minder op

    In totaal hebben Nederlanders ongeveer €339 miljard aan spaargeld, maar door de daling van de rente levert dat steeds minder op. Keerden banken in 2012 ongeveer €6 miljard aan rente uit over dit bedrag, vorig jaar was dat niet veel meer dan €2 miljard. Ook voor banken is het beheren van al dat spaargeld weinig zinvol, omdat ze een negatieve rente moeten betalen om hun overtollige reserves bij de Europese Centrale Bank te parkeren. Gemiddeld ontvingen spaarders vorig jaar 0,5% rente over hun spaartegoeden, tegenover 0,76% gemiddeld over heel 2016.

    Lees ook:

  • Amerikanen sparen steeds minder

    Amerikaanse huishoudens sparen door het positieve sentiment over de economie steeds minder. Volgens cijfers van het Bureau of Economic Analysis werd in december nog maar 2,4% van het besteedbare inkomen van huishoudens opzij gezet, het laagste percentage sinds september 2005. Zetten we deze cijfers in perspectief, dan zien we dat Amerikaanse huishoudens vooral de laatste twee jaar veel minder zijn gaan sparen.

    Werd in de periode van 2009 tot en met 2015 nog meer dan 5% van het besteedbare inkomen opzij gezet op een spaarrekening, nu is dat nog maar de helft. Waarschijnlijk heeft de groei van de economie en de stijging van de huizenprijzen daar een belangrijke bijdrage aan geleverd, omdat Amerikanen daardoor minder geld reserveren voor financiële tegenvallers. Een zorgelijke ontwikkeling, omdat de Amerikaanse economie voor ongeveer 70% draait op consumptie en deze cijfers suggereren dat Amerikaanse huishoudens nog maar een beperkte ruimte hebben om die consumptie verder aan te jagen.

    Amerikaanse huishoudens sparen steeds minder (Grafiek via Bloomberg)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.