Tag: value investing

  • Value investing: Laat je niet afleiden door de markt

    Door: Hendrik Oude Nijhuis

    Eerder deze maand ontvingen we vragen over het ophanden zijnde ingrijpen van de Europese Centrale Bank (ECB) om een langjarige periode van stagnatie in de Eurozone te voorkomen. En de vraag in hoeverre die maatregelen al in de markt verdisconteerd zouden zijn. Immers, zou het ingrijpen ‘als verwacht’ zijn dan zou dat de aandelen- en valutamarkt vrijwel ongemoeid laten. Een sterker dan verwacht ingrijpen zou de euro vermoedelijk verzwakken terwijl een zwak ingrijpen een (nog) sterkere euro tot gevolg zou hebben. Een heel andere vraag die de laatste tijd ook heel regelmatig gesteld wordt is of aandelen niet alweer te duur zijn. Veel aandelenmarkten noteren op de hoogste niveaus in jaren en de Dow Jones en de S&P 500 zelfs op de hoogste niveaus ooit. Is dat een reden om weg te blijven van de aandelenmarkt? Niet per se..

    Warren Buffett

    Beleggers doen er goed aan, zo meent Warren Buffett, zich over al dit soort grote economische vraagstukken niet al teveel te bekommeren. Zij zouden hun tijd beter kunnen besteden aan het grondig onderzoeken van bedrijven waarin ze overwegen te beleggen. Denkt u hierbij aan het beoordelen van de sterkte van de al dan niet aanwezige competitieve voordelen. Of er aantrekkelijk kansen aan te wijzen zijn, of dat er juist grote bedreigingen spelen. En aan het bepalen van de mate waarin het management aandeelhoudersvriendelijk is. Zelfs wanneer bovenstaande vragen positief beantwoord kunnen worden is de aankoop van aandelen pas interessant wanneer de intrinsieke waarde fors boven de beurskoers ligt. Hierbij blijft het uiteraard altijd om schattingen gaan, vandaar dat Buffett aankoop enkel overweegt wanneer de geschatte intrinsieke waarde substantieel boven de beurskoers ligt. Of aandelenmarkten in totaliteit duur of juist goedkoop zijn (volgens welke maatstaf dan ook) doet er voor Buffett niet echt toe. Bij zijn beleggingen krijgen dit soort zaken dan ook amper aandacht.

    Joel Greenblatt

    Joel Greenblatt - net als Buffett een zeer succesvolle value-belegger - gaat nog een stap verder. Waar Buffett nauwelijks aandacht besteedt aan allerhande grote economische vraagstukken besteedt Greenblatt eveneens amper aandacht aan de bedrijven waarin hij belegt. De strategie van Greenblatt bestaat uit het gespreid beleggen in bedrijven die bovengemiddeld winstgevend zijn en tegelijkertijd lager dan gemiddeld gewaardeerd. Bij dit soort bedrijven spelen vaak allerhande onzekerheden waardoor beleggers dergelijke bedrijven het liefst mijden. Vaak geldt dat hoe beter men bekend is met bedrijfsspecifieke problemen, hoe groter de neiging wordt om bijbehorende aandelen te mijden, wat per saldo onverstandig is (gemiddeld rendeert dit type aandelen bovengemiddeld). Oftewel: hoe meer u weet, hoe minder rendement. Eenmaal doordrongen van hoe value-beleggen werkt lijkt het geen gek voornemen om allerhande grote economische vragen maar te laten voor wat ze zijn. En zelfs alle bedrijfsspecifieke onzekerheden zou u kunnen overwegen voor lief te nemen. Niet alleen bespaart dat enorm veel tijd maar de kans is zelfs groot dat een 'alle problemen vergetende' value-belegger zijn rendement ook nog eens ziet verbeteren... Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van http://www.warrenbuffett.nl/. Disclaimer: De artikelen van gastschrijver Hendrik Oude Nijhuis zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van Hendrik Oude Nijhuis moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor deze bijdrage.

    >> Klik hier om de bestseller “Leer beleggen als Warren Buffett” gratis te downloaden <<

  • Waar zijn aandelen het goedkoopst?

    Waar in de wereld zijn aandelen op dit moment het goedkoopst? De volgende illustratie van de Telegraph laat dat in één oogopslag zien. Als we de wisselkoersen buiten beschouwing laten zien we dat beleggers op dit moment het beste in Griekse, Chinese, Indiase en Japanse aandelen kunnen stappen. Ook is de aandelenmarkt van Rusland en Turkije relatief gunstig geprijsd. Het duurst zijn de aandelen in de Verenigde Staten, Indonesië, Pakistan en Sri Lanka. Ook in Latijns-Amerika beginnen de aandelen duur te worden, terwijl ze in veel Europese landen nog vrij gunstig geprijsd zijn.

    De volgorde van goedkoop naar duur is gebaseerd op drie bekende waarde-indicatoren, namelijk de normale koers/winst verhouding, de gemiddelde koers/winst verhouding over de afgelopen tien jaar (CAPE) en de waarde van aandelen ten opzichte van de boekwaarde van het bedrijf.

    Value investing: Kiezen voor goedkope aandelen

    Deze financiële ratio's geven volgens waardebeleggers een goede indicatie van de prijs van een aandeel. Vanuit de gedachte dat aandelenkoersen fluctueren tussen overwaardering en onderwaardering zijn de aandelen met een lage koers/winst verhouding en met een hoge boekwaarde ten opzichte van de aandelenkoersen. Een boekwaarde van minder dan 1 betekent dat de waarde van de aandelen in verhouding lager is dan de waarde van de bedrijfsbezittingen. Een hoge marktwaarde ten opzichte van de boekwaarde betekent dat beleggers bereid zijn meer te betalen voor een aandeel dan wat de onderliggende bezittingen waard zijn. In de rekensom van de Telegraph zijn alle drie factoren meegenomen in de berekening. Afgaande op de wetenschappelijke studies naar value investing kunnen we concluderen dat aandelen met een gunstige waardering in de regel een beter rendement laten zien dan aandelen met een hoge waardering.

    Waar zijn de aandelen het goedkoopst?

    Waar zijn de aandelen het goedkoopst? Een analyse van de Telegraph

  • De weddenschap van Warren Buffet

    Zes jaar geleden ging Warren Buffett een interessante weddenschap aan. Buffett wedde dat over een periode van tien jaar een simpel indexfonds beter zou presteren dan het gemiddelde rendement van een aantal (door de tegenpartij te kiezen) gerenommeerde hedgefunds. Protégé Partners (Protégé), een vermogensbeheerder uit New York, nam de weddenschap aan. Zij selecteerden vijf zeer gerenommeerde zogeheten ‘fund of funds’ – dergelijke fondsen beleggen zelf weer gespreid in verschillende hedgefunds.

    Zowel Buffett als Protégé stelden een bedrag van US $ 320.000 beschikbaar voor de weddenschap. Dat bedrag werd belegd in obligaties die na de tien jaar exact US $ 1 miljoen waard zouden zijn. De ‘winnaar’ zou na afloop van de weddenschap mogen beslissen welk goede doel de US $ 1 miljoen zou krijgen.

    Passief en actief

    Bij het aangaan van de weddenschap stelde Buffett dat er twee categorieën beleggers te onderscheiden zijn: passieve en actieve. Passieve beleggers wijken maar weinig af van de beursindices. En omdat zij hierdoor ook maar lage kosten hebben geldt dat het rendement dat passieve beleggers behalen veelal min of meer in lijn ligt met dat van de beurs zelf. Buffett vervolgt: omdat het rendement van passieve beleggers dus maar weinig afwijkt van het beursgemiddelde is het per definitie zo dat de rest van de groep - de actieve beleggers dus - gemiddeld ook een rendement behalen gelijk aan het beursgemiddelde. Echter, bij actief beleggen zijn er juist wel hoge kosten waardoor het rendement uiteindelijk een stuk minder is. Voor hedgefunds is een vaste jaarlijkse vergoeding van 2% gangbaar. En daarbovenop nog eens 20% van het rendement. 'Fund of funds' vormen nog weer een extra kostenschil: zij rekenen vaak een vaste jaarlijkse vergoeding van 1% en daarnaast nog eens 5% van het rendement. Met dergelijke vergoedingen is het vrijwel zeker dat een belegger in een simpel indexfonds op termijn beter af is.

    US $ 1 miljoen

    Het bedrag van US $ 640.000 dat Buffett en Protégé samen op tafel legden zou zoals gesteld eind 2018 moeten zijn uitgegroeid tot US $ 1 miljoen. Op 1 januari 2008 werd dit bedrag in obligaties geïnvesteerd. Doordat de rente sterk daalde - een gevolg van de crisis - stegen deze obligaties fors in waarde. Eind 2012 waren ze al bijna US $ 1 miljoen waard. Omdat de obligaties de volgende vijf jaar nog amper iets zouden opleveren besloten Buffett en Protégé tot verkoop en kochten daarvoor in de plaats aandelen Berkshire Hathaway. Dat pakte gunstig uit: de koers van Buffett's investeringsvehikel steeg het afgelopen jaar met ruim 30% en met nog vier jaar te gaan geldt nu reeds dat de aanvankelijke US $ 640.000 is uitgegroeid tot US $ 1,27 miljoen.

    De (voorlopige) winnaar is...

    De voorlopige winnaar van de weddenschap (er is dus nog vier jaar te gaan!) is Warren Buffett. Een belegging in een goedkoop S&P 500-indexfonds werd de afgelopen zes jaar 43,8% meer waard. Het 'exclusieve' beleggen in de vijf met zorg geselecteerde 'fund of funds' leverde beleggers na aftrek van alle kosten de afgelopen zes jaar slechts 12,5% rendement op. De kans lijkt ons klein dat de 'fund of funds' het verschil de komende vier jaar nog zullen inlopen. Vanwege hun vergoedingsstructuur zouden ze immers - relatief gezien - uitzonderlijk goed moeten presteren om zelfs maar in de buurt van het rendement van een goedkoop indexfonds te komen. De les voor beleggers? De hoge kosten maken actief beheerde, 'exclusieve' beleggingsfondsen in veel gevallen tot een twijfelachtige keuze. Vooral over wat langere periodes bezien wordt duidelijk dat de hoge kosten vaak niet worden goedgemaakt. Vergeleken met het beleggen in actief beheerde (en dure!) beleggingsfondsen is de keuze voor een simpel (en goedkoop!) indexfonds zo'n gek idee nog niet... Door: Hendrik Oude Nijhuis Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van http://www.warrenbuffett.nl/.

    Vooralsnog krijgt Warren Buffett gelijk

    Vooralsnog krijgt Warren Buffett gelijk

    >> Klik hier om de bestseller “Leer beleggen als Warren Buffett” gratis te downloaden <<

  • Professor Siegel: Aandelen nog steeds aantrekkelijk

    In menig beleggingsblad valt te lezen dat aandelen alweer duur zouden zijn. Dat aandelen onderhand toe zijn aan een fors correctie. Sommigen voorspellen zelfs een regelrechte crash. Jeremy Siegel (1945), de bekende economieprofessor aan business school Wharton, is een andere mening toegedaan. Hij stelt, en wij zijn het overigens met hem eens, dat aandelen goed beschouwd helemaal zo duur nog niet zijn.

    Waarderingen

    Voor 's werelds belangrijkste beursindex (de S&P 500) geldt momenteel een waardering van zo'n 16 tot 17 keer de winst. Een dergelijke waardering ligt in lijn met wat voor aandelen in het verleden gemiddeld betaald werd. Zoals u weet is momenteel sprake van zeer lage renteniveaus (een spaarrekening of solide obligaties leveren nog amper rendement op). De huidige lage renteniveaus rechtvaardigen een hoger dan gemiddelde waardering voor aandelen. Wanneer eerdere periodes met juist een heel hoge rente buiten beschouwing gelaten worden geldt voor aandelen gemiddeld een waardering van ongeveer 18 tot 19 keer de winst. Dat impliceert dat vanaf de huidige koersniveaus bezien nog sprake is van een opwaarts potentieel van 10 tot 15%.

    En dan?

    Wanneer aandelen op enige moment weer 'gemiddeld' gewaardeerd zijn betekent dat niet dat geen verder rendement te verwachten valt. Vanaf de gemiddelde waardering geldt namelijk gewoon weer dat u dan een rendement verwachten mag in lijn met het historische gemiddelde. Voor aandelen is dat zo'n 6 tot 7% per jaar. Via onderstaande link is de rendementsontwikkeling te raadplegen van een aantal verschillende beleggingscategorieën vanaf het jaar 1802 (voor inflatie is al gecorrigeerd):

    Aandelen behaalden een goed rendement

    Aandelen behaalden de afgelopen 200 jaar een goed rendement

    Toch wat zorgen

    Ondanks zijn optimisme is het niet zo dat professor Siegel zich helemaal geen zorgen maakt. Met name de inflatie vormt voor een aandachtspunt voor hem. De huidige prijssterkte van grondstoffen, ondanks de economische zwakte, verbaast Siegel en maakt hem wat beducht voor het inflatierisico. Siegel vreest dat wanneer de inflatie toeneemt de Amerikaanse centrale bank niet enkel het afbouwen van haar stimuleringsprogramma doorzet ('tapering') maar dit ook nog eens versnelt. Mogelijk komt het einde van de huidige periode van extreem lage renteniveaus dan ook in zicht. Een ander aandachtspunt waar Siegel op wijs betreft de Amerikaanse arbeidsmarkt. Waar soms gesteld wordt dat het officiële werkloosheidspercentage (momenteel 6,6%) te laag wordt ingeschat stelt Siegel dat het omgekeerde mogelijk het geval is. Punt van twist is of alle huidige 'werklozen' wel daadwerkelijk met smacht op een baan zitten te wachten. Heeft Siegel gelijk en ligt de eigenlijke werkloosheid lager dan het officiële cijfer aangeeft dan zullen bedrijven sneller genoodzaakt zijn hogere lonen te bieden om arbeidskrachten aan te trekken. Dat zou dan de inflatie stimuleren en bovendien een negatieve invloed hebben op de winstgroei.

    Van euforie nog (lang) geen sprake

    Ondanks Siegel's terechte aandachtspunten zijn wij het met hem eens dat aandelen vooralsnog zeker niet duur te noemen zijn. Tussentijdse fluctuaties daargelaten lijkt een verdere tendens omhoog het meest waarschijnlijke scenario. Pas wanneer voor aandelenbeurzen weer fors bovengemiddelde waarderingen betaald worden (eind jaren '90 lagen de waarderingen twee tot drie keer zo hoog als nu het geval is) en beleggers weer massaal in aandelen stappen is het zaak zelf voorzichtiger te worden. Ondanks de koersstijgingen van de voorbije jaren zijn we van dat punt nog altijd een flink stuk verwijderd. Door: Hendrik Oude Nijhuis Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van http://www.warrenbuffett.nl/. Disclaimer: De artikelen van gastschrijver Hendrik Oude Nijhuis zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van Hendrik Oude Nijhuis moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor deze bijdrage.

    >> Klik hier om de bestseller “Leer beleggen als Warren Buffett” gratis te downloaden <<

  • Value Investing: Het verschil tussen prijs en waarde

    Beleggen wordt een stuk gemakkelijker en rendabeler wanneer u weet hoe tegen prijsfluctuaties aan te kijken. Prijs en waarde zijn lang niet altijd aan elkaar gelijk…

    Een veiligheidsmarge

    Het belangrijkste principe waar succesvolle beleggers structureel aan vasthouden is het hebben van een veiligheidsmarge (‘margin of safety’). Het zit als volgt: prijs en waarde zijn verschillende zaken die soms aan elkaar gelijk zijn maar heel vaak ook niet.

    Emoties en sentiment hebben grote invloed op de factor prijs (beurskoers). Zo nu en dan zijn beleggers laaiend enthousiast en bereid voor aandelen hoge prijzen te betalen. Andere keren zien ze het niet meer zitten en worden aandelen in de uitverkoop gedaan. Waar prijzen onder invloed van emoties flink kunnen schommelen geldt dat voor de factor waarde niet. De waarde van een bedrijf bestaat, simpel gesteld, uit de huidige waarde van alle toekomstige winsten. Dat getal, hoewel niet altijd eenvoudig te schatten, is redelijk stabiel.

    Coca-Cola

    U kunt zich voorstellen dat een stabiel bedrijf als Coca-Cola een vrij stabiele waarde heeft, welke dat ook precies moge zijn. Maar ondanks die stabiele waarde schommelt de prijs van aandelen Coca-Cola soms fors. In sommige jaren komen er tientallen procenten bij. En in andere gaan er tientallen vanaf. Beleggers als Warren Buffett zijn voortdurend bezig bedrijven te analyseren en daarvan de waarde te schatten. Aandelen worden enkel gekocht wanneer de koers (prijs) substantieel onder de geschatte waarde ligt. Het verschil is de al genoemde veiligheidsmarge.

    'Mr. Market'

    Het kopen van aandelen met een veiligheidmarge biedt echter geen garantie voor de prijsontwikkeling op korte termijn. Op langere termijn echter geldt dat de prijs uiteindelijk ALTIJD richting de waarde tendeert, hoewel periodes van over- en onderwaardering soms lang aanhouden. Omdat prijzen van aandelen dagelijks - per seconde zelfs - schommelen ontstaat bijna automatisch de neiging om je daar als belegger op te richten. Benjamin Graham, de leermeester van Warren Buffett, gaf zijn studenten echter de raad mee om eens kennis te nemen van ene Mr. Market... Mr. Market is een fictief, manisch-depressief persoon die symbool staat voor de prijsfluctuaties op de aandelenmarkt. Soms is Mr. Market manisch en bereid een heel hoge prijs te betalen. Op andere momenten is Mr. Market depressief en zijn aandelen in de uitverkoop. Het cruciale punt is dat beleggers zich dienen te beseffen dat het (manisch-depressieve) karakter van Mr. Market heel 'besmettelijk' is. Wanneer iedereen manisch over aandelen is en hoge prijzen betaald worden ontstaat haast vanzelf de neiging in de euforie mee te gaan. En omgekeerd, wanneer iedereen aandelen in paniek verkoopt, de neiging zelf eveneens 'veiligheidshalve' te verkopen.

    Beeld van waarde cruciaal

    Het voortdurend volgen van prijsschommelingen (koersen) zonder enig beeld te hebben van de waarde is verspilling van tijd. Enkel wanneer een schatting van de waarde gemaakt is heeft het zin prijzen (koersen) langs te lopen om na te gaan of er voldoende veiligheidsmarge is. Wanneer men als belegger niet weet wat iets (ongeveer) waard is, is onmogelijk te beoordelen of iets al dan niet goedkoop is. Niet voor niets dan ook dat 's werelds beste beleggers zich voornamelijk richten op wat iets waard is. En particuliere beleggers? Velen van hen houden de prijzen van aandelen constant in de gaten, vaak zonder ook maar een idee van de waarde te hebben... Door: Hendrik Oude Nijhuis Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van http://www.warrenbuffett.nl/.

    Value investing: Het verschil tussen prijs en waarde

    Value investing: Het verschil tussen prijs en waarde

    >> Klik hier om de bestseller “Leer beleggen als Warren Buffett” gratis te downloaden <<

  • Alleen het beste is goed genoeg

    Voor ’s-werelds beste belegger is het een uitgemaakte zaak! Sommige bedrijven zijn beter dan anderen en zullen voor beleggers altijd een superieure winst genereren. Zijn beleggingsadagium luidt dan ook, dat je als belegger beter een uitstekend bedrijf kunt kopen tegen een behoorlijke prijs, dan een behoorlijk bedrijf tegen een aantrekkelijke prijs!

    Gevoel

    Wat Buffet min of meer aanvoelde, is nu ook wetenschappelijk bewezen. Onderzoek van Credit Suisse toont aan, dat sterke bedrijven de neiging hebben sterk te blijven. Zwakke bedrijven daarentegen zijn amper of niet om te turnen in sterke bedrijven. De belangrijkste oorzaak voor dit opvallend wapenfeit is niet een ‘modieus’ item als aandacht voor shareholders value, maar simpelweg competent managent met veel aandacht voor het genereren van cashflows en winsten.

    Waarde

    Credit Suisse heeft onderzoek gedaan naar het vermogen van bedrijven om waarde te creëren op basis van de kasstromen van de bestudeerde bedrijven. Winsten zijn gemakkelijker te manipuleren. En het onderzoek beslaat een periode van 60 jaar, de hele naoorlogse periode. Over die periode leverde de bedrijven de belegger gemiddeld 6% rendement per jaar. De onderlinge verschillen waren echter groot. De 25% beste bedrijven genereerden gemiddeld 11% of meer. De 25% minste bedrijven bleven steken bij 3%.

    Een ander opmerkelijke uitkomst is, dat na deze lange periode ongeveer de helft van de beste 25% bedrijven na die lange periode nog steeds in het bovenste quartiel zitten. Dezelfde waarheid geldt ook voor de bedrijven in het onderste quartiel. Misschien nog wel opmerkelijker is, dat slechts 9% van de top presterende bedrijven in de loop der tijden naar de onderste divisie zijn afgedaald. Van laag naar hoog leverde nog minder resultaat. Slechts 6% klom op uit de onderste divisie naar de hoogste.

    Conclusies

    Wat valt uit al deze uitkomsten aan conclusies te distelleren. De belangrijkste is misschien wel, dat management terughoudend moet zijn in het doen van overnames en fusies. Bij de wijsheid van turnaround management mag je eveneens vraagtekens zetten. Het veranderen van een koudbloedige knol in een warmbloedige Arabier is een schier hopeloze opgave. En een bedrijf dat mooie winsten maakt, zal dit waarschijnlijk blijven. Daar moet je niet teveel aan sleutelen. De belangrijkste oorzaak voor het goed presteren is immers de sterke bedrijfscultuur gekoppeld aan een duidelijke missie en strategie. Daarbij past de aantekening het zittend management niet te rijkelijk te belonen.

    Concurrentie

    Maar dat is nog niet alles wat bedrijven tot echte winnaars maakt. Ze opereren ook vaak in sectoren, waar de concurrentie niet te fel is. Bovendien is de kans klein, dat er zich een agressieve nieuwkomer aandient. Volgens onderzoek voldoet de sector Huishoudelijke Producten en Personal Care het meest aan deze voorwaarden. Ze leveren over de genoemde periode van 60 jaar een rendement van gemiddeld 13%. Je kunt je geld beter niet steken in sectoren als semiconductors, financiële instellingen of onroerend goed. In deze sectoren worden de uitkomsten naar verloop van tijd gemiddeld. Materials is de slechtst presterende met een gemiddeld rendement van 4,8%, gemeten vanaf 1985.

    Prijs

    Wat kunnen beleggers met dit onderzoek? Ze zijn immers bij voortduring op zoek naar de best presenterende bedrijven en kopen daar aandelen van. Hierdoor stijgt echter de prijs al snel. Volgens Credit Suisse is dat echter geen reden het aandeel dan te mijden. De bedrijven zullen immers goed blijven presteren en dat is een hoge aankoopprijs op den duur meer dan waard.

    Cor Wijtvliet.

    Bron,

    John Authers, Numbers add strength to Buffet’s law of selection. Financial Times, August 3-4 2013

     

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<