Tag: vermogensbeheer

  • Miljardair Druckenmiller gaat voor goud

    Volgens miljardair en vermogensbeheerder Stan Druckenmiller is de bull market in aandelen uitgeput geraakt en is het nu tijd om goud te kopen. Hij ziet het edelmetaal als een vorm van geld en verklaarde tegenover Bloomberg dat zijn positie in goud op dit moment groter is dan zijn positie in andere valuta.

    Druckenmiller is zeer kritisch over het monetaire beleid van de Federal Reserve van de afgelopen drie jaar en verwacht dat de aandelenmarkt vroeg of laat een flinke correctie zal laten zien. Door het monetaire beleid van extreem lage rente en goedkoop geld zijn de aandelenkoersen sterk gestegen, maar er zijn maar weinig productieve investeringen gedaan. Druckenmiller licht toe:

    “Volgens onze meest objectieve maatstaven zitten we diep in de langste periode van monetaire verruiming ooit. En ondanks het feit dat de Federal Reserve er eindelijk mee gestopt is blijft de centrale bank tot op de dag van vandaag een zeer soepel beleid voeren. We lenen meer dan ooit van de toekomst.”

    Goud kopen vanwege negatieve rente

    Ook voor Druckenmiller is negatieve rente een belangrijke drijfveer geweest om goud te kopen. De vermogensbeheerder noemt het een absurd beleid, dat meer nadelen dan voordelen met zich meebrengt. Hij ziet steeds meer signalen dat er een grote ommekeer van de trend aanstaande is, die gepaard zal gaan met dalende aandelenkoersen en een stijging van de goudprijs.

    “De volatiliteit van de wereldwijde aandelenmarkten suggereert dat de verhouding tussen risico en rendement op dit moment negatief is, zonder substantieel lagere aandelenkoersen of structurele hervormingen in de economie. En op dat laatste zou ik niet wachten.”

    Druckenmiller werkt voor Duquesne Capital Management en behaalde tussen 1986 en 2010 een jaarlijks rendement van gemiddeld dertig procent. Daarmee is hij één van de meest succesvolle vermogensbeheerders. Hij zou dit jaar al op een rendement van 8% staan, mede dankzij zijn positie in goud. De prijs van het gele metaal staat op het moment van schrijven op bijna $1.280 per troy ounce, een stijging van 20% sinds het begin van dit jaar.

    gs-logo-breed

    Deze bijdrage wordt mogelijk gemaakt door Goudstandaard, uw partner voor de aankoop en opslag van fysiek edelmetaal

  • Vermogen vluchten massaal in kortlopende leningen

    Beleggers hebben in de tweede helft van dit jaar €212 miljard in zogeheten money market funds gestoken, fondsen die alleen beleggen in kortlopende en makkelijk verhandelbare leningen. Deze fondsen zijn zeer liquide en worden door beleggers gezien als een vorm van cash, vergelijkbaar met vermogen dat geparkeerd staat op een bankrekening. Over dezelfde periode voegden beleggers $31 miljard aan aandelen aan hun portefeuille toe en haalden ze $27 miljard weg uit langlopende obligaties.

    Het kortlopende schuldpapier waar money market funds in beleggen leveren door de extreem lage rente vrijwel geen geld meer op. Sterker nog, veel kortlopende leningen worden al verhandeld tegen een negatieve rente. Als beleggers hun vermogen parkeren in deze fondsen doen ze dat dus niet om rendement te maken, maar omdat ze behoefte hebben aan een veilige haven om hun vermogen in te parkeren.

    Beleggers zoeken veilige haven

    De vlucht van langlopende obligaties naar kortlopend schuldpapier is tekenend voor het wantrouwen van beleggers. Door de extreem lage rente en de zwakke economische groei durven steeds minder beleggers voor een lange termijn geld uit te lenen, ook niet als dat meer rendement oplevert. Beleggers willen snel uit hun posities stappen en geven daarom de voorkeur aan leningen met een zeer korte looptijd. Dat is een zeer slecht teken, want het suggereert dat er weinig vertrouwen is in een sterke opleving van de economie. De volgende grafiek vonden we bij Business Insider.

    cumulative-money-flows

    Beleggers vluchten in kortlopend schuldpapier (Grafiek van Bank of America Merrill Lynch)

  • Zwitserse banken azen op Aziatische markt

    Zwitserse banken duikelen over elkaar heen om marktaandeel te krijgen in Azië, een continent waar het aantal miljonairs en miljardairs razendsnel groeit. Vermogende Aziaten zoeken een veilige haven voor hun vermogen en dat is precies de doelgroep waar banken als UBS en Credit Suisse om vechten.

    Azië is het paradijs voor Zwitserse banken die zich hebben gespecialiseerd in vermogensbeheer. Uit een studie van de Boston Consulting Group (BCG) blijkt dat het private vermogen in Azië (exclusief Japan) tussen nu en 2019 met gemiddeld 9,7% per jaar zal toenemen. Dat is meer dan twee keer de snelheid waarmee het private vermogen in de Westerse landen groeit. Vanaf 2016 zit er volgens BCG al meer rijkdom in Azië dan in Noord-Amerika.

    “Iedereen wil in Azië zitten. Dit is geen plotselinge ontwikkeling, maar de banken doen nu alsof dit hun belangrijkste markt is”, zo verklaarde bankanalist Andreas Brun van de Zwitserse Zuercher Kantonalbank tegenover Reuters. In Azië zitten veel nieuwe rijken die hun vermogen zelf vergaard hebben. Deze mensen zijn volgens Brun zeer kritisch en doen veel vergelijkend onderzoek voordat ze met een bank in zee gaan. Ze zijn veel kritischer dan het ‘oud geld’ van Europese families die leven van het vermogen dat ze geërfd hebben van een oudere generatie.

    ubs-afbeelding

    De Zwitserse bank UBS streeft ernaar in 2017 een derde deel van haar totale winst uit Azië te halen

  • Pensioenfondsen stuwen beheerd vermogen

    Volgens een onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC) zullen pensioenfondsen wereldwijd het vermogen dat zij onder beheer hebben de aankomende jaren sterk zien toenemen. In 2020 zullen pensioenfondsen volgens de prognoses van PwC bijna $57 biljoen onder beheer hebben.

    Het beheerd vermogen steeg tussen 2004 en 2012 van $21,3 biljoen naar $33,9 biljoen. PwC voorspelt een jaarlijkse groei van het beheerd vermogen van 6%, zo valt te lezen in het rapport “Asset Management 2020: A Brave New World”. Het totale vermogen dat wordt beheerd door vermogensbeheerders, pensioenfondsen en beleggingsfondsen zal groeien van $63 biljoen tot boven de $100 biljoen. Pensioenfondsen zullen volgens PwC de helft van de groei voor hun rekening nemen.
    pensioenfondsen-beheerd-vermogen

    De sterke groei van het pensioenvermogen zal mede komen door een toestroom van klanten en welvarende individuen in de opkomende landen. Deze landen ontwikkelen in snel tempo hun pensioenstelsels. PwC voorspelt een groei van 9,9% in Latijns Amerika en 9,5% in Zuidoost Azië. Deze gebieden hebben echter nog wel een inhaalslag te maken. Europa en de Verenigde Staten groeien tot 2020 jaarlijks met respectievelijk 6,2% en 5,7%. Deze gebieden nemen desalniettemin het leeuwendeel van het beheerd (pensioen)vermogen voor hun rekening en dit zal ondanks de sterke groei in de opkomende landen in 2020 onveranderd zijn.

    beheerd-vermogen-werelddeel

    Bron: PwC

  • Infographic: De mythe van de succesvolle vermogensbeheerder

    De volgende infographic laat zien dat de meeste vermogensbeheerders minder goed presteren dan de markt. We hebben al vaker onderzoeksresultaten voorbij zien komen die in deze richting wijzen, maar het blijft een opmerkelijk fenomeen. Blijkbaar bieden vermogensbeheerders een toegevoegde waarde die niet uit te drukken is in een hoger rendement. Of is de markt simpelweg niet efficiënt en laten veel beleggers, zonder dat ze daar het besef van hebben, veel winsten links liggen?

    Na één jaar weet 40% van de vermogensbeheerders nog een beter resultaat te boeken dan de beursindex, maar na 20 jaar is dan nog maar 20% van alle fondsen. Over een nog langere periode van veertig jaar haalt slechts 12% van de fondsen een beter rendement dan de markt. Wie in 2003 een bedrag van $1.000 in een hedgefonds zou stoppen zou daar 17% rendement op maken, tegenover 61% voor de S&P 500 index.

    Vermogensbeheerder verslaat de index niet

    Vermogensbeheerder verslaat de index niet (Bron: Dailyinfographic)

  • Helft beleggers heeft geen vertrouwen in vermogensbeheerders

    Uit onderzoek van het CFA Institute blijkt dat slechts de helft van alle beleggers vertrouwen heeft in vermogensbeheerders en andere financiële dienstverleners. Onder particuliere beleggers blijkt het vertrouwen met 51% overigens veel lager te zijn dan onder institutionele beleggers, waar het aandeel op 61% ligt.

    Het lage vertrouwen in financiële dienstverleners is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de vele schandalen die sinds het uitbreken van de financiële crisis 2008 boven water zijn gekomen. Denk daarbij aan witwaspraktijken, ongeoorloofde handel voor eigen rekening, het misbruik maken van insider informatie en het manipuleren van rentes. Volgens de Edelman vertrouwensbarometer van 2013 scoren de financiële dienstverleners en banken het slechtste (zie figuur 1).

    Financiele dienstverleners worden het minst vertrouwd

    Financiële sector geniet relatief weinig vertrouwen

    Regionale verschillen

    Uit het onderzoek van CFA Institute blijkt dat het vertrouwen in de financiële sector – in het bijzonder vermogensbeheer – ook per regio sterk kan verschillen. In Hong Kong geniet de sector veel meer vertrouwen (68%) dan in Westerse landen als de VS (44%) en het Verenigd Koninkrijk (39%) (zie figuur 2). Ook blijkt dat slechts 19% van de ondervraagde beleggers er een sterk vertrouwen in heeft dat ze een eerlijke kans maken om te profiteren van een belegging in de kapitaalmarkt.

    Financiele sector geniet weinig vertrouwen

    Opvallend genoeg zien veel beleggers een taak voor de overheid weggelegd om het vertrouwen in de financiële sector op te vijzelen. Maar liefst 52% van de ondervraagde beleggers wereldwijd is van mening dat nationale en wereldwijde toezichthouders het grootste verschil kunnen maken. Slechts 28% legt die verantwoordelijkheid primair bij de professionals in het vermogensbeheerder.

    De drie eigenschappen van vermogensbeheerders die het meest gewaardeerd worden door beleggers zijn als volgt. Merk op dat het behaalde rendement niet in dit lijstje staat, die wens staat op de zesde plaats!

    1. Transparantie en openheid van zaken
    2. Verantwoordelijkheid nemen bij problemen en in crisistijd
    3. Voldoen aan een hoge ethische standaard

    Voor de volledige lijst verwijzen we naar het rapport van het CFA Institute.

  • Vermogensbeheerders verslaan index vaak niet

    Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat vermogensbeheerders het gemiddeld genomen minder rendement halen dan de index. Een volstrekt willekeurige beleggingsportefeuille, samengesteld door een hond, kat, gorilla of dolfijn, zou in theorie meer opleveren dan een beleggingsportefeuille die beheerd wordt door een gekwalificeerde vermogensbeheerder. De professionals blijken volgens het onderzoek – uitgevoerd aan de Universiteit van Catania (Italië) – juist voor meer volatiliteit te zorgen in de waarde-ontwikkeling van de portefeuille.

    Een willekeurige selectie van aandelen blijkt een beleggingsportefeuille juist te beschermen tegen hoge volatiliteit, terwijl vermogensbeheerders vaak de neiging hebben achter bepaalde trends en koersbewegingen aan te lopen. Dit kuddegedrag wordt in vaktermen ook wel ‘herding‘ genoemd. Dat was één van de bevindingen van de twee Italiaanse onderzoekers.

    Vermogensbeheerders blijven achter

    Na aftrek van de managementkosten en de transactiekosten blijven veel beleggingsfondsen achter bij de index. Het is dan ook geen wonder dat steeds meer beleggers kiezen voor trackers en ETF’s die de volledige index volgen. Ook hedgefondsen hebben geen goede trackrecord, zoals onderstaande grafiek van Goldman Sachs laat zien. Het gros van de fondsen blijkt niet in de buurt te komen bij de 20,1% stijging die de S&P 500 index sinds het begin van dit jaar realiseerde. Gemiddelde haalden actief beheerde fondsen dit jaar een rendement van slechts 4,1% en haalde 80% een lager rendement dan de index.

    Ook HSBC komt tot de conclusie dat er gemiddelde genomen een lager rendement behaald wordt door de duur betaalde vermogensbeheerders. Van een lange waslijst aan hedgefondsen kwamen er maar twee boven het rendement van de S&P 500 index uit, terwijl bijna dertig fondsen dit jaar achter lopen op de index.

    hedge-fund-performanceGoldman Sachs brengt ‘underperformance’ van hedgefondsen in kaart (Afbeelding via Zero Hedge)

    YTD-HF-performance

    HSBC komt tot dezelfde conclusie (Bron: Zero Hedge)

  • “92% vermogensbeheerders verwacht goede zomer voor aandelen”

    Het credo “sell in may and go away” gaat dit jaar mogelijk niet op, want slechts 8% van de ondervraagde fondsbeheerders verwacht dat de aandelenmarkt dit jaar hetzelfde patroon zal volgen als in de zomer van 2012 en 2011. Een meerderheid van 66% verwacht dat er meer geld op jacht gaat naar rendement, wat voor hogere koersen zal zorgen. Nog eens 26% van de ondervraagden denkt dat beleggers door de zwakke economische vooruitzichten van de nabije toekomst heen zullen kijken en een positieve kijk hebben op de zomerperiode.

    Van alle ondervraagde vermogensbeheerders gaf 59% aan het ‘risicoprofiel’ van de portefeuille ongewijzigd te laten in mei. 14% van de respondenten wil met een hoger risicoprofiel de zomer in gaan, 13% prefereert een lager risicoprofiel en 14% zegt het nog niet te weten.

    Opvallend is dat veel van de ondervraagde vermogensbeheerders (87%) denkt dat de rente op 10 jaars Treasuries ongeveer op het niveau zal blijven waar het zich de afgelopen maanden ook al bevond, tussen de 1,5 en 2 procent. Slechts 8% ziet de rente aan het einde van het kwartaal boven de 2% staan en een fractie van 3% verwacht een rente beneden de 1,5%. Maar 2% van de vermogensbeheerders durft toe te geven dat ze het echt niet weten.

    92% van de vermogensbeheerders verwacht een fundamenteel ander verloop van deze zomer (Bron: Businessinsider)

    Vermogensbeheerders verwachten geen grote verschuiving in de 10-jaars rente van Treasuries (Bron: Businessinsider)

  • World Gold Council: “Goud als basis voor vermogensbeheer”

    Via de World Gold Council (en door ons vertaald):

    Beleggingsportefeuilles met “alteatieve” beleggingen kunnen versterkt worden door goud toe te voegen aan de basis van de portefeuille

    “In het huidige economische klimaat zijn wereldwijd lage reële rendementen aanleiding voor beleggers om op zoek te gaan naar extra bronnen van rendement, terwijl de toegenomen onzekerheid en de volatiliteit van markten het belang van risicomanagement vergroten.

    Een duidelijke keuze voor goud in de beleggingsportefeuille als onderdeel van andere beleggingen zoals aandelen, deelname aan hedgefondsen, vastgoed en grondstoffen, kunnen kapitaal op peil houden en risico’s verminderen zonder dat er afbreuk wordt gedaan op het rendement op de lange termijn. Dit is wat de World Gold Council in haar laatste onderzoek concludeert.

    In samenvatting stelt dit rapport dat als beleggers andere activa [dan goud] aanhouden, deze niet als substituut zijn voor de bescherming die goud biedt. De bevindingen tonen aan dat beleggingsportefeuilles met een toewijzing aan goud van tussen 3,3% en 7,5% (afhankelijk van de risicotolerantie van beleggers en de valuta van referentie) een hoger risico gecorrigeerd rendement behalen, terwijl zij de Value at Risk (VaR) consistent verlagen.”

    De World Gold Council is helder in haar betoog: goud in de beleggingsportefeuille verhoogt het rendement en verlaagt de risico’s. Een interessante grafiek in het laatste rapport is de onderstaande. Hierin is de distributie van financiële beleggingen wereldwijd weergegeven; goud maakt voor slechts 1% onderdeel uit van de wereldwijd belegde vermogens van zo’n $146 biljoen. Indien het aandeel van goud in beleggingsportefeuilles verhoogd wordt naar 3,3% zoals de WGC adviseert, dan zou er zo’n slordige $4.800 miljard in de goudmarkt belegd worden. Dat komt neer op een instroom van zo’n slordige $3 biljoen. De jaarlijkse goudmarkt is vergeleken met dit bedrag piepklein: de totale vraag naar goud bedroeg in 2010 zo’n $150 miljard. Eén kanttekening bij de onderstaande grafiek; de goud- en valutareserves van centrale banken zijn in de onderstaande grafiek niet meegenomen.

    Een andere opvallende afbeelding is de geografische distributie van de jaarlijkse goudvraag. Azië spant de kroon, China en India zijn goed voor nagenoeg de helft van de wereldwijde vraag naar goud. De afbeelding is erg illustratief voor de verschuiving van de economische macht naar het verre oosten.